Geuzenliedboek 1940-1945
(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 54]
| |
Het schot.aant.Over het naamloos duister in de kruinen
Verwaait de echo van een enkel schot.
Geblinddoekt, in den schoot der winterduinen,
Moet er weer een op het vervloekt schavot.
Gevallen is een dier ontelbaar velen
Wier laatste snik voor God een wilde schreeuw
Verzweeg in plotseling verstijfde kelen.
Een wit gelaat zinkt peinzend in de sneeuw......
En ik, die aan het raam der kleine kamer
In de gebroken stilte stiller sta,
Voel klaar hoe, koel maar steeds onherbergzamer,
Dit hart zich sluit voor mildheid en genâ.
|
|