De Kerk
(1962)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermdK. Schilder, De Kerk. Z.p. z.j. [Kampen 1962]
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken in Nederland te Kampen, signatuur: 160 D 26
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De Kerk van K. Schilder in de derde, verbeterde en herziene druk uit 1962. De eerste druk dateert uit 1942. Het werk bestaat uit een interne uitgave van gestencilde dictaten van de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken in Nederland te Kampen.
redactionele ingrepen
p. 3: de kop ‘Prolegomena’ is tussen vierkante haken toegevoegd.
p. 14: de kop ‘Beantwoording van enkele vragen’ is tussen vierkante haken toegevoegd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. 2 en 148) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
DE KERK
COLLEGE - DICTAAT
VAN
Prof. Dr. K. SCHILDER
3e verbeterde en herziene druk
Verslag van de door Prof. Schilder gegeven intermezzo-colleges over problemen inzake de Kerk n.a.v. de ‘Heraut’-artikelen over ‘Het leerstuk der Kerk’.
Deze intermezzo-colleges werden gegeven van januari tot juni 1942.
Verslag en uitgave geheel buiten verantwoordelijkheid van Prof. Schilder.
Druk: Copiëerinr. v.d. Berg - Kampen - Broederweg 6
[pagina 147]
INHOUDSOPGAVE
Blz. | ||
---|---|---|
PROLEGOMENA | ||
Inleiding | 3 | |
Is er een gangbare mening inzake de pluriformiteit? | 3 | |
BEANTWOORDING VAN DE ‘HERAUT’-ARTIKELEN | ||
Is het goed elkaar te binden aan buitenlandse confessies? | 11 | |
DE ONDERSCHEIDINGEN DER KERK STRIJDENDE EN TRIUMFERENDE KERK | ||
Weerlegging van ‘De Heraut’ aan de hand van ‘Reformatie’-stellingen | 13 | |
De oorsprong van deze onderscheiding | 20 | |
De kwestie van de engelen en de kerk | 22 | |
Wie zijn eigenlijk lid van de strijdende kerk? | 23 | |
Consequenties van deze onderscheiding | 24 | |
ZICHTBARE EN ONZICHTBARE KERK | ||
Oersprong van deze onderscheiding | 28 | |
Weerlegging van ‘De Heraut’ aan de hand van ‘Reformatie’-stellingen | 30 | |
Verwarring als gevolg van deze onderscheiding | 33 | |
De Gereformeerden (Paraeus, Junius, Amasius) over deze onderscheiding | 35 | |
Rome tegen de invisibilitas der kerk | 39 | |
Bellarminus en de Reformatoren (Luther, Melanchton, Calvijn) | 39 | |
De argumenten van Bellarminus | 43 | |
De strijd omstreeks 1900 | 48 | |
De confessies over de onzichtbare kerk | 58 | |
De dogmatische verklaring van deze onderscheiding: | ||
Wiclef en Huss | 63 | |
Kuyper over deze onderscheiding en het verbond | 64 | |
Kuyper en Appelius | 71 | |
Appelius over verbond, kerk, zelfonderzoek | 76 | |
Eigen mening, inzake het verband aan verbond en kerk | 83 | |
KERK ALS ORGANISME EN KERK ALS INSTITUUT | ||
Algemene oriëntatie | 91 | |
De Wijsbegeerte der Wetsidee (Ds Spier) | 92 | |
Verband en verschil tussen Kuyper en de Wijsbegeerte der Wetsidee | 96 | |
Bezwaren tegen de meningen van Ds Spier | 97 | |
Vergelijking van de termen ‘staat’ en ‘kerk’ | 99 | |
Kuyper over ‘organisch’ en ‘mechanisch’ t.a.v. de staat | 101 | |
Uitwerking van Kuypers ideeën in verband met: | ||
zichtbare en onzichtbare kerk | 104 | |
‘lichaam van Christus’ en ‘lichaam van God’ | 107 | |
kerk en ambt | 108 | |
Koninkrijk der hemelen | 108 | |
Kuypers Schriftbewijs | 110 | |
Nog enkele bezwaren tegen Kuyper | 111 | |
Bavinck, overeenkomst en verschil met Kuyper | 112 | |
Karl Rieker ‘Anstalt’ en ‘Genossenschaft’ | 114 | |
De strijd van Afscheiding en Doleantie: | ||
Ten Hoor contra Kuyper | 114 | |
Kuyper en Ten Hoor over ‘Separatie of Doleantie?’ | 116 | |
Kuyper in ‘Tractaat van de Reformatie der kerken’ | 120 | |
Ten Hoor in ‘Afscheiding en Doleantie i.v.m. het kerkbegrip’ | 123 | |
Doekes in ‘De moeder der gelovigen’ | 124 | |
Bavinck in ‘Het recht der kerken en de vrijheid der wetenschap’ | 125 | |
Berkhoff, Jansen, Bouwman | 126 | |
Bezwaren tegen de onderscheiding ‘kerk als organisme en kerk als instituut’ | ||
a. vanuit Gal. 4:26 | 127 | |
b. vanuit de Roomse theologie (Scheeben, Scholz) | 127 | |
‘Organisme’ en de Natuurfilosofie | 129 | |
Coetus en Congregatie | 130 | |
Onjuiste beschouwingen van Kleyn, Hoedemaker en Van Ruler | 131 | |
De filosofie der Romantiek en de begrippen ‘Organismus’, ‘Körper’ en ‘Morphologie’ | 133 | |
Weerlegging van de beschuldiging Rooms te zijn: | ||
Tegenstelling van ‘Recht’ en ‘Geist’ (Heiler) | 137 | |
Het ‘polis’-begrip (Schmidt) | 138 | |
SLOTOPMERKINGEN | 139 | |
BEANTWOORDING DOOR PROF. SCHILDER VAN ENKELE VRAGEN | 141 | |
AANHANGSEL | ||
Stellingen overgenomen uit ‘De Reformatie’, 15e jaargang no's 34, 35 en 37, over de kerk van Prof. Schilder (nieuwe spelling) | 144 |