Aesopus De hond en de kok
Een rijke man nodigde eens vrienden en kennissen aan een gastmaal. Zijn hond vond dat een mooie gelegenheid om een andere hond, een vriend van hem, ook uit te nodigen, dus ging hij naar hem toe en zei: ‘Mijn baas geeft een feest, het wordt een grote smulpartij, kom jij dus vanavond bij me eten.’ Toen de geïnviteerde hond kwam en de toebereidselen in de keuken zag, zei hij bij zichzelf: ‘Gunst, wat bof ik. Ik eet vanavond genoeg voor drie dagen, laat mij maar begaan.’ Onderwijl kwispelde hij zijn staart erg vrolijk om zijn vriend te laten zien hoe hij in zijn schik was, dat die hem gevraagd had. Maar juist kreeg de kok hem in het oog en, nijdig een vreemde hond in de keuken te zien, pakte hij hem bij de achterpoten en smeet hem het venster uit. Hij deed een lelijke val zodat hij mank ging toen hij maakte dat hij wegkwam. Een paar andere honden, die hem tegenkwamen, vroegen: ‘Zo, wat heb je te eten gehad?’ Waarop hij antwoordde: ‘Het was ongelooflijk, de wijn was uitstekend en ik dronk er zo veel van dat ik heus niet meer weet hoe ik uit het huis wegkwam.’
Wacht u voor gunsten geschonken op andermans kosten.