schonken. Herinner u dat hierna slechts één wens vervuld kan worden.
Toen werd de nederige woning een marmeren gebouw met een dak van flonkerend parelmoer en zilver en rondom in de zaal stonden dienaren in gele zijde gekleed, alle schalen dragend boordevol met kostbaarheden. De peri was een kleine gestalte met het hoofd gebogen, onopgemerkt ging zij heen, stil met haar droefheid.
Nu haar gunstelingen, op wier deugd zij haar vertrouwen had gesteld, niet anders dan de dommen een verachtelijke gave het hoogste van hun wensen hadden genoemd, bleef haar slechts de hoop, dat zij in later tijd deze gave voor een betere mocht verwisselen. Gering was echter die hoop en zij twijfelde veel, want van oudsher kende zij de verraderlijke werking van de rijkdom. Dag en nacht dwaalde zij in de tuinen rondom het paleis van Isfar en Amoun, wachtend dat zij haar zouden roepen.
Reeds spoedig ontwaarde zij, dat de aangezichten bleek werden van vermoeienis. Van de vroege morgen werden kooplieden binnengeleid, deze, die pakken met zeldzame stoffen droegen, gene koffertjes vol reukwerken of kleinodiën. Huisraad, dat zij gisteren had zien brengen, zag zij heden weer wegvoeren. In de galerijen speelden muzikanten heel de dag tot zelfs geen dienaar meer stilstond om te luisteren. Het aantal bezoekers werd gedurig groter, zodat er op de uren der maaltijden, wanneer het licht straalde uit alle vensters, paarden en draagstoelen wachtten in een eindeloze rij. Zij zag de cijnsgaarders morgen en middag voor de deur, zij zag de schatmeester van de vorst steeds vaker. Toen zij Isfar ontmoette aan de fontein en hem vroeg of hij gelukkig was, hoorde zij ten antwoord: Gelukkig zijn wij nog niet, wij zullen het pas zijn wanneer de laatste mens gekomen is om van onze rijkdom te halen en wij ongestoord ervan genieten.
De peri wachtte jaren op de tweede wens. Toen beschikte het lot, dat ook over peri's heerst, dat zij uit het land verdween en haar macht verloor. In een ander verhaal kan men lezen hoe zij, moedeloos langs het zeestrand gaande, haar kleed afdeed om te baden; hoe een scheepsman zich van dat kleed en daarmede van de toverkracht meester maakte, zodat hij haar gemakkelijk kon grijpen en wegvoeren tot slavin; voorts hoe zij gedurende de