Eender en anders
(1992)–K. Schilder, D.H.Th. Vollenhoven– Auteursrechtelijk beschermdCorrespondentie tussen K. Schilder en D.H.Th. Vollenhoven
[pagina 29]
| |
Kerkelijke behandeling van de leergeschillen, 1936-1939Amsterdam-Z., 27-2-37Am.,
Laat me je nu eens hartelijk dank zeggen voor den steun aan de waarheid en de echte V.U. idealen, inzonderheid weer in de laatste Ref. verleendGa naar eindnoot32.. Bij dezen sluit ik in het concept van een artikel bestemd voor de Corr. Bladen der Vereen. voor Calv. Wijsb. Het bevat de saamvatting van wat ik na de publicatie van m'n Calvin. enz.Ga naar eindnoot33. ten aanzien van dit punt vond. 'k Werk natuurlijk nog verder en laat mede daarom publicatie in breeder kring achterwege. Misschien kan het je echter als materiaalverzameling hier en daar van dienst zijn bij de ontknooping van de anhypostatos-puzzle, op welke je de bespreking van coll. H.s 3e brochure wel brengen zalGa naar eindnoot34.. Die brochure las 'k - wegens tijdgebrek - nog niet. Voorzoover 'k van anderen hoorde staat ze op standpunt I - evenals ook collega K. -. Helaas echter op een wijze, die practisch neerkomt op de verdediging van hen die II A en B leeren. Beschouw de toezending als een poging je zoeken te besparen, dat, gelijk de ondervinding me leert, vooral hier veel tijd vergt.
m.hart.gr. t.t.
| |
Kampen, 16 Sept. 1938Hooggeleerde Heer,
Namens Prof. Schilder bericht ik U, dat Prof. Schilder, indien geen tegenbericht komt, voornemens is, U op Maandagmorgen a.s. een bezoek te brengen.
Met de meeste hoogachting,
| |
[pagina 30]
| |
Kampen, 21 Oct. 1938Aan de H.H. Ds S.G. de Graaf, A. Janse, Ds C. Veenhof en Prof. Dr. D.H.Th. Vollenhoven.
M.H.,
Namens Prof. Schilder bericht ik U het volgende: Vanmiddag las Prof. Schilder in ‘Credo’, dat prof. Hepp, blijkbaar in terugslag op het thema ‘München’ (zie ‘De Reformatie’ van de vorige week)Ga naar eindnoot36. verklaard heeft, dat samensprekingen gewenst waren, mits bedacht werd: ‘Eén is uw Meester, en gij zijt allen broeders’. Dit geeft Prof. Schilder aanleiding, de gedachte te overwegen of het ook aanbeveling verdient, Prof. Hepp publiek uit te nodigen tot een onderhoud met de H.H. Ds De GraafGa naar eindnoot37., A. JanseGa naar eindnoot38., Prof. Schilder, Ds Veenhof, en Prof. Vollenhoven; zulks in verband met het feit, dat Prof. Hepp een aanbod, van de zijde van Prof. Schilder om te komen tot een samenspreking, waarbij dan aan het slot enkele punten zullen worden vastgelegd, niet heeft aanvaard. Een gesprek lijkt Prof. Schilder met het oog op het werk van de commissie niet ongewenst. Bovendien wordt Prof. Hepp op die manier gedwongen, min of meer concreet te maken wat hij hier schrijft; en bovendien zijn al de hierboven genoemde personen beschuldigd van afwijking van de belijdenis. Hedenavond heeft Prof. Schilder reeds Prof. Vollenhoven opgebeld, maar die was niet thuis. Morgen zal opnieuw getracht worden, met hem telefonisch in contact te komen. Maar om tijdverlies te voorkomen laat Prof. Schilder reeds thans aan U allen bericht zenden, met het verzoek a) dit schrijven als vertrouwelijk te beschouwen; b) hem even te berichten, of U iets voor de door hem geopperde gedachte voelt. Wanneer U allen daarmee accoord gaat, kunt U samen een stukje, dat Prof. Schilder dan wel wil ontwerpen, ondertekenen. Dit ontwerp zal U dadelijk worden toegezonden; dan kan het de volgende week in ‘De Reformatie’ worden opgenomen. Wanneer ieder van U even antwoord wil zenden, kan Prof. Schilder Maandagmorgen a.s. in het bezit van dit antwoord zijn en zal hij U dadelijk een concept toezenden. De voornaamste bedoeling van dit schrijven is tenslotte niet om Prof. Hepp te dwingen, kleur te bekennen, maar om een weg te | |
[pagina 31]
| |
vinden, waardoor het werk in de commissie van de synodeGa naar eindnoot39. vlot verlopen kan en de vrede kan worden bevorderd.
Met de meeste hoogachting,
| |
Amsterdam-Z., 22-10-1938Am. coll.,
In antwoord op Uw schrijven d.d. 21-10-38, dat 'k hedenmiddag plus minus 2 uur ontving en na bevestiging van de beide telephoongesprekken, inzonderheid na het laatste even het volgende. Een bespreking van de genoemden schijnt me goed. Ook dat ge van te voren dat van al de betrokkenen weet. Wat de modus quo betreft schijnt me echter de beste weg niet een gemeenschappelijke verklaring met alle onderteekeningen, zelfs niet een verklaring van U mede namens al de overigen, maar een verklaring - na ruggespraak met de betichten - van U alleen i.d. e.v. Reformatie, dat U steeds bereid waart, met genoegen ziet, dat ook coll. H. nu bereid is, en hem nu uitnodigt samen met U het initiatief te nemen tot een bespreking met de betichten. Daarmee wordt voorkomen dat men ons contact als een ‘konkelen’ kan interpreteren en tevens, dat coll. H. weer met het thema ‘dictatorische neigingen’ begint.
hart. gr. en sterkte in den
| |
[pagina 32]
| |
Wat Ds de Graaf betreft, deze heeft onbegrijpelijkerwijze het aan hem gerichte schrijven niet ontvangen. Prof. Schilder heeft tot nu toe op zijn antwoord gewacht, en ontving zo even telegrafisch bericht. Daarop is nog een schrijven aan zijn adres verzonden; een afschrift daarvan gaat hierbij. Hierbij ontvangt U het artikel van Prof. Hepp. Morgen hoopt Prof. Schilder zijn antwoord daarop te concipiërenGa naar eindnoot40.. Voordat het wordt verzonden zal hij U even opbellen, om U de tekst er van voor te lezen.
Met de meeste hoogachting,
| |
Afschrift Kampen, 25 Oct. 1938Den Weleerwaarden Heer Ds S.G. de Graaf, Vondelstraat 168 I, Amsterdam-C.
Weleerwaarde Heer,
Namens Prof. Schilder deel ik U het volgende mee: Uw telegram is door Prof. Schilder ontvangen. Van zijn daaraan voorafgaand schrijven zendt hij U hierbij nog een afschrift, daar de brief blijkbaar bij de post is zoek geraakt. Inmiddels hebben Prof. Vollenhoven en Ds Veenhof zich bereid verklaard tot medewerking aan het door Prof. Schilder geopperde plan. Daarbij heeft Prof. Vollenhoven inzake de modus quo een voorslag gedaan, die Prof. Schilder gaarne wil overnemen. Deze voorslag houdt in, dat Prof. Schilder deze week in ‘De Reformatie’ een artikel zal schrijven aan het adres van prof. Hepp, waarin hij hem het voorstel zal doen, gelet op zijn artikel in ‘Credo’, om samen degenen tot een samenspreking uit te nodigen die door Prof. Hepp zijn beschuldigd van afwijking van de belijdenis. Vertrouwelijk deelt Prof. Schilder U hierbij nog mee, dat dhr Janse in geen geval tot samenspreking bereid is. Mocht U in 't algemeen iets voor een dergelijke samenspreking voelen, dan zou Prof. Schilder U willen verzoeken, hem morgen nog een telegram te willen zenden of te telefoneren. Mocht Uw antwoord een afwijzing inhouden, dan zal er geen andere mogelijkheid overblijven dan dat Prof. Vollenhoven en Prof. Schilder alléén hun plan uitvoeren, als leden van de bekende commissie. Wanneer Uw antwoord toestemmend is, dan behoeft eventueel | |
[pagina 33]
| |
het wegblijven van dhr Janse toch geen verhindering te betekenen, waardoor de samenspreking zou moeten worden uitgesteld. De deelname kon dan beperkt worden tot Prof. Vollenhoven (eventueel ook Prof. Dooyeweerd)Ga naar eindnoot41., Uzelf, Ds Veenhof en Prof. Schilder.
Met de meeste hoogachting,
| |
Kampen, 26 Oct. 1938Aan de H.H. Prof. Dr H. Dooyeweerd, Ds S.G. de Graaf, Ds C. Veenhof, Prof. Dr D.H.Th. Vollenhoven.
Mijne Heeren,
Hierbij een ontwerp van een artikeltje, dat ik deze week in ‘De Reformatie’ wilde opnemen. Door een abuis bij de posterijen heeft Ds De Graaf mij nog niet kunnen antwoorden op het oogenblik, waarin ik dit stuk verzend. Het is mogelijk dat zijn antwoord, dat ik vandaag wacht, redactiewijziging noodzakelijk zou maken. Dhr Janse is niet tot samenspreking bereid. Vandaar, dat ik zijn naam wegliet (vertrouwelijke mededeelingen). Ik weet nog niet of Prof. Dooyeweerd bereid is, bij een samenspreking tegenwoordig te zijn. Daarover zal ik, hetzij rechtstreeks hetzij via Prof. Vollenhoven nog heden telefonische inlichtingen inwinnen. Ook in dit opzicht kan dus nog redactiewijziging noodzakelijk blijken. Waar ik heden met Prof. Vollenhoven en eventueel met Ds De Graaf nog contact zal hebben te zoeken, geloof ik dat ik volstaan kan met de vraag aan Ds Veenhof, goed te vinden dat ik zonder tegenbericht zijnerzijds op zijn instemming reken, en aan Prof. Dooyeweerd om goed te keuren dat ik inzake zijn opinie informaties inwin bij Prof. Vollenhoven. Inmiddels verblijf ik,
met besten groet,
| |
[pagina 34]
| |
Hooggeleerde Heer,
Namens Prof. Schilder bericht ik U het volgende: Prof. Schilder heeft aan Dr J. ThijsGa naar eindnoot42. het volgende antwoord gezonden:
Kampen, 31 Oct. 1938
Zeer geachte Secretaris, Zooeven ontving ik Uw kennisgeving van de vergadering der commissie ad art. 212 Acta syn. Amsterdam 1936. Aangezien ik zeer waarschijnlijk aanstaanden vrijdag in staat zal zijn den voorzitter der commissie - overeenkomstig een hem telefonisch gedane belofte - te melden, of ik nog prijs zal stellen op verlenging van den tijd van beraad, die mij gegeven is, maar ik vóór dien dag hoogstwaarschijnlijk daartoe niet in staat zal zijn, moet ik rekenen met de mogelijkheid, dat ik deze vergadering niet zal kunnen bijwonen. Of men ze desondanks toch zal laten doorgaan, laat ik aan wie daarover te beslissen hebben over. Hoogachtend, Uw dw. w.g. K. Schilder
Met de meeste hoogachting,
| |
Afschrift 22 Nov. 1938Amice,
Dank voor je brief van vanmorgen. Over de andere kwestie heb ik nog eens nagedacht, met dit resultaat dat ik bij mijn brief blijf, tenzij inderdaad de situatie verandert. Wil je zelf op één van de manieren die ter sprake gekomen zijn of ook anderszins de situatie helpen veranderen, dan zal ik daar blij mee zijn; en mocht ik iets daarin kunnen doen, dan zal ik altijd elke mogelijkheid die genoemd wordt overwegen. In dat geval wacht ik dus maar op nader bericht.
Met besten groet,
| |
[pagina 35]
| |
Amsterdam-Z. 16-5-1939Am. en coll.
Enkele spoedzaakjes in haast. 1. Hier bracht besluit classis R'dam eenige opluchting. Je nam het wel in Bazuin, niet in Ref. overGa naar eindnoot43.. Zou 't niet goed zijn het in breeder kring bekend te maken door 't ook in de Ref. te zetten? Ook al ga je er niet dadelijk op in, hier schijnt me iets moois in: Syn kan dit niet afwijzen zonder ons een heerleger van formeel bezwaarden in de armen te voeren; en gaat ze er op in dan is de slag practisch gewonnen, indien althans ons rapp. goed is. 2. Over 't laatste nog iets. Aalders vertrok vorige week naar Am., alleen 't Oosten, voorzover ik weet. Of rapp. reeds klaar is bij ‘de vijf’? Van betrouwbare zijde hoorde ik, dat 't ziele-stuk reeds gedrukt is. Nu acht 'k toezending aan kerken wel onmogelijk, maar niet licht zal men dat doen, daar wij 't dan ook allicht in handen krijgen. Maar wel rijst een dubbele vraag: a) Vermoeden groeit, dat men reeds zonder ons vergaderde toen we nog beiden aan de verg. deelnamen. Is daar geen bevestiging van te krijgen. 11 Mrt was 'k nog in Com., vroeg ds. D. nog om com.rapp. over Alg. Gen. van Hepp, en 4 April liep reeds het gerucht, dat alles gereed was, wat klopt met geruchten op Pred. conf. door ds. Schouten Jr verbreid en door Rietb. doorgegeven. Zou bevestiging van dat vermoeden niet kunnen verkregen worden; 't zou belangrijk zijnGa naar eindnoot44.. b) Komt er niet haast met ons rapport. Als 't goed wil worden moeten we met spoed aan den gang. Kom je niet eens Holland in. Je was van plan me reeds vóór 6 Mei te bellen. We moeten op onzen tijd gaan passen.
hart.gr. en sterkte, t.t.
Tegelijk met dezen zend 'k je Meded. IV, 1. Enkele dingen streepte 'k aan. V. | |
|