| |
| |
| |
Errata
Errata De Kerk I:
Bl. 16, r. 11 v.b. staat: (Luc. 13:24), lees: (Luc. 12:24). |
Bl. 16, r. 17 v.b. staat: (Luc. 1:3), lees: (Luc. 12:3). |
Bl. 47, in de noot *) staat: Pesschouw, lees: Persschouw. |
Bl. 54, r. 5 v.b. Deze regel komt twee maal voor, en kan geheel vervallen. |
Bl. 61, r. 18 v.b. staat: (en nog nooit verloochenende), lees: (en nog nooit verloochende). |
Bl. 73, r. 19 v.b. staat: heer Diemer voor een andere terrein, lees: heer Diemer voor een ander terrein. |
Bl. 76, r. 22 v.o. staat geloofsartikel niets eens te zijn, lees: geloofsartikel niet eens te zijn. |
Bl. 92, r. 19 v.b. staat: mij schreef, zend ik eerst, lees: mij schreef, zond ik eerst. |
Bl. 99, r. 9 v.b. staat: En zit tenslotte, lees: Er zit tenslotte. |
Bl. 118, r. 16 v.b. staat: ook men zekerheid, lees: ook met zekerheid. |
Bl. 142, in de noot *) staat: 29 januari 1932, 11e jrg., lees: 29 januari 1932, 12e jrg. |
Bl. 153, r. 6 v.o. staat: nòg inconsequentere, lees: nòg inconsequenter. |
Bl. 168, r. 8 v.b. staat: Gachte Collega, lees: Geachte Collega. |
Bl. 209, noot 6, onderaan de bl., r. twee v.o. staat: instituut noemen?, lees: instituut’ noemen? |
Bl. 221, r. 4 v.o., in noot 1 staat: Luc 11:15, 18, lees: Luc 11:15, 18. |
Bl. 278, r. 23 v.b. staat: just de reden, lees: juist de reden. |
Bl. 316, r. 9 v.o. staat: noch de ander, lees: noch de onder. |
Bl. 343, r. 11 v.b. staat: waar echter over, lees: waar het echter over. |
Bl. 346, r. 17 v.b. staat: het lijkt met wat, lees: het lijkt me wat. |
Bl. 349, r. 20 v.b. staat: Terrettinus, lees Turrettinus. |
Bl. 352, r. 16 v.o. staat: en ik hb al gezegd, lees: en ik heb al gezegd. |
Bl. 354, r. 1 en 2 v.b. staat: C.G. Berkouwer, lees: G.C. Berkouwer. |
Bl. 354, r. 22 v.b. staat: probleert niemand, lees: probeert niemand. |
Bl. 354, r. 25 v.b. staat: in een reeds thetische, lees: in een reeks thetische. |
Bl. 382, r. 7 v.b. staat: belijdenisschiften, lees: belijdenisschriften. |
Bl. 397, r. 3 v.o. staat: Gods-kennins, lees: Gods-kennis. |
Bl. 400, na ‘Citaat C.’ dient de verwijzing ‘4)’ te vervallen en opgenomen te worden na ‘Citaat D’. |
Bl. 405, r. 14 v.o. staat: juist in gering zijn, lees: juist in geding zijn. |
Bl. 412, r. 5 v.b. staat: met deze Heren, lees: met deze heren. |
Bl. 412, r. 8 v.o. staat: ten slelligste, lees: ten stelligste. |
Bl. 416, r. 11 v.b. staat plurofirmiteitsgedachte, lees pluriformiteitsgedachte. |
Bl. 417, r. 12 v.b. staat: betoog te plaatsen, lees: betoog te plaatsen’. |
Bl. 434, r. 8 v.o. staat: de roeping der kerk te ontkennen, lees: de roeping der kerk te erkennen. |
Bl. 434, r. 3 v.o. staat: door Dr. Kuypers, lees: door Dr. Kuyper. |
| |
Errata De Kerk II:
Bl. 20, r. 2 v.b. staat: van Dordrecht19), lees: van Dordrecht91). |
Bl. 43, in noot30) r. 3 v.b. staat Drouyn de Lluys, lees: Drouyn de Sluys. |
Bl. 53, r. 4 v.o. staat: Mr. C.W.v.d. Kemp, lees: Mr. C.M.v.d. Kemp. |
| |
| |
Bl. 54, in noot99) r. 13 v.b. staat: de kwestie v.d. Linde, lees: de kwestie v.d. Linden. |
Bl. 55, r. 17 v.b. staat: Opmerknig, lees: Opmerking. |
Bl. 55, in noot 101) r. 2 v.b. staat: gemeenten van Doveren, lees: gemeenten van Doeveren. |
Bl. 59, in noot 135) r. 4 v.b. staat: instemmende heren G.D. Hoest, lees: instemmende heren G.d. Hoest. |
Bl. 72, brief F.o.r. staat: president van het grote Sanhedrin D: C:...2).
In noot2) lijkt het dat met D.C. Da Costa is bedoeld. Echter: Donker Curtius is bedoeld. |
Bl. 80, r. 11 v.b. staat: hetzij thetisch, het, lees: hetzij thetisch, hetzij. |
Bl. 83, in de noot *), r. 1 staat: voetnoot vermeldt, lees: voetnoot vermeld. |
Bl. 90, r. 11 v.o. staat: gelijk met, lees: gelijk men. |
Bl. 134, r. 23 v.b. (einde citaat) staat: Instit. V, I, 14, lees: Instit. IV, I, 14. |
Bl. 135, r. 16 v.b. staat: Joh. 16:3, lees: Joh. 16:2. |
Bl. 156, r. 1 v.b. staat: door vakkundige, lees door vakkundigen. |
Bl. 180, r. 1 v.o. staat: Jeremina, lees: Jeremia. |
Bl. 182, r. 2 v.o. staat: Jes 50:1 verder leeft, lees: Jes 50:1 verder leest. |
Bl. 224, r. 6/7 v.b. staat: tegen de de N.C.S.V., lees: tegen de N.C.S.V. |
Bl. 242, in de noot *) r. 2 staat: van 31 mei 1938, lees: van 31 mei 1935. |
Bl. 244, r. 9 v.b. staat: zelf ook men, lees: zelf ook met. |
Bl. 245, Stelling II, 1 r.v.b. staat ‘De kerk, lees: ‘De’ kerk. |
Bl. 245, in de noot *), 1 r.v.b. staat: 24 mei 1935 e.v., 18e jrg., lees 24 mei 1935 e.v., 15e jrg. |
Bl. 246, Stelling V, r. 5 v.b. staat: Hij is daartoe, lees: Hij is dus daartoe. |
Bl. 246, Stelling V, r. 13 v.b. staat: die hen daar aan het maken, lees: die hij daar aan het maken. |
Bl. 247, Stelling VIII, r. 4 v.b. staat: van een enkeling, lees: van den enkeling. |
Bl. 248, Stelling XIII, r. 1 v.b. staat: De onder 1 afgewezen, lees: De onder XII afgewezen. |
Bl. 248, Stelling XIV, r. 6 v.b. staat: niet-kerkelijke, lees: niet-kerkelijke. |
Bl. 249, Stelling XIV, r. 5 v.b. staat: bepaald-kerkelijk, lees: bepaald-kerkelijke. |
Bl. 258, in de noot *) staat: 1 nov. 1938, lees: 1 nov. 1935. |
bl. 259, r. 9 v.b. staat: wanneeer men inzake, lees: wanneer men inzake. |
Bl. 271, r. 5 v.o. staat: 16 december 1866, lees: 16 decmber 1886. |
Bl. 275, r. 9/10 v.b. staat: van de goddelijke orderingen van, lees: van de goddelijke ordeningen van. |
Bl. 281, r. 12 v.b. staat: In heb dat, lees: Ik heb dat. |
Bl. 341, r. 12 v.b. (r. 1 na het eerste citaat) staat: het wooord, lees: het woord. |
Bl. 268, r. 8 v.b. staat: de Inquisitie verdedigt, lees: de Inquisitie verdedigd. |
Bl. 372, r. 2 v.o. staat: in dit nummer, zie, lees: in dit nummer. Wie. |
Bl. 375, r. 17 v.o. staat: Ons dunkt het juist, lees: Ons dunkt het onjuist. (Gecorrigeerd De Ref., 5 nov. 1937). |
Bl. 378, r. 11 v.b. staat: in het bijlbels spraak-, lees: in het bijbels spraak-. |
Bl. 419, r. 9 v.b. staat: zó maar als ongeloofd, lees: zó maar als ongeoorloofd. |
| |
Errata De Kerk III:
Bl. 11, noot *) staat: Zie De Kerk I, bl. 305 v.v., lees: Zie De Kerk I, bl. 303 v.v. |
Bl. 22, r. 6 v.o. staat: ook reeds den priester van, lees: ook reeds den priesters van. |
Bl. 33, r. 3 v.b. staat: gesproken nageslacht, lees: gesproten nageslacht. |
Bl. 33, r. 27 v.b. staat: afwijking, lees: afwijzing. |
Bl. 85, r. 3 v.o. staat: Het is mij en, lees: Het is mij een. |
Bl. 90, r. 7 v.b. staat: zo zegt een ander, lees: zo zegt een andere. |
| |
| |
Bl. 92, r. 20 v.o. staat: volgt in § II:, lees: volgt in § 11:. |
Bl. 132, in noot **) r. 2 staat: opvattingen van de J.M. Spier, lees: opvattingen van ds. J.M. Spier. |
Bl. 134, r. 15 v.b. staat: aldus Schilder, lees: aldus Schiller. |
Bl. 135, r. 1 v.o. staat: de Kerdenordening, lees: de Kerkenordening. |
Bl. 159, r. 17 v.b. staat: leslokaal wordt van onderen, lees: leslokaal worden van onderen. |
Bl. 174, artikel Dialoog, r. 2 v.b. staat: Nonsens, jij ééenendertiger, lees: Nonsens, jij éénendertiger. |
Bl. 187, in noot *) staat: 19 september 1946, lees: 19 oktober 1946. |
Bl. 187, in noot **) staat: nr. 20 t/m 23, lees: nr. 20 t/m 22. |
Bl. 200, r. 8 v.b. staat: dat van christenmens, lees: dat van christenmensen. |
Bl. 205, r. 16 v.b. staat: fomulieren als een kwestie, lees: formulieren als een kwestie. |
Bl. 206, r. 11 v.b. staat: Tim 1:17, lees: Tim 1:7. |
Bl. 217, in noot **) r. 1 staat: ‘een S.d.'er’ van, lees: ‘een S.D.'er’ van. |
De drukfouten in deel III (afleveringen 3 en 4) zijn reeds in de tekst gecorrigeerd.
|
|