Verzameld werk. Deel 2. Het boek ik. De andere namen. De derde persoon
(1978)–Bert Schierbeek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 56 (46)]
| |
[pagina 57 (47)]
| |
...'t is dat gij en ik allen Adam zijn en het vallen in ons woont en de hoon der goden... zeker het grootlevenzijn zal vergruizeld worden tussen kiezelstenen of witte lakens van een bed... nooit in het bed sterven zingen de vingers! we zouden nooit in lakens sterven we zouden het bed laten sterven we zouden willen dat de lakens van het levende bed stierven we zouden het sterven willen laten om vrouw te leven we zouden het heilig geboren zijn willen weten want de dood loert in de wet van het onderoog! want het onderoog wil de angel geploegd zijn want het angelus van oever en overoog wil gezongen zijn en de stem is een vat en de klank de vaginavagemoris en de amour het amoris van wat de rib van ons zelf, de lende van lende, de lies uit mijn lies en de mond van mijn mond is... dit o goden is de zang van Adam's kinderen, die man willen zijn... en ik weet dat ik Adam ben en dat mijn ribben mij tot God en de Goden hebben gewend om tot het vrouwzijnzingen te komen... ... en we zagen het licht ... we zagen het levende licht uit het lijf van de rib ... we zagen het levende lijf uit mijn mij levende rib ... we zien uit de sneb van het levende rif, ons lijf, het wevende wijf... van af dien dag zijn de stenen gaan spreken en kregen ook de bomen het woord. - Je hebt het koud,? vroeg God Adam knikte en steunde zijn hoofd tegen de hemel. - Je zon is van koper,... een rumba zonder vrouw! - Je bent eenzaam? - De dagen worden oud, vader, want alles is eeuwig... ook het zitten onder bomen! - Het kost je een rib, jongen - Je hoeft niet te lachen... het zingen van vogels alleen is mij te | |
[pagina 58 (48)]
| |
veel..., vergis je niet! Ik wil alles en desnoods geen ribben. - Ik heb je gemaakt terwijl ik voor de spiegel stond, doe je ogen nu dicht... ik zal doen omnipotens omnipotentiae... ik zal er spijt van krijgen, je zult er spijt van krijgen, we zullen er spijt van krijgen we zullen het paradijzenspijt van het gevallen-engel-zijn krijgen... we god, oo god, we zullen alles krijgen en eeuwig! En ik ging liggen en ik lag en ik dacht dat ik het lachen hoorde en mijn rug tegen de hemel zag zingen en een lijster in mijn dijen voelde en de vredesduif zag weg vliegen... die toen al Noah o Noah riep... maar mijn oren waren gestopt met klei en een deken lag in mijn hoofd en niets bewoog tussen de hemel van mijn mond en de grond van mijn voeten... ook het zuchten van god de vader die de dood schiep met het leven en dacht aan zes dagen werk voor één dag vacantie... mijn oren waren niettemin gevuld met het ongelofelijk geruis van kokende aarde... Yea Sar New York in mine ears and no drug to help me... me of all mine's the poor black man the nigger of niggers and rightfingertotip of god allmighty...
who shaped error
who lives in error?
who errorshaped him?
Een antifoon van megalomanie, mijn jongen... tegen de eenzaamheid gaan ribben wandelen om vrouw te worden - 't Is dat je zo'n stukje rib altijd zult missen. - 'tIs dat je altijd zult weten wat eenzaamheid is - 't Is dat je er filosoof van wordt en monomaan en biografologieën moet schrijven, als man... Ik bedoel dat de jacht ook iets is, en de deugd wel zonde zal blijven en de schreeuw een schreeuw uit de zwarte keel van een dolle neger... Oooh Lawd send us rains and more rains en women too... the girl I loved Lawd is hanged by a man who called you from heaven... Is dit de stem van de vader?
oh my lord keep the drug alive
keep the noisy drug alive in the tombstones of cities
keep me my wife alive in the tombstone my heart
| |
[pagina 59 (49)]
| |
keep me my hatred alive in the womb of my live
keep me my drug alive in the womb of my wife...
keep me her womb alive... O Lawd Almighty!
En God sprak: Het is dat mijn handen rechter oren krijgen en dat de linker niet zal weten wat de rechter doet en dat ik zeker nog zonen zal baren die de schreeuw van het hart weten te smoren... ...in den beginne was de genade niet ...in de beginne was er de wind van mijn gril ...in de beginne was de mens tussen stenen een ding en een wil zonder doel... ...in de beginne dacht ik mij zelf het doel en maakte ik stenen te groot voor mijn kracht... ...ik heb haar nu gemaakt, een hinde een tijger, een panter, een adder en een lief beest... laat Adam lachen en dankbaar zijn... Adam en ik werden wakker en Adam lachte toen hij haar zag en dacht en zei: - Ze is mooi en anders dan ik En het meisje was mooi en ik zei: - Je bent nog mooier dan het konijn! - Hou je van konijnen? - Van vlaamse reuzen en egyptische langoren en klokke roeland kan ik zingen. Kun jij ook zingen? - Mijn vader zingt. Hij zegt dat God alles gemaakt heeft, jou en mij en ook de konijnen... -...ja en mijn moeder is dood... - en die van mij zingt, mooier dan mijn vader en ze zegt ook dat ik een lief konijn ben - ja en ook de namen, hij kent alle namen die van jouw en van Jan en Jumbo de stier... Adam lag stom te kijken naar de vrouw uit zijn rib en lachte en riep plotseling in grote schrik: - Heer Vader haar naam! Hoe moet ik haar noemen! God schudde zijn hoofd en zei: ze zullen het nooit weten, ze zullen het geluk niet weten wanneer ze de naam niet weten en de naam | |
[pagina 60 (50)]
| |
niet weten als ze gelukkig zijn en de vrouw lacht nog wel en zijn mond staat open van de schrik van geen namen o heer... moet ik mijzelf god dan schreeuwen Amen o heer? Zes dagen gewerkt en de zee, de aarde, de lucht, alle bomen alle dieren des velds en het veld zelf gemaakt om te bewonen... wat is hetgeen ik gemaakt heb?... en is er dan nooit de rust... hij zal zijn vrouw een naam geven hij zal haar noemen... hij zal haar genoemd hebben en geen geluk kennen... en heb ik daarvoor zes dagen gewerkt om de zevende niet te rusten?.... - Hoe heet je vroeg het meisje. - Adam, zoon van God Een vrouw naderde zacht en sloeg haar armen mohavi begeren naar hem uit - Adam, zoon van God fluisterden uit de lippen pruimen hartstocht en de benen kruisten kuisheid voor zijn ogen die hij niet kende en hij at vele appels alvorens de appel gegeten werd - O God noem mij de naam en zwijg niet...dit wezen o heer... wie? Hello Kiddey let's have a lay. No Johnny not now... an ice and soda Yea! Yea! Yea! o en ze lachte en nam mijn hand en zei: hier is een appel Van deze boom kinderen zult gij de vruchten niet plukken! Ah mon amour, viens vite, vite, vite! Evite amores! Jésus Abélard Belmonte en grande Eugénie Grandet Je veux que tu viens Je veux que tu t'en vais Ik heb je lief, ik heb je hals lief en je ogen lief en je tenen lief en wat er tussen lief en er boven lief en er onder lief en ik heb je lijf lief en wat er boven je hoofd staat en heb de angel mijn hart dit mes lief dat ik lief ben mijn hart jouw hart en... ...zij zullen de ouders verlaten en vervloeken ...zij zullen de liefde kennen die het zwaard is ...zij zullen de liefde kennen die zoet van het bloed is | |
[pagina 61 (51)]
| |
...zij zullen de huid van liefde van hun hoofden scheuren om het huidhuis van liefde te bouwen ...zij zullen mij god de vader van dit alles in het aangezicht van de dood en de straf, de nood en dezonde zien ...Ik God schiep dit deel en tegendeel ...Ik God schiep het een, het geen en het geen-een Ach lieber Heinrich jetz höre ich die Baüme sterben Liebe Liese fromm fliessen meine Kräfte hin...sieben trockne trauben blieben... en God keek in die dagen lachend naar de toevallige wolk zijn werk en zag dat het goed was... but OOOHHH the black Raben Ralb, de vogel der vogelen... ook zijn werk? ook mijn werk?... God ik mijn God weet ik het!? in de lettergreppel van mijn ziel liggen alle woorden te wachten om vlees te worden van je hi oor wa je hi oor, van het Eenoor tot het Aloor! De zwarte vogel Lilith mijn vrouw, my lovely serpent and handsome girl zij loert de haat door de hof... Zal ik zien en zijn de Wreker, of zal ik zien het werk mijn wolk? Niet ieder woord kan waar worden op de wereld en een leugen is ook iets. - Ik heb je vertrouwd fluisterde het meisje... en ik was mooier dan het konijn - Zij was een goede vrouw, zei de man, ze was een beste vrouw en ze heeft me lief, en het is een drama, maar de liefde werkt mij buiten mij zelf mijzelf uit... ik zou wel willen liefste dat je de liefste was, ik zou wel willen dat jij en ik de liefste waren en dood waren als... en het werd stil op de aarde en ik lag stil op de aarde en haar stem zweeg en god weefde zijn eigen spel in het zwarte haar van de vrouwe Lilith... Ik wordt geweefd, zuchtte hij God heeft ons vergeren schreeuwde de man en sneed zich de hals af... - und die Kirche breitet sich chimärisch aus, als wäre ich katholisch!!... Ach meine Lilith was sind diese Seufzer in meinem Herzen... Wee! Wee! Wee! Het heilig Apostolaat verlaat zijn | |
[pagina 62 (52)]
| |
benen en gaat vliegen A-POST-o-LAAT! Ave! Ave Maria gratia plena et ton coeur si douce et tes mains et tes seins si tendres et si monde plus monde que le monde extérieur... Dit is de schreeuw der eeuwen kinderen en versta haar wel, maar sluit de oren want het heilig Oor ligt verborgen... Ook de riolen heb ik gemaakt van pardon monsieur uw riool staat open en het moeras en het moordmes en het mes van zich zelf de hand aan zich zelf slaan het suïcidium concordatum en het concilie van Trente en de zeven tafelen van voor mijn tijd toen de Poekah regeerde en Poeroesjah nog mens was... Ja, ja, kinderen, de heilige geest is moeilijk te vinden, zelfs voor hem die hem dagelijks maakt... we horen het gereutel der geliefden en we horen de kift... want de dag is een dief en de nacht een leugen en dit o vadergenaak-ons... genaak ons!! - Lieve Lilith ontloop mij niet, want vijf en twintig antilopen slaan op mijn bevel zesenzestig verschillende wegen in om tot boom te worden, heilige bomen - Van goed en kwaad, mon amour? Ook deze vrouw is een wolk van mij zelf, ik herken haar, zucht God - Ik heb je ook eens gemaakt net als Eva en geen flauwe grapjes, ik ben tenslotte God! - Je liegt, ik was er al! En weg is zij en wolk, en ik zal haar niet volgen... wie mijn wolk wil zijn zij het en wie niet, die niet... - En dit is de boom, lieve Eva en we mogen niet plukken... één boom maar! En Eva lachte en knikte en dacht: nu zou ik moeten fluisteren onhoorbaar met de stem van mijn blonde haren en mijn blanke huid en mijn ogen moesten hazen worden die zich zelf onder de staart zaten om te rennen en te klimmen en te plukken... dit zou moeten, ik zou mij antiloops moeten voortbewegen... ik zou... - Ben ik niet mooi? - Je bent de mooiste! | |
[pagina 63 (53)]
| |
- and dont forget the tears in my eyes and the ache in my heart are for you... - and the moon o my sun is the moonmood for you... - ah mes jambes, mes caresses, mes seins et tout mon âme à toi mon amour, à toi, à moi, au toit de bonheur... en de stem uit de goot wordt filosofaas denn die wahre revolution des nichtbleibenstehenzuwollens verwandelt sich in einer situation des sozusagen fürewigbewegtseinwollens... alledem natürlich in samt und sammet der groszfilosofie des mehr ingesamtseins... hetgeen niet wegneemt, dames en heren, dat het woord onder ons woont en voortdurend traint in vegetarismen... Luister naar de stem van Lilith die zich naar den hof beweegt; zij zingt: - Eens toen mijn Oog geheel Oor was geworden en ik zelf Oor werd sliep god de vader in mijn oren waar hij een zachte dood legde als was het mijn schoot... Geest op Water en Spiegel in Beeld... Zo is het tot op de huidige dag en de slaap gaat zijn gang. Vanaf de dag dat het goed was ben ik goed geweest in alle vormen van het Al zoals het zich voordeed. Ik was en ben de Ene, Hetzelfde, Morgen en Eergisteren... Het laatste buitenhuis met de laatste tuinen aan de openbare weg en aan de oevers van dood en leven en zet ieder over in mijn ene boot: HET OOR. Niets gaat teloor op deze wereld behalve de kinderen, want zij sprongen voort uit het geruis van mijn bloedvaten: de kinderen en de goden en ik had er geen weet van... Waar heb ik weet van lieve bomen? Hele lieve boom? Van het goed en het kwaad? De luim van de Vader der Dingen? Ken mijn verschrikking en geloof het schijnerbarmen van mijn glimlach niet..., ik Raben Ralf de Zwarte Lilith met de meduse armen die het futurum verbruiken... God de vader zong en ging zingend onder in Het Oor en schiep de zwarten, de blanken, de roden, de gelen en ze waren verboden als de boom die hij plantte in het rif van mijn lijf... Zingend ging hij onder en zijn baard zwiepte leed van lachen in | |
[pagina 64 (54)]
| |
mijn gezicht en sloeg de laatste tanden om mijn navel... De boom was geplant, die het leven zou heten. Sindsdien is het grote zwelgen begonnen en zal voor het kermen geen woord zijn en is ook de zelfvernedering zonder enige betekenis. Want de stem van het Al is gelijk het zwijgen van het Niets. De opstanding zal verstopt staan in de plooien van de geestgordijnen en de laatsten zullen niet opengetrokken worden zolang het zaad de paden verduistert en niet sterft... Dit staat te lezen in mijn blinde ogen! De ghazoeve zang van de Vader mijn Bruidegom, die de Boeken leest! Samenliggende: golf in zee, bed in bedding, komt het voor dat de blinde ogen van mijn vingers de kolom van de rug des Vaders strelen tot een zuil van genade! Maar het gebod zal geheiligd zijn en stom als een gekerkerde vis! En mijn zonen zetten zich voort uit mijn vlees, maar zij hebben allen het andere woord waarnaar zij zoeken opdat het geluk, mergpluis uit mijn beenderen, illusie blijft! Daarom zal er niet het Einde zijn, noch het Doel waarnaar zij streven, mijn blinde ogen zullen hun de weg wijzen... Wie ogen heeft, die... Ach de schaduwen die sterven aan mijn blinde ogen, die het Oor zijn... Ach de eenzaamheid der pandromen wier vezels de ziel omkerken met kurk dat heilig heet... Deze dorst is niet te lessen. Zij is een desert woestijn en plant zich voort door het Oor dat openstaat, open en open, met de klemtanden ziel om de beker die geleegd wil worden... Waan van schijn-heilig-zijn! Mijn naam nu is van af de vroegste tijden: De Grote Hoer en zij hebben mij onsterfelijkheid geschonken tot in de goot, waarin ik dubbel ben... Onontkoombaar sta ik gebrand in het lid en de leden, onsterfelijk, eeuwig, eindeloos... Ik ben het klokken van zieltogende vaten en het zachte praten van gevangenen tegen stomme steile muren ellende... Zij meenden het licht te kennen, afscheiding van mijn duisternis: een bijgeloof! Ik ben het Leven, de Vis en het Water de Slang! | |
[pagina 65 (55)]
| |
Ik hang in de boom van goed en kwaad en praat, praat, praat... mijn vingers mijn oren, mijn tong mijn oog, mijn oren mijn lijf... Pluk dan Heva, hef dan Heva het zaad, het bloed, het goed en het kwaad van de hof... O Adam de appels zijn mooi, zij roepen met duizend stemmen... Heva ziet dat Adam slaapt Adam droomt: zij is mooier dan een konijn... en een konijn eet geen appels... Pluk dan Heva! De stem van de appels: Oh give me the bebob, the boogie-woogie shebob, the HEcocq, the me-moon and make us the moon she-and-me... - Je hebt niet gewacht, je zou wachten en je hebt niet gewacht en oh consummatum est in Rege et Lege Barbarorum... Het mes zie ik hangen en uit de wanden druipt het doodgaan van liefde van het wachten op liefde en de komst van het misverstand... - Ik heb me vergist, fluistert god met dromende vingers om de laatste wolk, ik zal de mens altijd een vreemde god zijn, maar zij zullen mij niettemin liefhebben... Ik heb me in je vergist liefste! Ah ton coeur cruel et ton esprit couteau et ton amour étrange et la plage la si jolie plage de tes mots tendres... Coward! Thou shallst die through my sword! - de liefde kinderen is een eenhoorn en een oerkalf en in het midden - een tijger met scheurtanden... - Heva fluistert Lilith de jaloezien van haar ogen en oren geloken, Heva er zullen van af deze dag graanvelden in je opgericht worden en ook de teelt van ruige hoofden die er uit willen... Je zult Frau Sorge zijn en een groot Mirakel en het Oor hebben van al Adem's kinderen en het Taber-o-mater-genakel zijn... de koers blijft ongewijzigd... Het Universum joumijne draagt tijdloos zorg voor alles en de kennis zal groot zijn... want ik ben Madame Bovary en Eugene Grandet en George Millet et la cadettière énorme et foue... en ook | |
[pagina 66 (56)]
| |
het sanatoriumwijfje met de ogen Frofeine in saecula saeculorum amen o mater mundi... Er uit!! schreeuwde God en wierp de wolk weg. - Adam zal kunst en Picasso worden en de grens van het leven en Heva mooier dan een konijn, een knaagdier dat een naam heeft en alle namen en grenzen verknaagt... Zie mijn schepping: Het geluk is bij de dieren! God schudde bedroefd zijn hoofd en fluisterde in zijn handen de komende Lilith... - Mijn zwarte zei hij... ik o mijn zwarte, mijn verschrikking en het Oor U O Mij... Oor mij! Oor mij! Er zijn vervoegingen opgetreden in dit eerste Oorhoren! Veel zal nu letter blijven zonder woord te worden... Laten wij vergeten en het menevertekel aan de muur hangen: Bezet! Het werk van de Vader moet doorgang vinden. We zijn bezet en bezeten! O Oor mij! O Oor U, O Oor gij en mij... De nachtblinde zal de wereld regeren vanaf de stam der cosmogenese... Waanzin vliedt mij aan en Black Raben Envyralb envy me... Tabula, tabula rasa het zwarte wijf heeft het blonde laten verliezen en mijn werk moet erbarmen zijn... Het Oor is ontvliesd en de maagden zullen bloeden bloed op de blanke voeten ik-weetniet... Dit is het Axioma Primordiale Ortionis Hominis! Tarambuiha! Buhlah! De priesters der Initiatie zien zwijgend de wellust uit van millioenen de schuld deelachtig doen worden... Ze zal lachen, de Raven Zwarte. Ze zal de schuld van haar lever lachen Ze zal het leven van haar schuldig lever laten lachen Ik God zal haar de lever uitrukken en het mes wetten op haar huid het zwarte En ik zal de tocht niet vergeten die de hersenschors van gaten waanzin voorziet! De Zwarte! En Eva de blonde heeft die Blonde Beste geplukt van de dood en het doodzijn. | |
[pagina 67 (57)]
| |
Ik heb de dood van het blad en de appel geschapen en de vlucht zonder einde. Het oog van de mens zal het blad verlaten en het blinde zien in de zang van het werk mijn falen. Dit en O God Ik mijzelf zal het waanzingordijn en de bloedpui zijn van Abram's beproeving En eeuwen mijn werk van zes dagen zal Job op de mesthoop staan om te slaan met de mestvork vol waan naar het oog en het oor en het licht van zijn God, ik zijn God! Ik weet dat de hoer van mijn hand het verband van de zonde zal rukken dat de roede mijn haat en mijn nijd het kleed van de liefde versnijdt dat de liefde mijn werk de liefde mijn mens tot kruis zal slaan O Raben Ralb O Zwarte Lilith die het hoofd van de liefde tot wellust splijt, die de benen, de benen, de benen... ...EINDE VAN GOD'S GEBED TOT GOD!
Mesdames messieurs het eten der heilige oorwormen kan beginnen! Prosit op de wijn van een schoon verleden en eren wij de werken des Heren die uit en te na grenzeloos ondoorgrondlijk zijn, willen we het verstand op gezette tijde vergeten... Les vins! Les vins! Les Rouges! Les Blancs! Venez! Vient! Visitez les jardins 'd honneur terrible ou Eve et moi tenons nostre estat De dood, dames en heren, is ook maar een directie van boven af, een machtig klein bedrijf in telmachines waarvan de tram nog al eens uit de rails loopt. Wij mensen zijn simpel van geest nietwaar en we kunnen er nauwelijks toe gebracht worden tegen het einde eenvoudig weg ons glaswerk uit de huizen te smijten, desnoods en bloc! Dat ligt volkomen buiten de rede... Het is dat een zevental van mijn ondergrondse spotwinden alle richtingen heeft leeggeblazen, zei diepweg een spotvogel over wiens gelaat de schaduw van en merkwaardige dialoog die van boven uit de hemelen viel... Hij leefde hierdoor vijf minuten langer dan de bedoeling was. | |
[pagina 68 (58)]
| |
-...mijn benen, liefste? Des colonnes d'espoir... de verzoeking, nietwaar? - Je zoekt het te ver lieve Lilith, dat was van voor het paradijs. -...grijsgroenen we dus verder met de dood in de ribben als een kribbebijter... - ze dragen goud op de mijters, wist je dat... Ondoorgrondelijk! En ze bidden en zingen alsof er niets gebeurd is... - Non, non, mon amour, de zeven osjes bewegen het been en zeengestel van mijn vrienden Borgia, waarover Tarquitasso dichten moet... - Ze hechten vijltjes vast in de huid van iedere maagd in doodsnood, liefste... onbegrijpelijk! - Ach mon plaisir, de wereld zit vol gaten en jij weet tenslotte niet meer hoe ze er komen... ook al heb je ze zelf gemaakt... Je bent een echte kunstenaar... - Over de straten moet ik tegenwoordig plastic werpen om ze boven de wereld te houden... en Sefanja, je weet wel die Sefanja... - Ja, ja liefste, maar geen ja... la ma gaan ja,... la ma, lama... en eli was weg en het laatste blad viel ook van de boom... zwaartekracht... - Sefanja's sofie hield altijd het midden in dit spektakel, liefste... Spekah, spekah... zei ze met zwarte lippen en plukte kinderen de tong uit de mond... Ach, ach die filosofen, mijn grootste zorg... - Ze willen omhoog vallen liefste... - Wolken, allemaal hopeloze wolken en de rest is dito... - Komt het nou van de giro of de autogiro... wat zei je laatst liefste, ik kán het maar niet onthouden... - Kind, mijn zwarte... we moeten ons hoeden en nogeens hoeden, ze willen ons verkopen... - Het kan zijn dat ze gelijk krijgen, maar dan zonder resultaat wat mij betreft... - Het spreken valt mij moeilijk, lieve Lilith... mijn mond zou willen stilstaan... - Pas si pessimiste... oud gebrekje van wege de prostitutie, lief- | |
[pagina 69 (59)]
| |
ste. Ze zijn volkómen proceen daar beneden... Vólkomen! - Ze zijn zo eigenwijs, liefste... die filosoof daar, die ineenstortte op straat... Hij zette zijn mond open en schreeuwde: Heilig ZIJN, ik vreet uw maan van de straat! - Hij ligt nog te herkauwen liefste... Ik heb het Oorworm op hem afgestuurd. 't Vond hem wel aardig. 't Weet niet of ie hem zal lusten! Het is die man, die zei: Zeven zonen had Abraham!... Abrahââm wel te verstaan... - O zeven? -...de achtste was van Sarah, die met het ivoren dijbeen, waarvoor hij geofferd moest worden, als je niet zo listig was geweest... Hij had mij juist de dag van te voren bezocht... - Jou?!...Je wil me verleiden, liefste! Gek, zonet toen ik nog in je haren lag zei je dat je een dweil over de wereld wou sturen om de buffels eens schoon te vegen! Waar is toch je hart?... En de penitentie, liefste... ach, ach, ik word oud... - Je kent toch wel de zevenklapper? - Ja, ja die uit de biechtstoelen van onze lieve vrouwe... - Welnu, hoevaak heb ik je al gezegd dat een papierengloeilamp misschien wel gevonden zal zijn op dit ogenblik... ze vinden alles..., maar dan niet voor mij. Ik heb een ongelofelijke stand op te houden... -...ik droomde weer, liefste, van die zeven, die je laatst stuurde... - Waren ze niet mooi genoeg? - 'k Word zo agnostisch van binnen, liefste... Zo, eh... van geen viswater deugt.. ze hadden scheepshuiden, liefste... horrible! - 'k Heb ze als walvissen verstuurd, mon amour... - Je had Dahlilah kunnen zijn, zwarte, als ik niet het Simsonweten had en Deborah mij niet nodig had om recht in de wet te staan, juist op dit ogenblik! Er zit beneden een vent te spotten. Dag! ik heb er geen weet meer van, ik ben volkomen agnosofistisch en krijg er het zweet van en weet ik veel van... distogogen in mijn oren... ik ken by the Gran Canyion, klipperdiklap, plastikkiplak, | |
[pagina 70 (60)]
| |
van mijn eigen trap... ik heb er geen weet van, ik krijg er het zweet van... Lily of Laguna zingen ze beneden en Eva zijn ze vergeten and the tears in her eyes... 't was een streek van de Vader... and O Lord have mercy on such as we... dit is de zang... en god vergeet ons niet en de tranen niet en het bloed niet van jou niet voor jou niet en de waanzin niet door jou niet en ons niet o wij, o mij niet... het is niet te begrijpen dat ik ze zou leiden naar grazige weiden en wateren der rust... O vervloekte zwarte... o my dreamwork me... my God, myself... God have mercy on such as we... en ik loop tussen mijn mensen en op mijn wereld en ze kennen me niet, ze zingen me wel en kennen met niet en die 't hardst zingen kan ik niet vertrouwen... Vive l'Absurde! Credo! Credo! Credo! Ze vreten mijn woorden en ze vreten zich zelf met huid en haar en maken reclame! Zijt gij bereid om te sterven... De Grote Dag is gekomen O Lawd have thy mercy upon us!! O God me myself have mercy upon me... Hello! Hello! Gimger Rogers dancing de staar van Bethlehem... give us the tools an we will make the war... Thsjih-Ho... Thsjih-Ha... Dit zijn de schapen die mij zingen en dit de vogel die spot! Kom ouwe jongen, 't is al vijf minuten te lang... aardige jongen... je moet gaan... Enkele reis! Have mercy upon him... Die me liefhebben liegen en die me vervloeken hebben het recht in hun lijf en leden staan... en ik, o, ik ben de vreemde god, die hun vreemd is, de Vreem de... Je hebt Jeanne d'Arc vergeten zeggen ze, en je houdt de oorlog niet tegen en je laat ze maar doen de heren, de hogen, de verstopten in kapokpakken... Malaparte! Malaparte Kaputt!! Wat lezen we? Kaputt! Kaputt! Kaputt! Onze kinderen lachen nog omdat ze niet weten... En ik was | |
[pagina 71 (61)]
| |
een kind en zie mijn ogen na dertig jaren! Word gelijk de kinderen en neem mijn beide handen, n'est ce pas? Maar je woord rijmt op moord en je geboden op doden en begeer niet het goed van de naaste is het naaste wat men begeert. Plikplak, plikkerdeplak de muiltjes van Asse Pee Poesfer. Een oester? Niet om te eten, zucht God, ik mijn ik, niet om te eten van de stank van het mens zijn met geld om het geld, door het geld en de driehoekshosen en de gemakkelijke dracht der borsten, is dat niet de gezondheid, het heiligheidendom dat ik dacht in mijn hoofd ver van nu? Het Leger des Heils staat altijd klaar. Eén kop hete snert! Genade! 5 cent perkop! O God, ik mijn God, genade voor wat het werd en genade voor wat ik wilde ik had en ik zou, ik wou en ik hou, ja ik hou van allen die liggen te stinken in de goten mijn ik, in de riolen mijn goed en mijn kwaad in het te vroeg en te laat, het eeuwig te laat van mij, mijn God mij genade...
en we houden van u
en we zullen het houden met u
en we zullen het allemaal van u houden van u
en we zullen het niet begrijpen het houden quita absurdum van u
maar we willen het vee niet zijn van de groten niet
en het vee niet zijn van de kleinen niet
wij willen Ninevé niet zijn en het Babel niet
wij willen de verwarring niet zijn van het woord niet
en het woord van de verwarring niet zijn niet
en ook niet absurdi absurdum
O Amore con Amore o Heer
en mercy oh mercy, merci!
Dit is de stem der mensen ook, mijn oor! Bijzondere genade voor hen, want ze menen wat ze zeggen en ze weten niet beter van het gelijk en het ongelijk dat als dweilen van vrees om de been- | |
[pagina 72 (62)]
| |
deren hangt... ik God mij mijn God wandel tussen mijn mensen en hoor hen aan in mijn wereld! Agnus Dei Dona Nobis Pacem!
Lam, ik mijn lam van Mijzelf geef mij vrede!
Ben ik men, ben ik ik, ben ik wij en gij?
Ik lig, een abstractie. over de wereld mijzelf!!
Urn Gott herum, was vielleicht, wird alles zur Welt?
Uit mijn oog bloedt de traan van de lach van de eerste dag.
Heb ik zo de sneeuw van de nacht en het licht van de dag gedacht?
Sanctus, sanctus Dominus Deus Sabaoth, ze doen het wel verder zonder mij ik mijn God
God gaat terug naar zijn hemel
maar mijn hemel, mijn Ik mij waarheen?
met de voeten in 't leed van de leken
met het hoofd tot het haar in 't verstand
met de deuk in het hart en het deuken
O IK wáár Mijn ik?
Is het einde mijn MEN?
Mijn JIJ, GIJ o GOD jouw mijn ik?
|
|