Verzameld werk. Deel 2. Het boek ik. De andere namen. De derde persoon
(1978)–Bert Schierbeek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 73 (63)]
| |
[pagina 74 (64)]
| |
...de tijden waarin de eenzaamheid meer in het ik zong dan de eigenheid kon verdragen en er zeven muzen waren die de trompet van het leekzijn stoken in het hart dat méér was, de tijden van de ouders en het huis, het hol waarin het hart wordt gekneld en de stem gesmoord en de keel gekeeld door het geschuifel lekenpraat over het pluche van het niet willen erkennen... die niet herkend werden... ik die niet herkend werd... ik godverdomme die méér was en niet herkend werd... dat was de strijd en het is de eenzaamheid en de wil, het ik-wil-ik-mij-zelf zijn die het leven splijt en de Ander... het dorp en het lam en de kooi van konkel en het oordeel tat svam asi in saecula asinorum... want er was de genade niet en de traan van het verkeerde ogenblik en de bekering niet van het onbegrip en de ziel niet... en in 't geweld van het geld en de plicht en de ijver, de nijver en de naijver... hol van dit huis hol van eenzaamheid van het ik willen zijn hol van de haat en de dood in de hand hol van de brand om de vader, de moeder, de zuster de broeder, de bijl! godverdomme de bijl!! en de zang van god gekerkerd in de muren van kerk en wereld en 't geweld van het hart in de wanden gesmoord, het meubel, de stof en de stofzuiger en de wonden van het kleinzijn en in de wond het worden geboren van god-ik-mijn-god-ik-mijzelf in 't gewelf van het eenzame hol mijn huis... dit waren de luizen die mijn ziel bestookten en dosten met stof, ik in de vlegel werd ik geboren... de vlegel zou ik slaan door het huis en het stom zijn en eeuwig verdoemd zijn van de huisgoden de kleine die altijd het fijne weten om te kunnen blijven... ze wilden blijven en méér riool zijn dan de wijn die zij niet dronken van wege de kosten en het royaler lijken dan het bleek van het bleken der was van het was echte en de wasbenzine, god sta en help ons de wasbenzine werd de was zelf en meer zelf dan wijzelf ons zelf zullen zijn... eeuwig de was en de weck en het wieden der tuinen onszelf | |
[pagina 75 (65)]
| |
van de buurman ons ik dit godverdomme goddam sodoMEmieter...en mieters? waar? wat? mieters? op de mijten de vaalt lagen de meiden te schoven met hooi tussen de benen om de peen en de pijn van het alleen zijn in nachten van meer willenzijn dan je zelf van het zee willen zijn op de heide en lay me down and doo het again... O Jaan Wullem Hemman, mien man en doo het o doo het want de dood in, de dood, de dood... en 't lêwm, 't lêwm... wie wult ja... wie wult ja zo geern... o en de béééste, de koo, mien Moo, o mien Vaa en mien Moo!! here I was the Nigger, the Jew and the Fool De vadermoord, de moedermoord, de zustermoord en de broedermoord de zonde voor god en de zeden, de zoden van 't werk en de heilige kerk... Jao Heeroom hee is dood en gef geen aosum meer... en toen ze hem in de kist legden O Duvel dee oons nich wil vergett'n doo leet e 'nun scheet... O Heeroom, o Heeroom de zegen en 't wâter dattum nog redd'n kan... de wateren des levens stroomden overvloedig onder het leven in de bossen, het hooi, het gras, de graab'n en de brul'fte Wil ie? Nee! Woar dan? Mot ie weet'n! heilig driemaal heilig het gestolen water en de Vaa en de Moo die van niets weten en het weten toch hebben en het land en de koo en de del en 't lös hoes... o moo alle hoezen staot lös... nich smoezen Hanna, deen Moo is ja dood... o joa Vaa... o joa mien Moo is dood.. o, mien Moo mien Vaa... Oons Hanna is gek van de trage tragedie om het leed van het lied van de liefde en van 't leven van heilig willen zijn en meer dan de grond en het hoes en de del en het laand... de traan die geschreid wil zijn en als maar geld wordt genoemd... O Cataractus futurus o leave us and the doom en the gloom van het dorp van het lam en het klooster mijn ziel... de witte wanden brandden duizend beesten uit om de kudden te vermoorden en de leeraar, de school en het leren... de abjectivus absolutus en het presentum abstractum en de trigoniohomometrie van het cijfer de cijfers het cijferen... META LUPES HE MATHESIS, de nattehis en de | |
[pagina 76 (66)]
| |
natte miss... O, ik mijn god groot en alleen, ik kweekte duizend stenen in mijn lijf om het gooien te leren... Ik Julien Sorel waar was Madame Renal?
Oons Betta, oons Hanna en oons Gedda?
Ik übermensch wo war das über-den-menschensein?
Niet lezen, maar werken jongen en fietsen in 't bos van Bookel
Und ausradieren wollen wir die plutojudomarxisten band
O den keerl dee nich werk'n wil, is 'n jörr'
Er leugnete zum driften mahle und weinete bitterlich
The invasion of an egyptian mood came over me
And all the symbols of love were dying under strange strangling hands...
de phonetica van het hammondorgel der pijploos en pijnloos verwekte populaties in het copuleren van smeren van geld en het slijm der theoretische zowel als genetische kussen door het onderbuizen van veel en overvloedig vervenen... trek ze de tanden uit, ze fietsen aan de overkant Frits, we zullen ze zachtjes op de kleine plankjes van hun platte billen nagelen en dan maar zagen... das overbekannte zittern und zagen, wenn es über uns kam... geweldloos, daadloos, draadloos van het staren naar de benen die we zouden hebben willen nemen als we waren... als we waren geweest, als we meer beest waren geweest... o we zijn geweest en we zouden zeven kinderhoofdjes uit onze blote handen kunnen baren... we hadden de daden over onze huid liggen... ze kwamen niet binnen en niet uit... we hadden woorden als grote voeten; EN MARCHE!! EN MARCHE!! Père Ubu contre les bourgeois et les bourgeoises... en het bloed vloeide overvloedig in onze geest en alle vaders hebben we vermoord ook in de zonen en niets stond stil... break that guy... yeah we had the real guts... really the guts... ze fietsen aan de overkant... allemaal vlees jongen, jong vlees aan de overkant... van tachtig... onze hoofden van tachtig negentien negenendertig... o what a siècle... in de kelder van schoenenNES woonde Laotze en Napoleon van de Dinazo die NSB'er werd... de Bierenbraukeller van 't katoen om 't katoen van fatsoen... de schilder Adolf schold tegen de muren en het flink zijn werd gegoten in de broeken | |
[pagina 77 (67)]
| |
van jongens die nauwelijk stijf konden staan... ze hadden geen grote, ze hadden geen kleine... ze gingen naar Gronau voor de Brau... de echte... brautigam brau braun... HO! JO! HO! JI! We willen geen hemd... ieder hemd is te klein! Een NSB'er liegt niet, schreeuwde Napoleon en nagelde zijn hoed de bil zijn gezicht! Een gedicht! Een gedicht!... En het tuig dat de vulkanische tronen bezit en Ter Braak die zweep zwiepte Nietzsche antichristus in de geest van ons zelf... de bezems vegen schoon de bezems waren te schoon... een schone vloer... frisch und froh ein neuer Krieg... Aeonen, protonen, kanonen statt Butter... Heil! Heil! Heil!! We zouden ze vermoorden! Ze hebben ons vermoord en nu begon het moorden... heim ist die Saar... en Sarah? Zij baarde? Rijnland, Sudetenland, Tsjecho Slowakije, Polen, Noorwegen... Nederland... Het moorden! Het MOORDEN! De woorden? Wo? Wa?... Goed studeren jongen en 't examen toch maar halen, de tijd gaat door, o zijden o leden... en de sterren maar dragen Bram want de raad van de joodse raad is een raad van taber o hitler genakel genade met ons de slimmen van zoet zijn en wachten op het slim van onze gedachten en het snel van ons begrip... ze hadden begrip jongen, maar eeuwen geleden... diaspora supernatura in intraliïs noctis lêmoor je hi oor wa je hi oor... de oude Jehova zweeg in de taal van het graf en groef het graflood en schoot de joden dood en was meer Hitler dan Goebbels, Goering en Hitler weerloos... ach im schosze der süszen blonden dirnen haben auch wir das genusz der nüsse gekannt... Was? Schön?!... en we zeiden wijsgerig beslist: die europische nihilismus en we hoopten met de slappen, der vaderen zoontjes en 't verstand van het kleinzijn schlusz... potentieel in de geest fascist met de fakkel der geest... de heilige geest die 't decorum niet vrat en zich verzatte in 't machtloze vloeken tegen het beest, die blonde bestie, de beesten we hebben gefaald allen die niet werden gehaald hebben gefaald allen die gefaald waren en god riepen en werden gehaald | |
[pagina 78 (68)]
| |
en die stonden voor het einde van het licht en die baden o god o mij dan genade want ik kon het niet halen zij hebben het verhaal door de lopen gehaald en mijn hart tot mijn ogen zij hebben het blind van de zon door de buksen gestoken om het verweer zij verweerden zich de angst uit de kelen we stonden alleen in ons hart wij o god, wij die faalden o goden wij stonden alleen in het rek van de rij voor de rotten tegen het hek van verrekken verrekken verrek!! nee we konden het niet halen we stonden tegen de muren krepeer maar we hadden ze de dood willen steken en het kruis uit de haken willen slaan wir, wir verdammt noch mahl wir waren die Herren des Volks die bluthunde waren wir de zoeaven van heilig maal heilig o Jeanne o Jeanne tu'n étais pas si seule dans tes flammes die de roest gerust hebben wordt het hart uitgesneden in hun huid staan gekerf de dood de doden en de gebeden wij hebben het niet vermeden, wij hebben ons niet vermeden, wij hebben ons zelf niet gemeden de maat van het heil de doem van de schijn-o-w-willen-zo-heiligzijn ordnung musz sein und die ruhe für Schweine dit o goden, wij konden het niet halen, wij hadden het willen halen en het woord was groot en de moord nog groter en de dood van het hart harder dan de zerk der zoden... we konden het niet halen ze sloegen ons dood aan de loop van 't geweer en de loop van de rust ze sloegen de dood in de moed en het kruis in de rug ze sloegen hun hart tot een blinde lap ze sloegen de ogen zich uit en het oor werd verloren ze sloegen de luister om de tyrannen ze wilden het niet halen; ze wilden de moed niet halen... | |
[pagina 79 (69)]
| |
ze hebben het goede gewild, ze hebben het panis angelicus van het goede gewild. ze hebben het méér voor het goede gewild ze hebben zich zelf goed gewild ze hadden geen wil ze hebben de dood in 't verstand gestoken Yeah! Yeah! Trumpet to the Morning! Blaze away! Away!! Wat was het hol mijn huis? was het mijn wereld, was het die unschuld des werdens der welt? Die grosze unschuld van het mag en het mag niet en het woorden smoren, van het innerlijk hoor dat de zangen hoorden van uit de reten der burgerdeuren, de vervloekte traan die overvloedig in de ogen der gezichten stond en de vloek die te lang uitbleef uit die zich sterk waanden... O Groszer heiliger Wahn... wir furchtlozen! Unsere Tugenden... ze vlogen tegen de muren op... de onmacht schonk vleugels... o maura lympany... we hadden heilig liebfraumilch van de natuur willen drinken en brute champagne Boizel... Jawel, jongen, jawel, jawel... de tijd gaat zijn gang... O that old gang we had, my friend, that old friend Frits and me... het HOY-FIN-DEL MUNDO! dat zwaar in de harten zong en Ter Braak verslond en Perron over alle perrons van het godvergeten onkruid sleepte en Nietzsche was en de Umwertung aller Werte in der Unschuld des Werdens, en de kippen van de boeren keelden met de wielen van huurauto's de baron achter 't stuur en geen meid op de weg meer veilig in onze monden en de harten saamgeknepen van de angst van het doen van het laten... praten... pratende piraten... de pasterotische verdringing van de godverlaten eenzaamheden der eindeloze bosssen en het verkeer tussen fabrieksmuren en het gillen der meisjeshanden, die de nek zouden willen strijken, die gestreken hadden willen worden, die gestreken hadden moeten zijn van onze weltfrommlustige handen... het oog deed alles, het oor en de neus waren brennen voor de mond... we spogen de stank van alles om ons heen! Onthersen! Onthersen de gore broodlingen die het grootzingen willen smoren... Hou de hand maar op jongen! Je vader verdient en heeft altijd gelijk en de moeders | |
[pagina 80 (70)]
| |
zwoegen de pakken schoon en geen genade en verlossing van het dankbaarzijn... want we geven het eten! we geven de school, we geven het opvoedsel... we geven godverdomme het voedsel... wij! Wij! Wij zijn heilig!... Stik de moord... dit is de haat die gezaaid werd en staten zal ondermijnen en mijnen zal leggen in het rustig gemoed van onschuldigen... tot de oorlog komt, tot de oorlog komt en onze kans komt en geen genade! Ruk ze uit de fanden wel beter me, de kiezen van het kouwen van oude sokken... en te slap zijn voor de stokken van de eenzaamheid die ze zaaiden... verenkelen moesten wel!... Versimpelen zouden we! Maar we hebben ons hart met het lood van de kogels bestreken en zwijnen het hemd uitgetrokken dat nader aan de rok moest zijn, we hebben de vrolijke wetenschap bedreven en het werken verdomd omdat we méér waren en stem hadden en hun huizen, hun meubels, hun stof en hun plé en 't zure weten van wij zijn er gekomen uit hun beslofte ogen van zekerheid rukten... dit o verdomme en al het andere wat had moeten gebeuren... we hebben de haat gezaaid en het zwaard gebracht en de liefde vermoord met hun eigen woord... we hebben het hart in de longen gesmeten en er TB gezaaid die alles zachtjes op zou vreten... geruisloos naar het einde... maar de bommen die bestemd waren vielen toch en god heeft niemand gespaard behalve de rijken en de fabrieken... want het oog is hem uitgeschoten van give us the tools and we will win the war... nich woa Hemman en Hanna en Hennik van Elsdientje van Elsjan en Pellnwullum ieleu hadd'n aiet geliek... bie oons zult ze nich komm'n... nee in Nederland komen ze nooit... gaat nu allen rustig slapen... de regering en onze godverlaten troepen waken wel... we hebben er voor betaald en beton gebouwd van suikerriet... gaat allen slapen in god, dies irae dies illa... 't geet wa, 't geet wa... de vaa en de moo slaopt en Hetta blaft nich meer... Vooruit maar! Kom dan jong, kom hier in 't heuj... Trek het fatsoen de broeken uit... de regering waakt wel! Het zedenbedrijf gaat nog lang niet in staking, niet voor de laagste lonen niet... Ich sehe neue Barbaren kommen allegromento barbarissimo door de gewiede tuinen der burgers, door de tuinen het land van de geest, de ziel en het slapende beest... want | |
[pagina 81 (71)]
| |
breeders en zusters, die in den Here zijn, wij zien de scharen komen de dood op hun rug en de Duivel in hun geile handen... ach ik, wij hadden de handen gele tremesters op onze rug ze bonden de handen hele semesters op onze rug we stonden in onze rug met de semisemesters en de triremiroeden schonden de graat van ons welzijn we hadden de wijn van de dood te drinken de witte wijn van het verloren en het klinken van rechtopstaan in de wallen van vuur o bevuur mij er had het vuur kunnen zijn van de tongen sla-los-mij wij werden geslagen, door de tongen o-wee-ons geslagen om de haat te dragen we hebben het leren dragen o ira o illa in favilla o wij god wij allen wij overtollig stond de kreet niet wit in het god o god wij vergroot ons het woord is niet gehoord en quantus tremor est futurus o de onbegrepen wet van onze onbegrijpelijke handen we are alone o we gods in the lonely world of godswords alone.
O Judicus Judeorom en de zwijmel van wat is het niet heerlijk te toeven in een cultuur die het reeds duizenden jaren heeft uitgehouden, ieder uur in de ochtend en de hete middag van het klassiekaallokaal, teste David et Sybilla... Ab Urbe Condita... die herrliche condittoreien des teuflischen tausend jährischen Reiches der gaspnomeunien der blonden christenhunden in schlafschafsröcke der verwehenden wehkultuur... es lebe die Frieheit und Spinoza ist schon lange gestorben en Gorgias won van Plato ook in de klas... en Judex Judeorum droeg het gezicht van proletariaprolarium en het aquarium filologicum was uitgedroogd tot en met de korte sokratesbroeken waarop hoogstens moderne Xantippen loerden met onzuivere bijbedoelingen uit de politeia platonica non platonica at all... o my dear son of jews, of my beloved jews I may say, I had to hate you Palazzo and your verfluchte Kultureske Pseudo Meditation des Nichtvergastseinkönnens der Hyperwortkulturen van Democratia holy Democratia benzinica pro cultura non mutura in koncen- | |
[pagina 82 (72)]
| |
trationslagern immortalia, immortalia optimissimi de heilige geest en het huichelen, wegliegen van de feiten... Old Jew Palazzo thou arest murdered by haunted hounds... je verdiende een ander lot... maar ook ik heb je op planken gespijkerd en doorgezaagd tot het einde en gelachen om het vertrekken van je heilig-o-heilig wij mijn cultuurgezicht tot de grijns en de grens van de dood... en de dood let op!!! Klassiek Tiberius gestikt in het kussen der naijver, verbrand in het bad op Capri... de dood van Nero die hij zaaide en die hij stierf en Rome Berlino Hitleriano Remo Romulus en 't heilge Rome: QUALIS ARTIFEX PEREO!! Woorden broeder, woorden!! Je kunt ze niet hooren meer uit mijn mond... we zouden kunnen praten ouwe Hebrow!!! Now at the moment... maar jullie hebben geen hemel en geen hel en 't oordeel is voorbij... Ik hoop op je Messias voor jou voor Menasse voor madame de Pinto voor juffrouw de Haas die nog leeft en een man moet... voor allen, jullie verdoemden... jullie donquigodverdoemden... ik heb de hete melancholie zwart van de haat van jullie gedragen ik heb de hele cultuur van woorden zwart van absurdum van jullie gedragen ik heb de dood in het woord gestoken van het waanzijn van zin ik wist niet dat ik nog eens de dood om jullie zou vragen ik had nooit de dood willen vragen aan mij o mij zelf van zinnen ik heb allen willen doden die de dood van jullie vroegen, die de dood joegen ik heb het hele geile heer ventri oboedientia met het lood van mijn hart gedood o fine invention of cruelty, yes there ought to be a society, where we live and love in our own, mais c'est vous mon amour, mon espoir ici bas c'est vous mon seul amour... O Jolanda Judeïca vous mon seul amour in het zwarte hol van mijn hart het scherp in het holst van de smart and nobody cared for us we poor unfortunate lovers like us op het scherp van de snede der haat | |
[pagina 83 (73)]
| |
âbsurdúm regiá jubés renovare amórem de wereld wilde doden het huis van je huid, het lieve huis van je hart ze wilden de dood en een gat in de eeuw onze ogen slaan wij liepen naakt in de liefde met blote hand aan de voet van het vallende bos onze wereld wilde ons de dood wel, ze hadden ons graag de dood gehad maar wij droegen de vogel ons hart in de hand, wij knepen de vogel van liefde wij droegen schaamteloos ons hart door het land Jolanda Judeïca Judorum the fine invention of cruelty the fine invention society je bent een christen en zij een jodin en de duitsers zijn honden maar jij bent een christen en zij een jodin en de duitsers en veel van het volk had een duitser duister hart en de duistere duister angst maar jij bent een christen en zij een jodin onder joden o ik mij mijzelf onder joden een jood onder negers een neger de trap van de angst uit het graf van de haat en jij bent een christen en zij een jodin en wij zijn de christenen en zij zijn de joden en Christus een kwispeldoor? het lijf voor het gouden gebed jullie kruis? wij droegen het hart wit in de hand van de vogel-o-vlieg-dan-van-liefde wij hebben in elkander gewoond en ik in het ruim van haar huid wij hebben elkaar de huid bewoond wij hebben elkander het ruim bewoond zij hebben ons gehoond zij hebben ons de duitsers gehoond de christenen hebben ons de duitsers gehoond want jij bent geen jood en zij een jodin koncentrationslager heil! heil! heil! | |
[pagina 84 (74)]
| |
liquidieren! sozipieren! kraquélieren! Schweil! Keil! Weil! Leil! Heil! ze traden het bos van de liefde plat wij o god wij jodin en ik jood onder joden wij lagen het bos van liefde plat.
ik geloof wel dat er in die tijd gebeden is, dat er door veel mensen in die tijd gebeden is tot God of tot Wie of Wat, want het bidden lag op de lippen bestorven en de kerken werden met de jaren te klein omdat de angst ommuurd wil zijn... ja er is veel gebeden in die dagen en befehl war befehl und ausradieren die städte Englands, und ausradieren die Juden, die Semijuden und die judosemisten... er is veel gebeden om te bewaren er zijn veel bommen gebeden om te bewaren maar de liefde vreet de liefde, de liefde heeft ons de tijd opgevreten de liefde heeft de honger gevreten en gehongerd tegen de tijd en het geloof heeft de dorst geleden van de scherven ons bloed. het leven hing scheef in de schoften het onrecht het recht schafte melk en schifte elkander in het rusten der ziel rust dan mijn ziel uw god is de koning we hebben de dood bijelkander gelegd de grote dood voor elkander gelegd auf der flucht erschossen Europa verflucht auf der flucht erschossen in Lagern das Leben Europas verhungern Konzentration! Konzentration! dit was de dood van Jan Munning en Pape de melkdirecteur dit was de dood in de schoft van het recht van allen die hielpen is dit dan het hart o mijn hart het heil aan de jacht ontkomen het heilig hart heeft de jacht niet kunnen ontkomen wij allen hebben het hart op de jacht gedood wij streden de strijd die nu is ontluisterd wij hadden op de velden de bomen geplant en tot kruisen o | |
[pagina 85 (75)]
| |
kruisen van dood heeft de rust, de zielige roestende rust van beneden niet hoog o beneden dit heden, de nagel geslagen Revolte! Revolte revolverrevolte voor het leven het volle der doden! de horige rust en het rustig gehoorzaam met rust ons met rust ons ze hebben het NIETS gezaaid in het weten der strijd ze hebben aan het geweten het niets gezaaid van het eten o honger het eten we hebben het allemaal wel geweten we hebben de dood alleen geweten we hebben ons alleen met de hoop van de dood geweten revolte! REVOLTE! REVOLTE!!! het is zeker dat er veel is gebeden veel gebeden o bidden is zeker... veilheiligheidsbeden KONZENTRATION!! KONZENTRATION!! CIVIELKULTUURSTRUCTIONEL!! wij bouwen bruggen van staal op de rug van de dood we hebben woorden rationalicum absurdum voor de dood in het leven we hebben penecilline pro pneumonium pectora pectoris en de penis van Wullum o Wullum is Hanna o Venus veneris Tot sind Hitler Goering und Goebbels und viele generäle but stil we have those generals the holygenerals of peace by war WENN WIR UNS EINMAHL VON DIESER WELT VERABSCHIEDEN WERDEN WIR DIE TUR MIT SOLCHER GEWALT HINTER UNS ZUSCHLAGEN DASS EUROPA UND DIE WELT JAHRHUNDERTE ZITTERN UND BEBEN... also sprach Goebbels... de lijken hebben gelijk gekregen... DOODT ALLE LIJKEN! De lijken die het fatsoen in de straten fietsen, comme toujours van de buren, de buurtschap, het buurdom! Ze hebben de bedden fatsoen in het bidden van god gelegd om de droomschalen te breken en het vocht te vangen. Ze bidden in huizen genot tot de eenzAAMHEDEN over het ei OVO... OVOMALA... wij hadden willen liggen in de buik van deze meisjes van de overkant | |
[pagina 86 (76)]
| |
vele dromen cosmacosmotique van de ENE wo! wie! wah! we slepen op onze lippen voort we slepen deze meisjes op onze lippen voort analytiek van het ene het heimelijke hek O-over o over mij het heimhek trekken in de droom van het liggen o buik, o ik, o wij ze hebben ons opengetrokken in de gewanden van ons hart we haalden messen analytiek over het meisjeslijf o het hart jongens, het hart... het hart was hard het godvergeten fatsoen o ons fatsoen o god ons fatsoen was hard met de lantaarns in hun zakken met de nette pakken de lach van het dijknijpen wij knapen die de lach van het lijf wilden rukken de meisjes die ons de lach van het hart zongen om het lijf te plukken wij de meisjes en wij die haydn zongen met benen van mozart en bach in ons hart dansten... maar de lijken regeerden het hele kerkhof holeholy cultura van hol contra natura wij wisten de wereld die de dood wilde wij wilden dat de wereld de dood ging die zij wilde o eenzaamheden van het ik in de droomschalen zee-LAOTSE van het hek van de dame de dood green pastures my Lawd!! we hebben het kerkhof het oog ontstoken en het bos de wang geschoren om tot het naakt te komen van de schokkende wanden AWAKE AWAKE vijver viva vita!! Het is dat de kinderen de ouders moeten vermoorden om te kunnen leven Het is dat de ouders de kinderen vermoorden om te blijven: ... en je niet scheren om groot te worden en het kind blijven, het onmondige, geen meisjes wegbrengen of halen en nóóit naar een kampvuur waar het bloot en het donker vergaan in de nacht... schepen vergaan ook... de storm! De storm! Geen stormen... en | |
[pagina 87 (77)]
| |
werken maar, plicht doen,... als alle mensen eens zo dachten als... haha geen slaaf hé... geen slaaf van deze wereld... als je maar eerst... later, later begrijp je 't wel... de ernst... dit leven is de ernst en het offer... en zie die en zie hem en als je zo als zij... ach als zij zo als zij... waren zij maar zo als zij... maar zij zijn als de buurt het dorp en de buurtschap en... we bedoelen het goed... we willen niet ontzeggen... we zouden zo graag... je toekomst... en wat heilig is, is heilig... en geen slaaf, nóóit slaaf... maar je moet toch,... je omgeving... de mensen,... je leeft toch met mensen... niet in dienst?... maar het land... nee geen oorlog... maar wij willen ook geen oorlog,... maar iedereen... iedereen... iedereen... iedereen is Gek! IEDEREEN! O we got the blues in my heart: The Bibberdy BE Bop van het fris en vrolijk! Al!! Al!! Krieg! Krog! Kroeg!? Mais tout personalement! Het dóórechte personalisme pas humanist Mie MAKKER Moo ook en 't gooien van de lampetkan... Nee nog achter! Iedereen was nog achter! We konden de kranen nog niet opengooien... We gooiden de ogen groot open van het afgunstig nijd zijn... De ogen WIJWETEN op het oog IKweetNIET Het is natUUrlijk! Het IS natuurlijk... tenslotte... het motte... joajoa een motje Het natuurLIJK iederEEN is GEK end too much of that stuff is fallen into the mine... Wist ik?... Ik wist het NEE, NIET en NOOIT! ik wist de bitonale wraak van weet-ik-veel tegen het systeem van de dood dat de dood wil... dat alles de dood maakt... dat de doden en het doden vereert!! Kom! Kom! Iedereen had het verstand en het excuus van de domheid... O ik heb ze de dood wel gewild om niet in de paedasofie te geraken. Ik had graag de wanhoop van mijn tong willen bedwingen en veel zwijgen tussen het vlees willen leggen... Er bewegen zich vele gekken over de trottoirs, maar nog meer liggen er verspreid in de gedompte hoofden van verknotte PBHvrouwen... De oorlog maakte veel slachtoffers en het werk moest toch doorgang vinden. JUIST NUI De duizendpoten zijn een geoxydeerd bestaan gaan leiden tegen het | |
[pagina 88 (78)]
| |
lijden om maar de berg ATOS te worden... een geheel nieuw protoplasma wordt gefabriceerd door allen die geheel of gedeeltelijk buiten werking zijn gesteld. Het FEdeRALisme wint meer en meer veld... Het snikken is enkel nog voor de benen bewaard en de fitformglimlach wordt hooggehouden in kleine verduisterde lachfittinkjes... een traag blaten doortrekt de ziel en mijn blote voetzolen slijten de keien en ik denk wel dat alle goden voor niets geleefd hebben... Inderdaad was de gerechtigheid van destijds een vergissing waarvan de seismographen nog heden doorslaan naar de domheid en het bangzijn. Er zijn nog te veel die te Hoog beginnen... Nee nee niet om láág te eindigen... Ze eindigen alleen maar... De geest moet wel ziek worden als men oor en oog verwaarloost terwille van het stemgeluid. Mijn voetzolen zullen wel blijven slijten de keien, al was het enkel door het trappen tegen de waterkeien verwatering... God is groot werd er in mij gezongen en halleluja voor... Ach zij kennen niet het streng onthouden en niet de maagdschap en niet het lachen van de wervelkolom... Ze hebben alleen geleerd spijkers te slikken met een glimlach... Wij ruigen de kimmen van mijn herinnering en geen woorden te vinden te groot... Ik verstop me vaak in het hooggebergte om het klimmen niet te verleren... maar het dal regeert! Het Gemak dient de mens... Laten we stil zijn... altijd stil zijn om geluid te maken... er rijden tenslotte altijd trams door onze hoofden en bussen van het werkende volk... De openlucht is ons vreemd zeer vreemd geworden... Hoevelen zullen er weten op deze aarde? Zal ik het weten hebben van deze aarde? Om het werk van eeuwen te slopen? Om de kisten te delven en de lijken te verstrooien en de as? Zal ik de phoenix zijn van het vuur over de kudden? Zal ik de herder zijn? Memento! Memento! De ziel explodeert! Ik denk wel dat ik eens de Vestaalse maagd zal worden die ik lees. Bescheidenheid is mij meer dan vreemd in dit hart. Er is te veel in mij gezaaid om ooit de stille onvruchtbaarheid te kunnen omhelzen en niet het vruchteloos lawaai... De buizen Eustachiï verwijden | |
[pagina 89 (79)]
| |
zich tot pleinen stokdoof gemompel... en de Mompsmompel en de Krukmurmel vermaken zich met het afhakken der Oren en het afgewerkt oorsmeer... Zeker de goden zijn gestorven... Wij hebben de goden gestorven maar niet ik niet ik alle sluizen gaan open en het Eeuwig Baren gaat beginnen... het zal onbegrepen blijven tot in het derde geslacht... o God er komt geen geslacht meer na de doodslagers het geslacht is eindeloos als de regen... to much of that stuff is fallen into the mine laa men niet meer over het einde denken om overal af te zijn ik geloof in de stem der wateren zij zullen spreken en het Oor weer reinigen om de Mond te spoelen zij zullen overvloedig vloeien en het vergeten bespoelen Zij zullen de hete naald van de tijd het Oog open zij zullen het koud maken van de gloed steek de dijken door! het Grote Oor! ik de Grote Hoer! ... en er zullen geen namen genoeg zijn om de noemer te noemen van het delen... ... en ik zal de stad zijn en de vloek en het werk om het zweet af te wassen... ... nu ik gewassen heb en benzinaca wasecht ben geworden van het nooit meer wij mij mijn zelf verliezen... HET TUIG REGEERT! HET TUIG REGEERT! De Predikers preken: de ziel is ziek, de moraal is zoek, christus een koek nooit naar de broek... wél in de broek... leve de broek de Grote Broek ... nu ik mij alles gewassen heb ... nu ik mij van alles afgewassen heb ... nu ik het bladderend plafond gewassen heb van de dienstmaagden KULkulcultura | |
[pagina 90 (80)]
| |
... nu ik de dienstmaagd ancilla filotheosofica de cul de sac van de broek getrokken heb ... nu ik iedereen ontslagen heb ... nu ik mijzelf gestagen heb ... nu ik mijzelf de roede gehaald heb ... nu ik... o ik... deze dorst is niet te laven de wraak niet... pausen dansen patasters in mijn ziel en pausonen beuken de pauken van de myriaden ZELF... om te handhaven... HAND en HAVEN tinnenkannen triangels werpen koper mijn lichaam uit. het middenrif is het schip en de zon van het licht wij zullen, ik zal, wij zullen ik de waanzin mij zelf uit de celli riolen van de lach strijken... wij zullen de meisjes strijken... striek heur, mien jonge... ze willen allemoal geern strekk'n word'n ik zal wel de rire de chaussée zijn en het balkende dak van deze wereld, de lachende kaars om de duistere zeden... de pausonen lach om wat regeert van VIVAMPUTATIONEN... ... ach ich wolte gerne das ich der welt werden ... ich möchte gern Weltich o Welt o mich werden... de duizendmier zal zich vermenigvuldigen uit de lusteloze vijvers der steden tot een eindeloze en algehele transfiguratie van branden branden BRAND!! Zou ik mij nu ontslagen, nu brandspuiten willen gaan blussen? DRINK DIT WATER EN HOOR!!... ... ik wil tot u allen ingaan... ik láát u allen ingaan, ik wil u allen vrouw zijn en mij zelf het immenze mes in mijn ziel... ik zal in de dood gaan liggen en leven in verlatenheid bespot door de menigten die kruishongeren... en donker hangen om mijn hart... ik zal Jobsterneer zijn en mist en heerscharen om mij verzamelen... ik weet dat ik de oeverdieren zal zijn die hun kroost vermalen, want het einde is gekomen menen zij... | |
[pagina 91 (81)]
| |
want het goed is van het kwaad losgeslagen en zij bestaan niet meer... want zij vermenigvuldigen zich zonder vreugde, worden alleen nog meer... want de Boze Droom splijt handen geest en werk... IK LIG UITEEN IN U ALLEN, o me misere ik sla mijzelf terneer ik vreet mijzelf dood uit het leven mijzelf om het even! om het EVEN! braken hetgeen gemaakt is en niet verteerd en uit de deemoed der magen trots slaan en goden en IK! de buik is heer en meester bedeesder...! bedeesder!... ONBEVREESDER want waarlijk wij zullen wit worden in het ik: WIJ ... et l'âme monsieur? ... et l'esprit? WIR FURCHTLOSEN! ICH FURCHTLOSER! lux...! lux...! lux... er is geen hulp er is geen hulp voor de schuld er is...: het hoerrhariool in laten wij wit worden ... met het hoerrhapistool in laten wij wit worden er is...:het afvallen en komen van grote stilten beschroomd het wit worden ...: het vreemde lichaam en de duisternis die het licht baadt WIT het licht der ogen GLOEMBARAH LUX LUMBARANTIH... SELA |
|