Geuzenliedboek 1940-1945
(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermdEen eerelint.aant.De Jodenster. Men grijpt uw kind, men steelt uw zaken,
Men neemt u alles, alles af.
Om paria's van u te maken.
Men brengt u tot den bedelstaf.
Maar van uw borst daar blinkt van verre,
Het Davidsschild, de Jodensterre.
Gij zijt gesmaad, gekrenkt, belogen,
En uw gezin uiteengerukt,
Toch zijn uw schouders niet gebogen,
Uw moede hoofd nog niet gebukt.
Want op uw borst daar prijkt van verre,
Het Davidsschild, de Jodensterre.
Gij gaat door diepe, donkere dalen,
Groot is uw leed en fel uw pijn,
Maar immer zal de opzet falen,
Want God zegt: Eeuwig zult gij zijn!
En uit uw harte licht van verre,
Het Davidsschild, de Jodensterre.
Gods hand zal 't zijn, die straft de beulen,
Zijn toorn komt over ieders hoofd,
Van hen, die met uw vijand heulen,
En alles hebben u ontroofd.
Zie, van uw borsten blinkt van verre,
Het eerelint, de Jodensterre.
|
|