Want aan wat onwaar is, mag niemand zich binden, zich, of een ander.
De tweede grond kan zijn : die verklaring is onduidelijk, verwarrend, de woordkeus is onhelder.
Want ook aan zúlk een sententie kan niemand zichzelf of een ander binden, zonder daarin fout te gaan. Wat een kerk bindend oplegt, vooral wanneer het de pretentie voert, van de bestaande formulieren een nadere interpretatie te geven, dat moet duidelijk zijn. Is zulk een verklaring niet duidelijk, dan interpreteert ze niet. ‘Interpreteeren’ beteekent : in andere (en dan duidelijker) woorden, zeggen hetgeen in feite al in het te interpreteeren stuk gezegd is. Zoo'n stuk heeft de bedóeling, misverstand af te snijden. Maar wat niet duidelijk is, en toch zègt verduidelijkend te wezen, maakt de misverstanden maar grooter, en maakt de ongelukken meerder dan ze al verondersteld werden te zijn in betrekking tot het te interpreteeren gedeelte.
***
Nu willen we zoo lang mogelijk banden, die begonnen gelegd te worden, er voor bewaren noodeloos verscheurd te worden.
Derhalve zijn we zeer voorzichtig. En zeggen dus, waar eenigszins mogelijk, d.w.z. waar het ook maar even met goede reden bestaanbaar is, nog niet : dit is verkeerd, maar wèl : dit is voor misverstand vatbaar, en is zeker al om die reden niet te accepteeren als bindende formule, en moet dus om die reden worden afgewezen door iederen waakhond, dien men zou willen verhinderen in vrijheid te ‘bassen’ (beeld van Jesaja), en dien men dus aan den ketting van zulk een uitspraak zou willen vastleggen. Men diént niemand, maar men bewijst wel iedereen een kwaden dienst, zichzelf èn óók den ánder, wanneer men onduidelijke, misverstand opwekkende (of althans toelatende) uitlatingen vastlegt als bindend, gezaghebbend woord, dat in de kerk aanvaard zou moeten worden als uitlegging van Gods Woord. In een uitlegger wordt vereischt, dat hij duidelijk zij. Vooral wanneer hij optreedt als arbiter in leergedingen.
Onder dit gezichtspunt nu kijken we eens, dezen keer, wat meer van naderbij tegen die ééne uitspraak uit het amerikaansche stuk aan, waarin gezegd wordt : ‘Aangezien dit alles de duidelijke leer is van onze belijdenis, verwerpen wij, de leer, dat de belofte des