'Ons aller moeder' anno domini 1935

verantwoording

gebruikt exemplaar

exemplaar Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken in Nederland te Kampen, signatuur: 75 D 13

 

algemene opmerkingen

Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van ‘Ons aller moeder’ anno domini 1935 van K. Schilder uit 1935.

 

redactionele ingrepen

p. 91: ‘1834’ → ‘1934’: ‘heeft schrijver dezes rechtstreeks of zijdelings een parallel getrokken tusschen de eigenaardige positie van de nederlandsche christenen in 1834, en die van de duitsche christenen in 1934’.

 

Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. 2 en 4) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.

 

[pagina 1]

‘ONS ALLER MOEDER’ A^O D^I 1935

 

[pagina 3]

‘ONS ALLER MOEDER’

ANNO DOMINI 1935

EEN ‘ROEPSTEM’ BEANTWOORD DOOR

Prof. Dr K. SCHILDER

UITGAVE VAN J.H. KOK N.V. KAMPEN

 

[pagina 99]

INHOUD.

WOORD VOORAF		5
§ 1.	VAN DEN ONDER-TITEL	7
	Neder-liggen contra neder-leggen, 8 - Polemiek, middel tot Gods oecumenischen vrede, 9.
§ 2.	AANLEIDING TOT DEZE BROCHURE.	9
	Antwoord gevraagd, en gebóden, 10 - ‘De geheele kudde nog eens naar buiten’, 11 - Hiskia's koeriers en hun boodschap, 12.
§ 3.	NAAR DE ÉÉNE AVONDMAALSTAFEL?	13
	De twee zoeken de tien, de twaalf, 13 - Is de parallel reëel?, 14 - Het probleem, ook verscherpt, aanvaard, 15 - Waar is een ‘pascha’ ‘naar de wet’?, 16 - Het ‘volle getal’ is ‘naar de wet’, 17 - Waar is de tafel der éénheid?, 18 - Is er de tafel, - er ligt een belofte, 19 - De absoluut gestelde eisch gerelativeerd, 20 - Hiskia kende geen ‘jaar onzes Heeren’, 21 - Veel tafels, doch één tafel-woord en -Heer, 22 - Decentralisatie en ‘ambt der geloovigen’, 23 - Naar den éénen Woord- en sacramentsdienst, 24.
§ 4.	BARBAREN-OVERMACHT OF EIGEN PLICHTSVERZUIM?	24
	Morgen- en middagproblemen in den ‘jôm Jahwe’, 25 - Morgen- en middag-ontheiliging in den jôm Jahwe, 26 - Waar zijn de barbaren, aan wie gij verkocht zijt?, 27 - Zijt gij prijsgegeven, of prijsgevend?, 28 - Schapen onder wolven? Of vrouw in huis?, 29 - Wie niet deserteert, niet despereert, 30.

 

 

[pagina 100]

§ 5.	HET SCHEIDBRIEF-MOTIEF GEEN GETUIGENIS À DÉCHARGE	31
	Jesaja en Jeremia over den scheidbrief, 31 - ‘Afkeerigheid’ en ‘Trouwelooze’, óók een parabel, 32.
§ 6.	SCHEIDBRIEF EN VERBOND	33
	‘Notarieel’ geregistreerde acte-van-scheiding, 33 - Jahwe registreerde, maar begeerde de breuk niet, 34 - Registratie - rechtshandhaving tegen -verkrachting, 35 - Ook déze verbondsacte roept tot bekeering, 36.
§ 7.	VAN VERSTOOTING TOT WEDER-AANNEMING; DE VERSTOOTING NIET DEFINITIEF	37
	Parallelie in verharding, verstokking, verlating, 37 - Forensische registratie, maar voor 't verbóndsforum, 38 - Monopleurisch-dipleurisch; ‘Gods tijd’ is heden, 39.
§ 8.	‘MOEDER’-GESCHIEDENIS. VOORLOOPIGE BEPALING VAN HET BEGRIP ‘MOEDER’	40
	‘Moeder’ 's morgen- en middag-oeconomie, 40 - ‘Hagar’- en ‘Sara’-oeconomie, 41 - Moeders jubileumbrieven dragen geen datum postmerk, 42 - Vergelijkingspunt geen vergelijkingsveelvlak, 43.
§ 9.	MOEDER, OF.... SLECHTS BAKER? - BAREN, OF.... ALLEEN MAAR VERZORGEN?	43
	Kinderen baren naar de huwelijks-oeconomie, 44 - ‘Ons aller.... baker’, 45 - Het funeste woordje ‘nog’, 46 - Religieus vleesch weiden of ‘uit den Geest’ baren, 47 - 't Woordje ‘nog’ klinkt overal...., 48 - Huis-van-verbond of - hotel?, 49 - Geen ‘moeder-kerk’ als ‘vaderstaat’, 50.
§ 10.	METROPOOL. - HEMELSCHE HIËRARCHIE. MOEDER BOVEN	50
	De hemel-hiërarchie, 51 - De metropool in den

 

 

[pagina 101]

	hemel, 52 - Ons ‘politeuma’ in den hemel, 53 - Kolonisten, geen emigranten, 54 - Slechts één ‘moeder’, 55 - De ‘vrijheid’ van boven-Jeruzalem, 56.
§ 11.	DE KWESTIE VAN ‘DE SCHAAR’	57
	‘Eigenmachtig de schaar zetten in 't verbond’?, 57 - De kwestie der ‘schaar’ is die der ‘sleutels’, 58.
§ 12.	HET INSTITUUT OF HET INSTITUEEREN?	58
	Waar is de ‘stof’, waarin de ‘schaar’ kan knippen?, 59 - Gehoorzaamheid in het institueeren, 60.
§ 13.	GEEN QUIËTISME	61
	Geen eigenmachtige inperking van eigen mandaat, 61 - Kolonisten en ‘moeder’-stad, 62 - Permanente kerkhervormingswil waarmerk der kerk, 63 - ‘Iets maken’, ja of neen?, 64 - ‘Verootmoediging’, - en haar vrucht, 65 - ‘Wezen’ en ‘wèl-wezen’ en.... Schortinghuis, 66.
§ 14.	MIDDELPUNTBESPIEGELINGEN	67
	Het ware en het ‘valsche’ middelpunt, 67 - Rechtsherstel voor De Cock, Gunning, Hoedemaker?, 68 - Geen mensch ‘in het middelpunt’, 69 - De ‘middelpunt’ (‘kern’)-belijdenis in het middelpunt, 70.
§ 15.	EEN ‘KERN-BELIJDENIS’ ‘IN HET MIDDELPUNT’?	71
	Wat is een ‘kern-belijdenis’?, 71 - De ‘kern-belijdenis’, - ‘als-of-filosofie’, 72 - Juist zóó ‘de mensch op den troon’, 73.
§ 16.	‘JEZUS CHRISTUS IN HET MIDDELPUNT’?	74
	Alleen Christus ‘op den troon’, 74 - ‘Moeder’ en ‘troon’ - beneden of boven?, 75 - Konkrete cirkels, in den hemel, en op de aarde, 76 - De ‘numerus clausus’, 77.

 

 

[pagina 102]

§ 17.	‘GEEN BELIJDENIS OP DEN TROON.’ MAAR HET BELIJDEN DE WEG TOT DEN TROON. RUSTEN IN EEN ‘GEGEVEN-HEID’	78
	‘Troon’-bespiegelingen en symbool, 78 - De belijdenis onttroond - maar niet het instituut, 79 - Belijden institueert, 80.
§ 18.	TAAK-TOEWIJZING À LA FRIEDRICH HEILER. ‘PLURIFORMITEIT’	81
	Wederzijdsche waardeering gepleit, 81 - ‘Evangelische katholiciteit’, 82 - Diastolisch-systolisch, 83 - Möhler, Baur, Heiler, 84.
§ 19.	SECTE?	85
	Het verwijt van sectarisme, 85 - Het verwijt van eigenmachtige tuchtoefening, 86 - Onze verlegenheid overwonnen in onze gehoorzaamheid, 87 - De ‘twaalf stammen Israëls’, 88.
§ 20.	VERBONDSGEHOORZAAMHEID EN TOEKOMST	88
	Reorganisatie - of onvoorwaardelijke gehoorzaamheid, 89 - Duitsche toestanden, - een baken in zee, 90 - De bedding van den stroom verlegt zich soms, 91 - De ‘verlichte despoot’ en de ‘gelijkschakeling’, 92 - Zonden der vaderen bij zich onttrekkende kinderen, 93 - Een rede van dr A. Kuyper, 94 - Leeringen wekken, voorbeelden trekken, 95.
§ 21.	‘ONS ALLER MOEDER’ IN HET JAAR ONZES HEEREN 1935	96
	Tusschen twee herdenkingen, 96 - Onze dáád gevorderd, 97.
NASCHRIFT		98