De rechte practijck en wetenschap om een schip wel te wercken in zee, met alderhande weer.
DE aert van de Practijck van Navigation, welck is na te komen by 't verstant en weetenschap van 't wercken van een Schip in zee. 't Is dan onmogelick voor yemant te beschrijven de rechte regels daer van, of demonstratie by woorden daer van te doen, aen die ghene die onwetende zijn van Marijne, ofte Zee onervarene, dat sy souden eenigh verstant of profijt by het selve bekomen. Al hoe wel waer is, dat de geheele Practijck mach worden begrepen en uytgeleyt, alleen in propere Zee-discoursen, accordeerende tot elcx verscheyden matery, belangende en toebehoorende tot een Schip, compleet toegerust, met het ghebruyck van elcx verscheyden Tou, in 't wercken en setten van de zeylen in zee. Maer ick bid u, wie soude of konde mogelijck apprenhenderen, de reden van sulk een demonstration except een pertinent Stuerman; dewelcke u alsoo weynigh sal dancken van de moeyte om hem te onderwijsen, in die dinge daer hy al sijn leven in opghebracht is, als of ghy aen boort van een Schip ginckt, ende de Schipper wilde wijsen welcke de groote Boelijn was. Maer also alle aert en wetenschap zijn gescheyden, bestaende in twee verscheyden parten, ofte principale punten, namentlijck de Theory ende Practijck. Ende in regart dat het onmogelijck is voor yemandt compleet te wesen, sonder de rechte wetenschap van die beyde: het welcke twee onscheydelijcke compagnions