Waarachtige en Aen-merkens-waardige Historie van Lapland en Finland

[p. 76]

Register, der Voornaamste saken in't tweede Boek begrepen.

A.

Agterpoort der tente hoe die is.	47
De vrouwen mogen daar niet door gaan	47
Almanakken.	38
Amaxobii, wat voor volk.	46
Assche smyten	82

B.

BAlslaan.	114
Bedden nog Bedsteden, sijn by de Lappen niet.	58
Begraaf-plaatsen.	141
Begraven der Beenen des Beers.	80
Beere-jagt.	70, 75
Beer is Koning der dieren.	81
Beeren vlees.	60
Hoese die vangen.	61
Berden om te eten.	67
Bereiding van Spijs en drank.	62
Visch.	63
Bergmenschen.	6
Besoeken der Lappen.	110
Berglappen dryven handel met Noorwegen	25
Bever-vangst.	73
Beurs.	51
Birkarlen sijn de principaalste handelaars.	21
Bogen.	84
Boogschieten.	111
Bonnetten.	52
Borduiren.	102
Breiden van Koussen, &c.	101
Borst-verciersel.	56
Boter.	65
Brandewyn.	66
Brood hebben de Lappen niet.	61
Brood van Visch.	62
Branden daar pyn is.	239
Bruyloft.	122
Bruyloft Kleeden.	122

C.

COmmercie.	8
Confituiren.	64
Cyclopen met een oog.	55

D.

DAk is van Basten van Boomen gemaekt.	63
Declinatie der Laplandse en Finlandse woorden.	35
Dekens.	58
Delicatessen.	79
Deuren der Tenten sijn twee.	46
Divertissementen der Lappen.	110
Doopen der Kinderen.	132
Dronk der Lappen.	65
Droogen der visch.	63
Duivels sijn beschermers der Beesten.	81

E

EDikt van Koninginne Christina.	25
Eekhorens-jagt.	72
Eet-plaats.	67
Eyeren.	60
Erik, is een Goud-smit geweest.	3
Des selfs verspieding.	3 4

F.

FInlandse Taal.

27, 29

G.

GEld is daar weynig bekend.	19
Gefangen op de Jagt.	76
Gordels.	51
Gouverneurschap.	1

H.

HAir-vlegting.	57
Handschoenen.	53
Handwerken.	92
Hasevangt.	73
Hellebaarden.	86
Hembden dragen de Lappen niet.	51, 54
Herminen hoese die vangen.	72
Hooft-hulsel des Bruids.	123
Houte schoenen.	42
Vaten.	68
Visch haken.	107
Houwelijks versoek.	117
Goed.	128
Huis-raad.	97

I.

Iaerfs vangst.	74
Iagt.	69
Geschied alles door mans.	70
Verscheidentheid.	72
Iustitie.	11

[p. 77]

K.

KAart-spelen.	115
Kaas.	59
Kettingtjes van Catoen die sy om het lijf hangen.	56
Kisjes.	43
Figuur.	43
Kitta, wat het is.	48
Kleerkas in de tent.	47
Kleeding is niet eenderlei.	50
Koeken.	61
Koffermaken.	96
Koning Molte.	2
Kolven.	114
Koopmanschappen.	18, 21
Hoe die geschied.	18
Hoe sonder spreken toegaat.	18
Geschied by Wisseling.	19
Waar in die bestaat.	21
Korven maken.	97
Koussen.	17
Kraam-leggen.	132
Kruisen diese om den hals hangen.	81

L.

LAnd-voogt der Lappen.	11
Laplandse taal.	26
Woorden.	27
Lappen woonen in de Boomen.	47
Leersen.	54
Lendepyns genesing.	239
Letters der Lappen.	38
Linxen-vangt.	74
Lof der dooden.	144
Loide, wat het is.	48
Lops-wat.	48
Lijk-maal.	143
Lijm hoe het gemaakt werd.	48

M.

MAaltijd van de mannen.	79
Magnus Ladulaus eerste Koning der Lappen.	3
Manden maken	97
Marteldieren-Jagt.	72
Markten.	24
Melk der Rheen.	63
Messchen.	51
Minne-sang.	120
Moerbesien. hoese die bewaren.	64
Molte Koning.	2
Mosketten.	86
Muddes, wat.	53
Muggen sijn by de Lappen in menigte.	58
Mutsen.	52, 54, 57

N.

NAaldekooker.	52
Naam der Lappen.	2
Nagt-kleeden.	58
Nallae, wat.	49

O.

ONvrugtbaarheid der Lappen.	131
Oorsaak.	131
Oog-qualen.	138
Opperkoussen.	50
Ouderdom der Lappen.	140
Ox, wat het is	48

P.

PEk hoe het gemaakt werd.	64
Plankjes aan de voeten.	72
Posse, wat	48
Presidenten van Lapland.	6, 7, 10
Pulca wat.	94
Pylen.	85
Pynboomen botten en basten hoe die bereid werden.	62
Pynen.	138

R.

REgten der Birkarlen.	8
Remedie van Bevernieren en Angelica.	239
Republijk der Lappen.	1
Rheen hoe veel die dragen konnen.	44
Rheen-vangst	74
Hoese voor de Sleede gespannen werden.	104
Rigt-kamers sijn dry.	12
Ring tegen de Graf-goden.	141
Rouw der Lappen.	145
Ry-schoenen.	90

S.

SAucen	61
Schaatsen.	86
Figuur.	87
Langte.	87
Met leer.	91
Schattingen der Lappen.	10, 11, 13
Schede.	51
Schepen.	93
Scheurbuik.	239
Schieten in de Beeren huid.	80
Schoenen der Lappen.	53, 57, 86
Schuiten.	92
Sleden.	92
Siekten.	138
Snuif-tabak.	67
Solen.	53
Sout hebben de Lappen niet.	61
Spinnen der Vrouwen.	99
Spijs-kamer.	49
Gedaante.	49
Spouwen in 't Aansigt.	78

Speelgoed voor de Kinders.	136
Spelen der Lappen.	111
Springen der Lappen.	111
Statuten van Koning Karel.	14
Steen-angelica hoe die geconfijt werd.	65
Stokken diese de Rhee aan binden	43
Figuur.	43
Superstitien de Lappen.	49, 70, 82, 142
Swedens gesag over de Lappen.	5

[p. 78]

T.

TAal der Lappen.	26
Komt met die der Finnen over een.	26, 28
Tabak.	66
Tand-pyns genesing.	239
Tand-stokers.	239
Tartarische Taal.	30, 31
Tenten der Lappen.	39, 44, 45, 46
Tienden.	15, 16
Timmeren van Sleden.	94
Tin-draad hoe het gemaakt werd.	101
Toespysen.	61
Tooverkonst werd gestraft.	12
Tooveryen om geen visch te vangen.	111
Tractaat tot upsal.	8
Trommels gebruik op de Jagt.	70
Trouwen der Lappen.	124

V.

VErhuising der Lappen hoe die geschied.	43
Visch.	60
Visscherye.	107
Vlees-droogen in de wind.	59
Vlas van Senuwen.	100
Voedsel der Lappen.	59
Voet-bogen.	84, 85
Voetsleden.	96
Vogels.	60
Vogelvangst.	83
Volpi, wat.	55
Vormen om tin te gieten.	98
Vosse-vangst.	73.
Vrouwe-riem.	36
Vrydags Vasten de Lappen.	62
Vryen der Lappen.	116
Vuurslag hebben de Lappen altijd by sig.	52

W.

WEef-tuygen.	97
Wegen nog straten sijn in Lapland.	100
Weveri van Lint.	101
Niet	42
Wieg.	58, 135
Wikkel-raming.	80, 81
Winterdekens.	58
Winterkleeden.	53, 57
Wisseling ontrent de Koopmanschappen.	19
Wolle grove kleeden.	51
Wolven-vangst.	73
Woonplaats der Lappen.	39
Woorden van Pitha.	33
Torna.	33
Worstelen.	114