X. Petrus Martyr.
Het P.A. wil ook hem annexeeren en wijst erop dat volgens hem de kinderen heilig zijn. Maar dat is niet in discussie. De vraag is maar Is heilig hetzelfde als wedergeboren? Als men Martyr zelf leest blijkt dat hij van de heiligheid van 1 Cor 7:14 zegt Quod ad eeclesiam Christi pertineant classis IV, 8, 6. In Londen 1576, Op pg 170 en 171 zegt hij dat de heiligheid van 1 Cor. 7:14 niet afhangt van het vleesch maar van de belofte die in het verbond Gods gegeven is. Op die belofte steunende offreeren we de kinderen aan de kerk om te doopen. quod ad Deum et ad Christum pertineant un promissio.....aliquo externo sigillo confirmetur.
Op pg. 171 wordt uitdrukkelijk gezegd, dat Ezau de kerk niet ophouden kan, omdat hoewel Ezau de belofte niet aanvaardt Izak het wel doet en zoo de kerk blijft bestaan. Semper enim aliqui eorum convertuntur ad Christum et usque ad finem convertuntur. IV, 8, 4, zegt hij ed. London pg 934 Cum capaces sint foederis (sc. infantes) et res promissae ad illos pertineant cur signa illarum ab eis afferemus IV, 8, 6 (pg. 936) Unde hanc ego sanctitatem existimo quod ad ecclesiam Christi pertineant. Hoe behooren de kinderen tot de kerk? Net als de kinderen de Hebreeën. De kinderen kunnen de Geest en de genade van Christus hebben: Possunt enim habere Spiritum et gratiam Christi cum et nostrum et ecclesiam sint partes IV 8 7. Rom. 11 geldt ook van ons. nl. als de wortel heilig is dan ook de takken. Quae licet proferuntur de Hebrael a nobis non aliena sunt. Het P.A. citeert de woorden: Wij sluiten ze niet uit van de gemeente maar nemen ze aan als deelen ervan. Als aannemen in het P.A. zou moeten beteekenen veronderstellen dan is dat een beetje onjuist. Want het Latijn luidt: Non excludimus eos ab ecclesia sed ut eius partes amplectimur. En amplecti beteekent omhelzen. Daarom is het oitaat van het P.A. zoo geraffineerd omdat daaraan vooraf gaan deze woorden: Sed quia nos de arcana Dei providentia et electione minime debemus curiosius inquirere, ideo aanctorum filios sanctos iudicamus quond ipsi per aetatem se non declavererint a Christo alienos. Op deze woorden volgt: Bene sperantes, quod ut sint secundum carnem semen sanctorum, ita etiam sint electionis divinae participes et Spiritum Sanctum et gratiam Christi habeant.
Bene sperare is wat anders dan houden voor. Dit blijkt uit het vervolg van Martyrs betoog. Hij wil niet meegaan met hen, die meenen, dat de kinderen geloof hebben: Scio nonnullis et quidem non contemnendis hominibus visum fuisse infantes habere fidem-.....quorum egi sententiam, ut verum fatear, non adeo facile amplector.
Wat betreft de gedoopte kinderen, die vroeg sterven zegt Martyr, dat we niet curieus hebben te onderzoeken, maar bene de illis sperabimus. Ook in het vervolg komt het bene sperare voor Martyr wil niet uit zijn standount afgeleid hebben, dat hij aan alle kinderen den geloovigen, die zonder sacrament sterven, het heil toezegt. Dat zou lichtzinnig zijn: Men moet de kinderen overlaten aan Gods barmbartigheid, oerwijl er wat de verkiezing betreft, niets vaststaat.
Martyr weet, dat God Zijn genade niet magisch bindt aan het sacramenn en durft daarom wel weer bene sperere de huiusmodei parvulis.