Het dagboek van Schermerhorn
(1970)–W. Schermerhorn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 864]
| |||||
[Bijlagen]Bijlage IWet van 2 September 1946, houdende instelling van een Commissie-Generaal voor Nederlandsch Indië.Ga naar voetnoot1..
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is gebleken eene Commissie-Generaal in te stellen welke, tijdelijk belast met de uitoefening van bevoegdheden van het Opperbestuur, de voorbereiding zal hebben te bevorden van een nieuwe rechtsorde voor Nederlandsch-Indië;
Zoo is het dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: | |||||
Artikel 1.
| |||||
Artikel 2.
| |||||
Artikel 3.
| |||||
[pagina *61]
| |||||
Vertrek van Dr. H.J. van Mook van Schiphol op 21 september 1947.
Van links naar rechts: Schermerhorn, Fievez, Beel, Van Mook, Neher en Van Poll. | |||||
[pagina 865]
| |||||
(2) Deze betreffen in het bijzonder de opdracht der Commissie-Generaal terzake van: (a) de voorbereiding van een nieuwe staatkundige ordening voor Nederlandsch-Indië en in verband daarmede van de Rijksconferentie; (b) besprekingen met van ouds bestaande en met nieuw gevormde staatkundige organisaties zoomede met vertegenwoordigers van de verschillende volkeren en bevolkingsgroepen, betrekking hebbende op de vestiging van de toekomstige staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk; (c) aanrakingen met vertegenwoordigers van volkenrechtelijke organisaties en bevriende Mogendheden. | |||||
Artikel 4.Alvorens hun ambt te aanvaarden, leggen de benoemde Commissarissen-Generaal in Onze handen, of in die van Onzen Minister van Overzeesche Gebiedsdeelen, daartoe door Ons gemachtigd, den navolgenden eed (verklaring en belofte) af: Ik zweer (beloof) dat ik de Koningin gehoorzaam en getrouw zal zijn; Ik zweer (beloof) getrouwheid aan de Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden en de wetten; Ik zweer (verklaar), dat ik om tot Commissaris-Generaal voor Nederlandsch-Indië benoemd te worden directelijk of indirectelijk, aan geene personen, hetzij in of buiten de Regeering van het Koninkrijk, onder wat naam of voorwendsel ook, eenige giften of gaven beloofd of gegeven heb, noch beloven of geven zal; Ik zweer (beloof) dat ik, om iets in dit Staatsambt te doen of te laten, van niemand hoegenaamd eenige beloften of geschenken aannemen zal, directelijk of indirectelijk; Ik zweer (beloof) dat ik het belang van het Koninkrijk in het algemeen en dat van Nederlandsch-Indië in het bijzonder bij de uitvoering van mijn taak steeds voor oogen zal houden, en dat ik mij in alles zoo zal gedragen zooals een braaf en eerlijk Commissaris-Generaal betaamt; ‘Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig!’ (‘Dat verklaar en beloof ik!’) | |||||
Artikel 5.De Commissie-Generaal vervult hare opdracht in Nederlands-Indië zoomede elders in zooverre zulks in hare instructie wordt bepaald. | |||||
Artikel 6.De Luitenant-Gouverneur-Generaal verstrekt aan de Commissie-Generaal alle terzake van hare taak gevraagde inlichtingen. | |||||
Artikel 7.Waar de Commissie-Generaal bij de vervulling van hare opdracht rechtstreeks in aanraking komt met onderwerpen van algemeen bestuur van Nederlandsch-Indië, heeft zij het recht adviezen ter zake tot den Luitenant-Gouverneur-Generaal te richten. | |||||
[pagina 866]
| |||||
Artikel 8.
| |||||
Artikel 9.De Commissie-Generaal brengt omtrent hare verrichtingen regelmatig verslag uit aan Ons, overeenkomstig Onze instructie. | |||||
Artikel 10.Voor zooveel naast deze wet en de instructie, bedoeld in artikel 3, nadere voorschriften noodig zijn ten einde de uitvoering van de taak der Commissie-Generaal te bevorderen, worden deze door Ons vastgesteld. | |||||
Artikel 11.Deze wet treedt in werking op den dag, volgende op dien van hare afkondiging. Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven ten Paleize het Loo, den aden September 1946.
WILHELMINA.Ga naar voetnoot1. |
|