Verzameld werk. Deel 8
(1978)–Arthur van Schendel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 651]
| |
Aantekening over andere documenten met bijlagenVoordat Arthur van Schendel begon met het schrijven van een roman, besteedde hij doorgaans enkele maanden, vaak meer dan een halfjaar, aan bestudering van het onderwerp. Daarna schreef hij met potlood de eerste versie van de romans, meestal op kleine notitieblokjes. Voor zover ons is gebleken, bracht Van Schendel bij het uitwerken van het definitieve manuscript zeer weinig veranderingen aan in de eerste potloodversie. Ook in de drukproeven komen weinig of geen veranderingen voor. Afgezien van enkele kleine wijzigingen in verhalen die eerst werden gepubliceerd in een tijdschrift en daarna in een bundel, hebben wij geen veranderingen ontdekt in de opeenvolgende drukken van zijn boeken. De enige teksten waarin wezenlijke veranderingen werden aangebracht na de publikatie in tijdschriftvorm zijn De Berg van dromen en de Minnebrieven van een Portugese non; in de verantwoording bij die teksten in deze editie is daarop gewezen. Enkele titels van boeken en verhalen van Arthur van Schendel zijn niet van de auteur zelf; in een paar gevallen blijken de definitieve titels voorafgegaan te zijn door andere. Indien de verhalen in tijdschriftpublikatie en boekvorm verschillende titels dragen, is dat in de verantwoording aangegeven. De verhalenbundels kregen doorgaans de titel van het eerste verhaal. Voor De pleiziervaart was dat ‘De vier muzikanten’ (naar het verhaal dat ook in Nachtgedaanten was opgenomen) en daarna ‘Het schoone oog’. Na Van Schendels dood is de titel De pleiziervaart gekozen. Op het titelblad van het manuscript van Een spel der natuur staat de vroegere titel ‘Een gril’. Voorbijgaande schaduwen was eerder getiteld ‘Wolken’ en daarna ‘Vluchtige schaduwen’. De bundel Mensen en honden heeft blijkens de manuscripten zelfs drie andere titels gehad: ‘De Hondenwereld’, ‘Honden en dichters’ en ‘Honden en mensen’. | |
[pagina 652]
| |
Het in het Nederlands Letterkundig Museum te Den Haag, bij de familie vS of elders bewaard gebleven materiaal bestaat uit: (1) een groot aantal aantekeningen die bij de voorstudie van romanontwerpen werden gemaakt, uittreksels van gelezen boeken, overzichten van historische gebeurtenissen en ook lijsten van namen van personen, planten, edelstenen enzovoort; (2) de eerste blocnoteversies van de romans en verhalen; (3) de manuscripten die Van Schendel aan redacties en aan zijn uitgevers zond; (4) de door de auteur geziene drukproeven en revisieproeven. Tot 1934 gaf Van Schendel zijn werk in handschrift aan zijn uitgevers. Toen hij in 1934 voor zijn zestigste verjaardag een schrijfmachine van enkele vrienden kreeg, heeft hij vanaf die datum de definitieve manuscripten getypt. Van de meeste werken zijn verschillende van de aangeduide documenten bewaard gebleven; vaak zijn zij door de redactiecommissie van deze editie geraadpleegd. Zij worden deels bewaard in het Nederlands Letterkundig Museum te Den Haag, deels zijn zij in het bezit van de familie vS. De bewaard gebleven brieven van Arthur van Schendel kwamen uiteraard niet in aanmerking voor publikatie in het Verzameld werk. Een (onvolledig) overzicht van de bewaarde brieven vindt men in het boek Het werk van Arthur van Schendel. Achtergronden, karakter, ontwikkeling door dr. F.W. van Heerikhuizen (J.M. Meulenhoff, te Amsterdam, 1961). Ook moest een manuscript met jeugdherinneringen achterwege blijven dat Arthur van Schendel schreef voor zijn kinderen, en waarvan hij uitdrukkelijk heeft bepaald dat het niet voor publikatie bestemd was. |
|