§ 60. Op God of op zichzelf ‘concludeeren’?
Maar zou zoo'n haastige conclusienemer niet even willen oppassen voor zijn haastige conclusie? We zeiden zooeven: hij heeft meteen op GOD geconcludeerd. Ik zou zeggen: het kan ook anders. Ge kunt ook op UZELF concludeeren. Ge kunt ook zóó redeneeren:
God houdt wat Hij beloofd heeft. God houdt óók wat Hij gedreigd heeft. Want Hij is waarachtig. Aan sommige gedoopten wordt niet de belofte vervuld, maar wel de bedreiging. Aan andere wordt de bedreiging vervuld, niet de belofte NU CONCLUDEER IK OP MEZELF: heb ik soms te gauw geconcludeerd omtrent God, dat Hij n.l. den een (zonder dat de man het hooren kon) iets ‘beloofd’ (?) heeft, maar datgene wat de man WEL degelijk hooren kon (wijl zijn naam erbij genoemd was) niet gehouden heeft, voorzoover het nl. belovend klonk? Zou ik niet hebben moeten concludeeren, dat in ALLE verbonden twee deelen begrepen zijn, en dat dus God aan denzelfden persoon zoowèl beloofd als gedreigd heeft? Maar dan zoo, dat de genade Gods, die bediend werd, niet als iets vreemds, doch als hetgeen aan de kerk