belofte van God Die ze instelde en ook uit kracht van het geloof aan hem die ze gebruikt. Onder genade wordt verstaat zoowel verleden als tegenwoordige en toekomende. Cum primus vero praesentem. Als men vraagt of het sacrament falsum wordt als een verworpene, die heb geloof simuleert het neemt dan antwoord hij: ‘Neen, want het is een verbondsteecken (signum pactionale) dat de genade aanbiedt en verzegelt op deze wijze (Sic) dat het tegelijkertijd (Simul) geloof en bekeering postuleert (Postulet) dat geldt volgens P. ook van de kinderen. De eenige rechtsgrond (neque enim alioiure) voor hun doop ligt in het feit dat ze voor hun geboorte behooren bij de Kerk, het lichaam van Christus. Ze zijn heilig d.i. geen vreemden, maar erfgenamen van het verbond en worden daarom gedoopt.
Walaeus attendeert erop dat in alle saoramenteel woord tweeërlei te observeeren valt 1 bevel en 2 belofte, aan het bevel toegevoegd. In eigenlijken zin verzegalen de sacramenten niet het bevel maar de belofte. Derhalve als het geloof van het bevel inhoud is wordt het geloof niet verzegeld. Als iemand door ongeloof zich van het bevel losmaakt blijft God in zijn verzegelen waarachtig, want de toegezegde weldaad is alleen aan de geloovigen toegezegd Par. Ursinus kan nog hieruit worden gekend als Calvijn verklaart dat de kinderen der geloovigen als heilige kinderen geboren worden in relatieve zin (secundum quid) en niet simpliciter, tenzij de bestreden Jezuiet een duidelijke plaats in Calvijn een kan aanwijzen weigert Par. rsinus te gelooven dat b.j. Calvijn zou te lezen staan, dat de kinderen als rechtvaardigd zouden geboren worden. Justos {problem} apud celvinum reperief vix crediderim nisi Jesuita ostendat neque enim sanctum et justum esse idem sunt in hac vira.