Robert Chambers Spookhonden
Volgens het volksgeloof waren er drie soorten van spookhonden: zwarte honden, eigenlijke duivels in de gedaanten van honden; geesten van slechte mensen die tot straf in honden veranderd waren; boze geesten, die in nabootsing van mensensport of om zielen te jagen de gedaanten van honden hebben aangenomen.
In bijna ieder graafschap van Engeland gelooft men aan een spookhond, die beschreven wordt als zwart, groot, ruigharig, met lange oren en lange staart. Hij behoort niet tot een bekend ras, volgens de een heeft hij iets van een jachthond, een setter, een terriër, volgens de ander van een herdershond, of vaak van een newfoundlander. Hij wordt met verschillende namen genoemd en overal houdt men hem voor een boze geest die verschijnt op plaatsen waar een misdaad is begaan of waar een ramp zal gebeuren. Op het eiland Man wordt hij de Mauthe Doog genoemd. Hij placht in het kasteel van Peel te komen, waar hij in iedere zaal gezien werd, vooral in de zaal van de wacht. Zodra hier de kaarsen aangestoken waren kwam hij onhoorbaar binnen en ging voor het vuur liggen, aan de voeten van de soldaten, die al zo gewoon waren aan zijn verschijning dat zij hem niet meer vreesden. Zij wisten dat hij vals was en zij waagden het niet hem te storen. Maar op een avond zeide een van hen, met een grote vloek, dat hij eens zien wou of het een hond of een duivel was. Hij raakte hem aan, deinsde plotseling af en verloor de spraak. Hij leefde nog drie dagen. Op dit voorval duidt Scott in de Lay of the Last Minstrel:
For he was speechless, ghastly, wan,
Like him, of whom the story ran,
Who spoke the spectre-hound of Man.