Geuzenliedboek 1940-1945
(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermdHet zesde leger.aant.
De gouden morgen lag op 't vredig rustend land,
Uit klaren lentenacht, in zonneschijn geboren.
Voor al wat leeft op aard, voor mensch, voor dier en plant
Begon, in argeloos geluk, de dag te gloren.
Het volk van Nederland zou echter in die pracht,
Dien mooien lentedag, ons door Gods hand gegeven,
Zich niet verblijden, want een ruwe, sterke macht,
Een overweldiger stond het dien dag naar 't leven.
Des vijands horden stroomden over 't arme land.
In ongelijken strijd verbloedden d' oorlogdagen.
‘Het zesde leger’ spuwd' op steden staal en brand,
Totdat ten leste onze dapp'ren weerloos lagen.
Daarna schroeid' in ons bloedend hart een hevig vuur,
't Verlangen heel het groote lijden te vergelden
En straks, als zeker slaan zal 's vijands laatste uur,
Te denken aan ons land en onze doode helden.
Maar zóó werd niet beslist in Godes Hoogsten Raad,
‘Aan Mij de wrake!’ heeft het God'lijk Woord gesproken,
Het zesde leger werd vernield bij Stalingrad, -
Zoo werden onze helden en ons land gewroken.
|
|