Verzamelde werken 1942-1944
(1998)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 59]
| |
13. Schilder aan de raden van de Gereformeerde Kerken te Utrecht en Sneek d.d. 13 november 1942Ga naar voetnoot1.Kampen, 13 november 1942
Aan de raden der Gereformeerde Kerken van Utrecht en Sneek
Weleerwaarde en eerwaarde heeren en broeders,
Bij dezen neem ik de vrijheid, u een afschrift te doen toekomen (met als bijlage een opgave van enkele ‘tikfouten’) van een brief, dien ik aan den raad der Gereformeerde Kerk van de stad mijner inwoningGa naar voetnoot2. heb gezonden ter zake van de continueering op eigen gezag, en van de eigenmachtige uitbreiding van haar agendum, zooals die, volgens mijn meening in strijd met de Kerkenordening, en het door onze vaderen erkende en gevolgde kerkrecht, zijn gebleken te zijn besloten door de vergadering, die zich beschouwt als de synode van Sneek-Utrecht. Dat ik u van dezen brief kennis geef, vindt zijn reden in de omstandigheid, dat hetzij door den kerkeraad van Sneek, hetzij door dien van Utrecht, deze vergadering werd of wordt saamgeroepen uit naam van de ‘roepende kerk’. Daarmede komt ook voor uw aandacht de vraag te staan, of niet, gelijk mijn meening is, genoemde beslissingen in strijd met de Kerkenordening zijn. Het feit, dat artikel 31 dier Ordening bepaalt, dat de besluiten van (haar eigen agendum afwerkende) meerdere vergaderingen voor vast en bondig zijn te houden, tenzij ze bewezen worden te strijden o.a. met de Kerkenordening als accoord van samenleving der kerken, brengt voor alle kerken, maar inzonderheid voor de uwe, de noodzaak, naar mijn mening, na te gaan, of bovenbedoelde besluiten metterdaad u binden; zulks temeer, nu het een geval betreft van uitbreiding van het agendum. Zou ook uw raad van meening zijn, dat strijd met de Kerkenordening aanwezig is, dan zou daarmee tevens de vraag aan uw geweten voorgelegd zijn, of het u volgens geldend kerkrecht geoorloofd is, zonder verdere verklaring van gevoelen, op te treden als ‘roepende kerk’. Reden, waarom ik u zou willen verzoeken, van mijn bezwaarschrift kennis te nemen. | |
[pagina 60]
| |
U hierbij de leiding van gedachten in het spoor der Kerkenordening toewenschende, verblijf ik, met de meeste hoogachting en na broederlijken groet, uw br.
w.g. |
|