zou wel een bewijs van vrijwillige armoede zijn, indien men, om op dit punt klaarheid te krijgen, ging neuzen in woordenboeken van dezen of genen ‘litterator’. Men kan beter zoeken in theologische werken uit den schat der vaderen, die de belijdenis hebben opgesteld; daar zal men onophoudelijk sprake vinden van ‘voorwaarden’. De vraag is maar: hoe men dat woord opvat. ‘Voorwaarde’ (‘conditio’) kán beteekenen: regeling, toestand, ordening, inrichting. Het kan ook ettelijke andere beteekenissen hebben.
We zullen hier niet repeteeren, wat we al ettelijke malen hebben geschreven, in brochure, artikel, boek. Wie wil, kan in onze geschriften onze meening, bij ons weten door niemand weerlegd, genoegzaam vinden. Voor wat die amerikaansche resolutie-in-concept betreft, zij het onderstaande genoeg:
A. | Bedoelt U met ‘voorwaarde’: iets, dat God binden zou? Dan zeggen wij onvoorwaardelijk: ‘onvoorwaardelijk zij de leus!’ |
B. | Bedoelt U met voorwaarde: iets, waarop God wachten moet, eer Hij verder kan gaan? Dan zeggen we onvoorwaardelijk: ‘onvoorwaardelijk zij de leus!’ |
C. | Bedoelt U met voorwaarde: iets, dat wij vervullen moeten, om er mee te verdienen? Dan zeggen we onvoorwaardelijk: ‘onvoorwaardelijk zij de leus!’ |
D. | Bedoelt U met voorwaarde: iets, dat God aan iets anders vastgekoppeld heeft, om ons duidelijk te maken, dat het ééne niet komen kan zonder het ándere, en dat wij van het ééne niet zeker kunnen zijn, tenzij meteen van het andere wij verzekerd zijn geworden? Dan zeggen we onvoorwaardelijk: ‘voorwaardelijk zij de leus!’ |