Verzamelde werken 1917-1919
(2004)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 470]
| |
19. Aan onzen MederedacteurGa naar voetnoot1.Wij kunnen niet nalaten hier openlijk van onzen geachten vriend en mederedacteur Ds. Schilder afscheid te nemen, en in terugslag op zijn laatste woord, namens alle lezers van de Kerkbode hem toe te roepen: Wij groeten U allen zeer! Wat hij voor ons blad gedaan heeft, hij noemt het zelf ‘een toegiftje’, een werk van ‘verloren oogenblikjes’, het zij zoo. Als wij maar niet vergeten, dat die toegiftjes vaak meer dan de helft van ons bladeke vulden, en menigmaal zóó waren, dat er vuur uit spatte...Ds. Schilder is nu eenmaal niet iemand, die een blad voor zijn mond neemt, als hij meent harde dingen te moeten zeggen. Hij heeft zich bij zijn ‘krabbels’ in de Kerkbode dan ook nooit ontzien, den vinger te leggen bij de wondeplekken en er soms diep het mes in te zetten. En dat dit velen niet aanstond, dat er waren die hem niet begrijpen konden, òf misschien ook wel die hem niet begrijpen wilden, hij heeft er zelf al den last en de onaangenaamheid van ondervonden. Vandaar dat we zijn verzuchting kunnen verstaan: zijn er eigenlijk in onze Gereformeerde kerken niet veel te veel kerkbodes? Toch meenen we in dit opzicht Ds. Schilder gerust te kunnen stellen. Laat er zooveel zijn als ge wilt, in onze Vlaardingsche kerken A en B hebben we er maar één! En die ééne kerkbode is nu al bijna 3 jaar een zaadveld geweest, waarin ook Ds. Schilder zijn korrelen gestrooid heeft. Zal ook dat gestrooide zaad ontkiemen en gewenschte vrucht voortbrengen? Wij weten het niet en wij behoeven het ook niet te weten. Is ook in dezen niet de spreuk waarachtig: een ander is het die zaait, en een ander die maait? Maar de dag komt, die alles zal verklaren. Wie weet, hoe ook het weinige goede zaad hier gestrooid, nog zal worden meegeteld in den dag des oogstes! Daarom, Ds. Schilder wij danken U voor al wat ge altoos zoo bereidwillig en belangeloos voor onze Kerkbode hebt willen doen. Moge Gods aangezicht met U gaan, als ge van ons gaat scheiden. De Heere zegene U en stelle U ten zegen. Wij groeten U allen zeer. |
|