Inleiding
Een volk dat voor tirannen zwicht
zal meer dan lijf en goed verliezen -
Hendrik Mattheus van Randwijk (1909-1966)
‘Het onbeholpen vers door een ongeletterde binnen de gevangenismuren (of daarbuiten - red.) geschreven; het sonnet van den hoogleeraar die in het gevloekte Buchenwald - maar hoeveel heerlijk Nederlandsch gemeenschapsleven werd daar gegrondvest - voor het eerst bemerkte dat hij dichter was; het lied van de haat en het lied van het onbuigbare vertrouwen; kortom het nieuwe geuzenlied doet ons het Nederlandsche volk kennen zoals het was en is in dezen na den tachtigjarigen oorlog zwaarsten tijd van zijn bestaan. Daarom is de uitgave van Geuzenliedboeken een daad van zoo groote betekenis voor het heden, omdat duizenden daarin hun eigen gevoelens weerspiegeld vinden voor de toekomst, als onmisbare bijdrage tot de kennis van de volkspsychologie van dezen, onzen tijd’.
Zo staat het in het Voorwoord tot het ‘Geuzenliedboek, derde vervolg’, dat in het oosten van het land op de pers lag, toen dit deel van Nederland bevrijd werd en dat dus niet meer illegaal verspreid behoefde te worden zoals de beide voorafgaande delen.
Nu, dertig jaar later, denken wij wel iets genuanceerder; de ‘ontmythologisering’ heeft - terecht - geen halt gehouden bij de houding van het Nederlandse volk. Wij weten nu dat velen zich tamelijk afzijdig hebben gehouden ondanks hun afkeer van de bezetters, omdat die hun rustige bestaan verstoorden. Maar evenzeer weten wij dat er Nederlanders zijn geweest, die al sinds 1933 het gevaar van het nazisme onderkenden en die zich daartegen van meet af aan te weer hebben gesteld.
Naarmate de wreedheden van het nazisme toenamen, groeide ook het inzicht in de absolute verwerpelijkheid van deze ideologie (prof. Nagel, de schrijver J.B. Charles, betwijfelde in april 1975 of het nazisme wel de kwalificatie ‘ideologie’ waard was). Dit inzicht leidde tot verzet en een van de vormen waarin het zich uitte, was het verzetsgedicht.
Tijdens de bezetting hebben deze geuzenliederen zeer velen een moreel en geestelijk steuntje gegeven. Zij weerspiegelen inderdaad de gevoelens, die ons toen bezielden. Dit is de reden waarom wij ‘ja’ hebben gezegd, toen wij de vraag kregen een herdruk van het Geuzenliedboek 1940-1945 te maken.
Helaas kon dit niet meer het oorspronkelijke team zijn. De drukker (de man die het grootste risico liep!) Allard Honing werd bij een overval op zijn drukkerij gearresteerd, want daar lag - bij hem natuurlijk! - illegaal