Bij wien ligt nu de schuld dat onze ‘christelijke’ dagbladen dreigen te verwateren? Bij de nieuwe overheid misschien?
Op deze vraag die wellicht in stilte gesteld wordt, durf ik momenteel zoo beslist mogelijk te zeggen: NEEN, ABSOLUUT NIET! Daar er een zekere persvrijheid is, ligt het louter en alleen aan de directie. Ik geloof dat men de uitdrukking ‘beperkte persvrijheid’ ten eenenmale onjuist verstaat.
‘Beperkt’ wil m.i. zeggen dat men niet gaat schrijven tegen het thans geldende gezag in (dat zich naar aller meening overigens zeer loyaal gedraagt) en dat men geen artikelen in de pers lanceert, waardoor de positie van Duitschland als oorlogvoerende mogendheid in gevaar komt en tenslotte dit, dat men geen onnoodige onrust onder de burgerbevolking zaait.
Dat is alles! Trouwens ieder weldenkend mensch, die het goed met zijn vaderland meent zou het wel uit zijn hoofd laten om in bovengenoemden afkeurenswaardigen zin, de menschen op te ruien.
Ik ben het dan ook volkomen eens met hetgeen Dr Colijn (gelukkig nog één die principieel nuchter de voldongen feiten beziet) schrijft in ‘De Standaard’ van 18 Mei, wanneer hij zegt: ‘Ondergaan wij de bezetting van ons grondgebied met waardige berusting, onthouden wij ons van elken vorm van verzet, óók van wat men lijdelijk verzet pleegt te noemen. Door ARBEID alleen kan een deel der verliezen worden goedgemaakt en de middelen tot leven op soberen voet worden verkregen’.
Het spreken van ‘nieuwe overheid’ lijkt me niet juist: we zijn de Staat der Nederlanden onder Koningin Wilhelmina. En we verzetten ons niet, omdat de daartoe gemachtigde en deswege bevoegde nederlandsche autoriteit beslist heeft, de wapens neer te leggen.
Overigens kan ik niet beoordeelen, inhoeverre de pers zich al of niet vrij voelt in de mededeeling van feiten. Indien een christelijk nieuwsblad zou meenen, de feiten niet te mogen publiceeren (voorzoover ze n.l. voor publicatie in aanmerking