Geuzenliedboek 1940-1945
(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermdJoodsch kind.aant.Zij wacht hem elken avond aan den trein
Het meisje met d'on-arisch zwarte haren,
met oogen, die verstrakken in een staren
of vader gauw de tunnel door zal zijn.
Forensen schuiflen langs de binnendeur
en schieten van de trap in daag'lijksch jachten,
Het donkre kind kan enkel staan en wachten
vlak bij het hokje van den conducteur.
Dan zwaait een mannenarm een verren groet,
Op 't klein gezicht bloeit plotseling herkennen,
Ze moet op slag hard naar haar vader rennen,
Hij bukt zich laag en zoent haar smalle toet.
Nu gaan ze samen door den laten dag,
De man gebogen en van zorg gebeten,
Het ratelstemmetje wil erg graag weten
waarom ze nog niet naar het zwembad mag......
O Heer, ik heb vandaag één bede maar:
Elk Joodsch gezin wordt haast vaneengereten,
Laat de Gestapo deze twee vergeten,
Laat die in Jezus' naam toch bij elkaar.
|
|