§ 28. Belofte of pollicitatie: Stipulatie-kwestie.
Let maar op.
Als er staat: u komt de belofte toe en uw kinderen, dan kan men - zegt Beza - zich wel uit de moeilijkheid redden door 'n heel geleerde onderscheiding te maken tusschen promissie en pollicitatie, en dan beweren: promissie is een belofte, waarbij wederkeerige stipulatie geschiedt (de een verplicht zich jegens den ander, de ander echter óók jegens den één), terwijl dan pollicitatie zou wezen: datgene wat ge geheel uit eigen beweging (zonder meteen den ander te binden) hem toezegt, - maar het is beter, die scherpe onderscheidingen hier te laten rusten: het gaat immers hier over het om niet beloofde goed (niet promissio, maar promissum, niet de belofte-dáád, maar het beloofde). Ik vraag niet, of Beza gelijk heeft. - Ik vraag alleen maar dit: als de supralapsariër Beza het woord belofte in deze (ik zou haast zeggen: bij The Standard Bearer geliefde) beteekenis opvat, wel, zijn dan die menschen, die de deputaten der Prot. Ref. Kerken ontmoet hebben in hun zendingsarbeid, en die zeggen: de belofte ‘geldt’ allen, u en uwen kinderen, ipso facto niet meer in goeden zin te verstaan? Net als vriend Beza? (Beza, N.T., 1565, in Act. ii,39).