Geuzenliedboek 1940-1945
(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermdVrijheid.aant.O vrij te zijn, de nieuwe vrijheid eten
Met grage beten, als van gul, goed brood,
De vrijheid drinken, drinken en vergeten
Het schroeien van dien dorst, zoo brandend groot.
Weer wakker worden en, de oogen open,
Zich te bezinnen: ja, het is voorbij!
En 's avonds door verlichte straten loopen,
Niet langer tastend, maar weer fier en vrij.
Niet langer luisteren met gesloten deuren,
Naar sterke troost van 't vechtend Engeland,
En geen geschriften lezen en verscheuren,
Geen Duitsche leugens lezen in verduitschte krant,
Geen kamp meer en geen celstraf voor de sterken,
Voor wie er zeggen durfde, wat hij dacht.
Weer met de Joden samen mogen werken
En niet meer bukken in der schoften macht.
Geen vette Duitschers meer, die pakjes sjouwen,
Geen Gestapo beluisterend elk gesprek,
Geen hakenkruizen meer op groene mouwen,
Noch van de vreemde vlag de vuile plek.
En niet meer bang zijn voor die besmetten,
Die zonder bel en zonder kleppen gaan,
Die 't gif verspreiden van hun Duitsche wetten
Om vreemd idool het eigen volk verra'en.
| |
[pagina 145]
| |
O, vrij te zijn, o vreugde ongemeten,
Van eigen land en eigen volk alleen,
Elkaar in de oogen zien en woordloos weten:
‘Wij droegen 't samen en zoo zijn wij één!’
|
|