Geuzenliedboek 1940-1945
(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 17]
| |
31 Augustus 1940.aant.Uw volk verdrukt, vernederd en verslagen;
- De oorzaak is bekend, maar zij hier niet gezegd!-
Verdroeg die smaad reeds 109 dagen,
Het door den Souverein der souvereinen opgelegd.
't Verdroeg dien smaad, deels blind van hate,
Deels met geduld, waar 't wist van Wien het kwam;
Maar hoe 't ook droeg, nog zijn daar uw soldaten,
De vuist gespannen en het hart in vlam.
En niet alleen zij, die uw veldgrijs dragen,
Maar heel uw volk - op zijn verraders na -
Wacht op uw woord, om weer het bloed te wagen,
Opdat het grommende den aanrander versla.
Het is vandaag de dag, dien wij in andre jaren,
Vierden met vlagvertoon en vaderlandsch gezang,
Met veel oranjebitter en Schiedamsche oude klare
En met het volksche lied ‘Wij zijn niet bang’.
Men heeft ons dit betoon van trouw en vreugd verboden,
- Gij weet het immers zelf - op straffe van geweld.
Weerloos ontwapenden durft men lafhartig dooden,
Weerloos ontwapenden heeft men ‘de wet’ gesteld.
Maar, wát de vijand doet, hij kan ons hart niet treffen,
Wij dragen toch uw kleur, niet op maar in de borst;
En wij - gij hoort het immers toch - wij heffen
Het strijdlied aan van d'eerste Oranjevorst.
Wilhelmus van Nassau! Het schalt in alle steden
En alle dorpen en het plant zich voort,
O, Koningin, ons strijdlied van 't verleden,
Het wordt vandaag en morgen toch gehoord.
En als gij na uw ballingschap weer voet aan wal zult planten
Op den bevrijden vaderlandschen grond,
Haalt men u juichend in, van alle, alle kanten,
En draagt u zingend op de schouders rond.
Uw woning is bewaard en uw soldaten waken,
De angst kruipt reeds den vijand worgend naar de keel.
Gij komt! Uw standaard zal weer wapp'ren van de daken.
Gij komt! Roep ons te wapen en beveel.
|
|