Artikel 10
De aeterna Deitate Filii Dei Domini nostri Iesu Christi.
Arius zegt van den Zoon: èn hote ouk èn. Dit houdt in, dat de Zoon een sehepsel is en wel Gods eerste schepsel. Hij is weliswaar met den Vader op onderscheidene manieren verbonden, maar toch niet eenswezens met den Vader.
Hetzelfde vinden we bij de kwestie: homoousios - homoiousios. Is de ousia van den Zoon homos aan de ousia van den Vader, of homcioa ousia patros? Het antwoord luidt: homos. (Cf. Athanasius). De generatie van den Zoon is iets heel anders dan schepping. Arius meent: ktisma estin. Doch de Kerk ontkent dit ten stelligste! Het uitgaan en het uitgezonden worden is een gelijke daad. Wij kunnen Gods Wezen niet omvatten, be-grijpen; dat kan alleen het oneindige, het eeuwige. Finitum con capax infinitum. Het eindige heeft geen capax voor het oneindige. Het is wel in staat om aan te nemen, echter niet om op te nemen.
Arius zegt, dat de Zoon niet aeternus, maar aeviternus is.
Aan de orde komt ook de vraag van de twee naturen van Christus. In verband hiermee heeft men gestreden over de vraag, of men Christus onpersoonlijk mocht noemen. Het woord persoon gaf men weer met de term ter aanduiding van persoon: hupostasis. Toen men dus zei: Christus is anupostatos naar Zijn menselijke natuur, werd dit vertaald door: onpersoonlijk. Wij moeten dit als een misvatting onderkennen. De Syropsis omschrijft anupostatos als propria subsistentia oarens, eigen subsistentie missend, d.w.z.: Toen de natuur van Christus in de wereld kwam, nam God niet een bepaalde persoon aan, maar een natuur. Ook weer fout is de conclusie: Christus had een onpersoonlijke natuur.
In de Synopsis plaatst men naast elkaar: 1. anupostatos en 2. enupostatos. Het eerste betekent: Gods Zoon nam niet iemand aan, maar alleen een natuur. Het tweede wil zeggen: De menselijke natuur werd opgenomen in de hypostase van den Logos. Dus de persoon van Jezus Christus is geconstitueerd (niet gecomponeerd!) uit twee naturen. De term componeren is niet geliefd bij de Gereformeerden, want hij duidt aan: twee delen bij elkaar plakken. Daarvan is hier geen sprake. Componere is mechanisch en quantitatief; constituere is qualitatief.
Persona kan ook betekenen: publiekrechterlijke figuur. Adam was een persona publica, en zo ook Jezus Christus, Die optreedt contra Adam.
Professor Hepp wilde beweren, dat Christus een abstracte algemene menselijke natuur had. Dit is niet minder dan een ketterij!.
Want Christus is een man en geen vrouw; dit klopt dus niet met een algemene natuur. Christus begon jong en werd ouder; dit klopt ook niet met een algemene natuur; Christus had een Oosterse, niet een Westerse natuur; dit klopt evenmin met een algemene natuur!
In de oudheid noemde men een slaaf wel onpersoonlijk. Maar het woord persoon heeft een geweldig groot aantal betekenissen. Deze aloude uitspraak uit de dogmatiek is genoeg voor ons: De Logos nam niet iemand aan, maar een menselijke natuur!
Men ging meer en meer spreken van een half Goddelijke - half menselijke natuur, toen men begreep, dat mesitès iets anders betekent dan mesos; mesos is plaatselijk, mesitès is in de Bijbel altijd verbonden met bemiddeling. Dus de mesitès verzoent God en mens. Maar wie de term mesos op Christus betrekt, die miskent Zijn officium. De ethischen zeggen: Christus is de mesos, de heros, de Uebermensch, de halfgod, de internuntius, de hermèneus, de tolk. Van betaling blijft hier niets over. In die sfeer komt op de theorie dat Christus één natuur had: half mens - half God. Vaak wordt gezegd, dat