Verzamelde werken 1940-1941
(1995)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 347]
| |
60. ‘De Heraut’ over het begrip ‘scheppingsmiddelaar’Ga naar voetnoot1.Terwijl in Nederland een breede phalanx der van het geloof vervreemden van de algemeenen verwarring gebruik maken, om met behulp van de vreesachtigheid, de baatzuchtigheid, of het gebrek aan nationaal besef der anderen, het laatste restje van Abraham Kuyper's levenswerk te gronde te richten, en met name de door hem gepredikte antithese grondig te begraven in ettelijke pogingen tot centralisatie van àlles en nog wat, en terwijl zoo goed als heel de pers bij die begrafenis van Abraham Kuyper meewarig staat toe te zien, en de tranen weg te slikken, maar dan zóó fatsoenlijk, dat geen mensch het hóóren kan, en zóó ‘correct’, dat geen Duitscher het zién kan, - begint ‘De Heraut’ me daar, zooals ik j.l. MaandagGa naar voetnoot2. verrast ontdekte, een lang vertoog te leveren,Ga naar voetnoot3. ten bewijze, dat mijn in de Catechismusbijlage zonder eenige polemische toespitsing gedane afwijzing van het begrip ‘Scheppingsmiddelaar’ niet goed is,Ga naar voetnoot4. en vraagt het blad, of misschien ds C. Veenhof deze mijne afwijzing van gemeld begrip nog zou durven noemen te zijn ‘in Kuyper's lijn’.Ga naar voetnoot5. Ik heb op dit moment wat anders te doen, dan breed op dit alles in te gaan. Ik hoop het te doen, hetzij bij stukjes en beetjes in ons blad, hetzij bij den tweeden druk der Catechismusbijlage. Het lust me thans niet, ‘De Heraut’ te beantwoorden op staanden voet; het blad heeft meer dan eens een schijnberoep op Calvijn gedaan; werd dit dan weerlegd, dan bleef het blad zwijgen. Het zou en zal ditmaal niet anders gaan. Overigens denk ik het mijne, vooral nu, van àl de destijds aangehoorde argumentaties tegen ‘de polemiek’. In zóó'n ernstigen tijd als deze moeten we elkaar niet bestrijden, zei de een. Dat was vóór den oorlog. Thans zijn we daar midden in. Vooral in een geestelijken oorlog, die gevaar loopt verloren te worden krachtens eigen geestelijke slapte. En kijk, ‘De Heraut’ begint nù over een onderdeeltje van een terminologische kwestie, nopens dr A. Kuyper, breed te betoogen. Gezamenlijk den Filistijn op de schouders vliegen, heette het toen, niet polemiseeren! Nu, ik kijk die kerkelijke en cultureele pers zoo eens aan des | |
[pagina 348]
| |
Zaterdags. Die destijds het hardst over dat op-den-schouder-vliegen praatten, zwijgen nu als muisjes. De filistijnsche schouders worden tenminste wel ontzien. Een enkelen keer kunnen sommigen zelfs 't niet laten, zich zichtbaar te zetten tot het zich hoorbaar schikken, tot het zich tastbaar aanpassen bij het zich niet onsmakelijk verschikken. Ze verslikken zich niet eens. Ik geloof niet veel van al die antipolemische gelegenheidstheorieën van toen; ik denk, dat men alleen maar geen argumenten geven kon. Op de vraag, of mijn afwijzing van den term ‘schepppingsmiddelaar’ (zie § 37Ga naar voetnoot6.) in Kuyper's lijn lag, behoeft ds Veenhof geen antwoord te geven. Dat heb ik zelf al dadelijk gedaan. Prof. Kuyper vraagt naar den bekenden weg. Of het ook in Sikkel's lijn lag, make uit wie het onderstaande heeft gelezen: Ds J.C. SikkelGa naar voetnoot7. schreef, preek over Zondag 6, 7 Febr. 1915: ‘Wij belijden met de Christelijke kerk het Middelaarschap van onzen Heere Jezus Christus, en kennen onze roeping om in de wereld daaraan getuigenis te geven, om bekend te maken aan alle menschen die waarheid en die prediking, dat Jezus is de Christus, de Middelaar Gods en der menschen. | |
[pagina 349]
| |
verdiend hebben, zoodat er voor de wereld niets anders overblijft, dan het rechtvaardig oordeel Gods, Zijn toorn, wraak en grimmigheid. Tot zoover Sikkel. Het lust ons waarlijk niet, vandaag nog meer ervan te zeggen. Ik wijde nog slechts eenige vriendelijke gedachten aan ds H. Veldkamp,Ga naar voetnoot9. die in ‘Fr. Kbl.’ indertijd mijn jaaroverzicht Geref. Kerken niet goed vond: er kwam te weinig van den oorlog in voor!Ga naar voetnoot10. Het moet hem wel zwaar te moede zijn, als hij ‘De Heraut’ en.....‘Friesch Kbl.’ leest. |
|