Verzamelde werken 1942-1944
(1998)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 55]
| |
11. Schilder aan het curatorium van de Theologische Hogeschool te Kampen d.d. 20 oktober 1942Ga naar voetnoot1.Op reis, 20 october 1942
Aan het curatorium der Theologische Hoogeschool te Kampen.
Weleerwaarde Zeergeleerde Heeren en Broeders,
Bij dezen heb ik de eer, u te melden, dat ik mijn u bij herhaling, schriftelijk zoowel als mondeling, bekend gemaakte bezwaren tegen de eigenmachtige uitbreiding van haar agendum door de in generale synode van Sneek saamgekomen afgevaardigden, welke uitbreiding tot de benoeming van een hoogleeraar aan de Hoogeschool der Kerken geleid heeft, zoodra ik enkele boeken kon bemachtigen, op schrift heb gesteld, en gemotiveerd. Dit bezwaarschrift wordt heden voltooid, en ter copieering verzonden, om daarna te worden ingediend. Natuurlijk doet mij dit leed. Liefst had ik gewild, dat in uw vergadering aan deze bezwaren aandacht geschonken was, gelijk ik nog steeds van oordeel ben, dat ook curatoren hun recht tot vrije toetsing van wat in samenkomsten van meerdere vergaderingen wettig dan wel onwettig geschiedt en besloten wordt, hebben te gebruiken overeenkomstig artikel 31 der Kerkenordening. Evenwel ben ik tot heden niet erin geslaagd, uwerzijds eenige beantwoording van mijn bedenkingen te ontvangen. Mondeling heb ik ze tegenover u uitgesproken, vóórdat de voordracht aan de orde kwam, daarbij aanteekening in de notulen verzoekende. Geen curator heeft toen getracht, die bezwaren weg te nemen; alleen prof. dr. G.M. den HartoghGa naar voetnoot2. heeft er eenige woorden aan gewijd, en nadat ik hem beantwoord had, verklaard, verdere discussie niet noodig te achten. Vervolgens heb ik schriftelijk mijn bedenkingen u bekend gemaakt tegen een volgende vergadering in een brief, die een andere begeleidde. Op den tweeden kreeg ik een in dank aanvaard antwoord; maar op de eerstbedoelden heeft u mij geen geen enkel woord doen hooren. Alleen kreeg ik een voorwaardelijke afkeuring te hooren betreffende een enkele uitlating in mijn brief, welke | |
[pagina 56]
| |
uitlating samenhing met mijn u bekende, onbeantwoord gebleven bezwaren. Ik merk dit niet op, om te klagen, maar alleen om duidelijk te maken, dat ik thans wel genoodzaakt was, mij tot een andere instantie te wenden;Ga naar voetnoot3. liefst had ik mijn bezwaren u bekend gemaakt óók in breedere, schriftelijke toelichting. Tevens zij voor de goede orde vastgelegd, dat noch bij het college van hoogleeraren, noch bij het curatorium als geheel genomen ook maar eenige kennisgeving ingekomen was van het voornemen der synode van Sneek, om haar agendum uit te breiden. Men heeft ook de voorstellen, om in deze richting te gaan, geheel en al buiten het college van hoogleeraren om doen gaan, en ook het curatorium heeft zijnerzijds geen vraag in dezen gesteld noch heeft het moderamen van het curatorium, of een zijner leden of praeadviseurs voorgesteld, in dezen iets te vragen aan een gecontinueerde synode. Uit uw zwijgen zoowel als uit uw mij bekend gemaakte voorwaardelijke afkeuring leid ik af, dat uw vergadering er geen prijs op stelt, van mijn breedere motiveering kennis te nemen. Mocht ik me vergissen, dan ben ik, indien uw secretaris mij daarvan kennis geeft, natuurlijk bereid, u een afschrift te doen toekomen, zoodra hiertoe gelegenheid zal bestaan in mijn tegenwoordige omstandigheden. Inmiddels verblijf ik, met hoogachting, uw dw. br. w.g.Ga naar voetnoot4. |
|