verterende kracht de sterkte van Ezau breke, en Jakob zo tot zegepraal toch nog gaat leiden.
Maar, óók tegen ‘stichtelijke’ overleggingen van het vlees strijdt nu de Heere. In dien nacht toch worstelt een man, met......Ezau? Neen, neen, met Jakob zelf.
Dat is het wonderlijke hier. Maar hier dringt dan ook de scherpe snede van het zwaard van het Woord door merg en been ons heen. Immers, het ging, zo zagen we, om de tegenstelling van vlees en geest, verwerping en verkiezing, slangenzaad en vrouwenzaad. Wij hoorden, hoe de dragers, de vertegenwoordigers dier tegengestelde machten en krachten al dichter naar elkaar toe geperst waren. Abraham stond tegenover zijn volk, Izaäk tegenover den broeder, die ouder was, en een andere moeder had, Jakob tegenover een broeder, die met hem in hetzelfde uur uit hetzelfde ouderpaar geboren was.
Maar nog één stap verder kan God gaan. Hij kan doen zien, dat ook in Jakob zelf het vlees nog tegen den geest begeert, de oude mens tegen den nieuwen.
En inderdaad, zó is het. En daarom strijdt de Heere juist tegen Jakob, opdat zijn vleselijke overleggingen eindelijk eens zouden ophouden, langs vleses-wegen te willen realiseren, wat het verkiezende Woord langs Geesteswegen in uitzicht stelde, en opdat hij, naar het vlees, als Jakob, gebroken, naar den geest, als Israël, weer op zou staan.
In dien nacht worstelde ‘een man’ met Jakob. Die man was de Engel des Heeren. Het ongeschapen Woord van God, de Zoon, vóór zijn eigen vleeswording. Die Zoon had reeds het lichaam van zijn vader naar het vlees geroepen uit den schoot van Rebekka. Maar in den nacht van Pniël bekwaamde Hij hem nu ook naar den geest tot het vaderschap over Hem zelf; en Hij doet dat door Jakobs vlees te besnijden, en door den man, die zijn broeder bij den hiel greep, nu zelf, zijn leven lang, in het lopen van de renbaan van het leven te molesteren: Hij raakt zijn heup aan.
Nu weten wij, wat onze wet is. Neen, een kopie van Pniël hebben wij niet te zoeken voor ons zelf. Pniël gebeurt maar één keer. Maar de huiswet, die voor het huis van Israël gelden moet, die gaat nu allen aan, die Israël genaamd willen worden. Juist in Israël, juist in het verbond, juist in de verkiezing moet het vlees gebroken worden door den Geest, en kan alleen zó het gezin waaruit Messias opkomt, zich vertonen in zijn' goddelijke formatie. Alles of niets. -