Onlangs bood een boekverkoper mij de volledige werken van Hartmann aan en ik achtte het een voorrecht ze voor een daalder in mijn bezit te krijgen. Die boekverkoper vertelde mij: Deze zelfde werken zijn aangeboden aan zeker opperhoofd op het Bismarck-eiland, die er zelfs geen pisang voor wilde geven. U begrijpt, zeide hij, dat de waarde van een boek over het onbewuste wisselt naar plaats en tijd, en bijgevolg ook de bepaling daarvan. Ja, antwoordde ik, dat heb ik wel begrepen.
Wat plaats betreft, waarde neef, ik heb mij soms verwonderd waarom Ruusbroeck in de Nederlanden niet een mate van glorie ontving evenredig aan die welke Dante in zijn vaderland ten deel viel. Verschil van plaats, denk je? Verschil van mensen die de waarde bepalen? En maakt ook de tijd zulke verschillen? Zeker, zoals je zegt, Helmers en Heye waren ook bekwame dichters in hun dagen, evenzo Spandau en De Bull. Gisteren vroeg een dame mij: Wie was Helmers? Wie was Spandau? Toen ik haar hun gedichten te lezen had gegeven en haar oordeel vroeg, haalde zij de schouders op. Toch herinner ik mij dat je oudtante Letitia de ogen ten hemel sloeg bij het horen van die namen.
Maar vertel mij waarom er op dezelfde plaats, in dezelfde tijd verschil in de schatting kan bestaan. Waarom Camera Obscura een lieveling was, Max Havelaar niet. Omdat de gewone sterveling een boek kiest dat behaagt en een boek dat gedachten en onrust wekt, vermijdt? Wie weet. Zo, denk je dat de waarde van ieder boek op den duur openbaar wordt? De ervaring geeft je enigszins gelijk, maar de ervaring is geen wet.
Vroeger stonden hier op de kast drie borstbeelden van grote dichters. Een onvoorzichtige hand brak er twee en ik werd al te oud om ze te vervangen. Het ene staat er nog. Misschien breekt ook dat eens. Daardoor gaat de waarde van zijn werk niet verloren? Maar intussen zal mijn kleinzoon haar niet kennen, evenals ik van vele boeken, die misschien goed zijn, de waarde nooit gezien heb.
Ik heb in mijn tijd meisjes gekend die door al mijn vrienden bewonderd werden en waarschijnlijk lieve moeders geworden zouden zijn, toch was er geen die haar ten huwelijk vroeg. Daarentegen kozen sommigen van mijn vrienden zich echtgenoten, die bij mij wel de vraag wekten hoe men een maand, laat staan