Uit het bovenstaande valt mijns inziens deze les te leren:
1.
Kuyper heeft in 1886 de Herv. kerk opgeroepen tot terugkeer
[pagina 445]
[p. 445]
onder andere maar wat de belijdenis omtrent de kerk zegt, ook inzake ware en valse kerk;
2.
velen hebben die oproep gehoor gegeven en de belijdenis weer leren lezen;
3.
later is Kuyper - om wat reden of uit welke oorzaak dan ook - zijn daad van 1886 juist in de principiële onderbouw gaan verzwakken door de leer van de pluriformiteit en door een of andere kerk-‘idee’;
4.
daarmee is bij zijn eigen medestanders de vrijmaking stop gezet;
5.
en hebben zijn tegenstanders terecht begrepen, dat hij zijn proprofetisch vermaan van 1886 had ontkracht: de zánuw was er uit;
6.
weshalve over heel de linie stilstand kwam; en een welbehaaglijke rust, die de daarin niet berustenden nu met beroep op Kuyper II als ‘extremist’ betitelt;
7.
de verscheuring der kerkelijke samenleving en ook der politieke partijen neemt hand over hand toe, maar de reactie erop wordt grotendeels bepaald louter uit utiliteitsoverweging;
8.
wie om principiële overwegingen een vroeger contact beëindigt, heet daarom scheurmaker bij de scheurmakers, die vergeten hebben waar ze vandaan kwamen;
9.
de zonen van zulke vaders zullen binnenkort Afscheiding en Doleantie evenzeer verdoemen als de Vrijmaking; ze zullen ze een repeterende breuk noemen; en Kuyper begraven met zijn eigen spade. Dat deed hij zelf ook al bij zijn eigen leven, toen hij zich ontmande met de pluriformiteitsidee.