doen er zich hier moeilijkheden voor. Unio hypostatica is de vereniging van de twee naturen, die in Christus zijn, en in de hupostasis verbonden zi Dit houdt in, dat door de incarnatie van den Logos de Persoon van den Zoon is verenigd en verbonden met de menselijke natuur, en wel zo, dat die twee niet meer te scheiden zijn.
De Schrift spreekt ons van Christus als van één hypostase en zegt toch duidelijk, dat er twee naturen zijn, een Goddelijke en een menselijke; of. 1 Tim. 3:16 en Joh. 1:14: de Logos is vlees geworden. De moeilijkheid is hier, dat de Logos, omdat Hij God is, onveranderlijk is. Water kan in wijn veranderen; kan nu God in vlees veranderen? Neen, dat kan niet. God is onveranderlijk, en omdat Hij onveranderlijk is, daarom is ook de Unio hypostatica een mysterie, wijl niet geschied door conversio van God. Hij blijft God, maar neemt bovendien bij de Goddelijke natuur nog de menselijke aan.
We moeten ons dan ook wachten voor een dubbele ketterij: die van Nestorius en die van Eutyches.
Nestorius heeft deze fout begaan, dat hij de naturen van elkaar scheidde.
Vandaar dat Maria bij hem niet was de moeder Gods. De term theotokos is hier in geding: heeft Maria God gebaard? Neen, zegt Nestorius, dan kan niet, want God en mens zijn van elkaar gescheiden. En daardoor maakte hij een gapende afgrond. Want nooit, zegt hij, kan men de naturen ander verbinden dan op zedelijke manier; de eenheid was tenslotte alleen maar schijn hoe vaak er ook in de Bijbel van gesproken wordt. Er was een eenheid in societas en in consensus, maar geen eenheid van de naturen.
Daarnaast staat de leer van Eutyches, die de naturen verward en vermengd heeft. Hij zegt: eigenlijk komt er in zekeren zin een derde natuur na de incarnatie, ontstaan uit de beide voorafgaande. Er ontstaat dus een tussenwezen, een Godmens. Van Godmens hoort men vaak spreken, bv. door Da Costa en door de Ethischen; de Middelaar staat tussen de Goddelijke en de menselijke natuur in, is dus Middelaar door Zijn wezen; Hij heeft met beide verwantschap. Maar het verzoeningselement wordt hierbij verdonkeremaand Men gebruikt in dit verband wel het beeld van koud en warm water; in het tussenstadium is het water lauw. Maar dat gaat hier niet op: God en mens, men kan ze niet vermengen, er kan geen crasis zijn!
Nestorius en Eutyches hebben beide schade aangericht in de Kerk. Zodra men krijgt een Middelaar met een andere natuur dan de onze, kan Hij niet meer voor ons betalen en kan Hij geen Middelaar zijn.
Eutyches meent, dat we een band krijgen aan beide; in werkelijkheid is zo echter de band doorgesneden. De straf kan alleen worden gedragen door de natuur, waarin de zonde is begaan. Een middelaar, als hij creëert, kan even min voor ons betalen als een koe, of alle mogelijke offers. Zo kan Zijn gehoorzaamheid niet de onze zijn. Afgezien nog van de vraag, of men kan spreken van half God en half mens, krijgt de middelaar zo'n natuur bij Eutyches, dat God hem kwijt is, en wij er ook niets aan hebben. Zo eindigt Eutyches met God en mens te scheiden, waar hij ze eerst verbinden wilde. In Chalcedon, 451, is deze dwaalleer afgewezen en is men gekomen tot de vier termen voor de vereniging der naturen:
achooristoos (niet gescheiden) kai adiairetoos (niet uit elkaar genomen) atreptoos (onveranderd) kai asunchutoos (onvermengd).
Er zijn dus twee naturen, maar we kunnen niet zeggen, dat er ook twee personen zijn. Want de Persoon van den Logos nam niet de persoon van een mens aan. De propria personalitas ontbrak aan de menselijke natuur. Men mag dus niet zeggen, dat de menselijke natuur van Christus een eigen persoon was.
Dr. A. Kuyper heeft in dit verband gesproken van een ‘algemeen menselijke natuur’. Maar wat is dat voor een ding? Is dat de grootste gemene deler