Geuzenliedboek 1940-1945
(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 68]
| |
Moderne kinderkruistocht.aant.Zij hadden een stem in den nacht vernomen,
Die scheurde het web van hun kinderdroomen.
Daar gingen ze, weenende, één voor één,
Verloren in nacht, verlaten, alleen;
Zwervende zonder gids, zonder doel,
Verbijsterden in het geweldig gewoel.
In de armen hield een der kinderen op
Een dierbaar stuk speelgoed, een oude pop.
De menschen haastten aan hen voorbij,
De wraak heeft geen tijd voor medelij.
Verjoegen hen, lachend om den Jood,
Die zoo luid lamenteert en misbaart in nood.
Want niemand dien nacht heeft het woord verstaan:
‘Zoo wat gij hun doet, dàt hebt gij Mij gedaan.’
Zij zijn bij de grens op een hoop gaan staan,
En drongen zich dicht tegen elkander aan.
Geen ster scheen omlaag in den donkeren nacht,
Geen maan doorlichtte de droeve wacht.
Soms sliep er een in en riep met een stem
Verstikt door zijn tranen ‘Jeruzalem!’...
Zoo stonden zij daar toen de dag begon
En stonden er nog in de avondzon.
Stil stonden zij daar als een kudde klein vee
Verjaagd uit de kooien, gelaten, gedwee...
Want wie Jood is en Jahwe belijdt,
Moet zwerven op aarde in eeuwigheid.
Elk kind draagt dit leed in zijn wezen mee,
- ‘Domine infantium libera me -’
Het hart van de menschen is koud en boos,
- ‘Pater infantium liberet vos -’
| |
[pagina 69]
| |
Zoo slaaf van de wereld en goddeloos,
- ‘Domine infantium libera nos -’
Dat zij de zonde zich zelfs niet schamen,
- ‘Libera nos a malo. Amen’ -
|
|