vader vertelde van de velden kool op Volewijk en zij waren het die hem aanspoorden er weer heen te gaan om nog een kind te halen, waarbij een ieder enige wensen voegde: de een was voor zwart en lang haar, de ander voor zwart, maar gekruld; de een voor blauwe of grijze, de ander voor bruine ogen. Toen zij niet ophielden erover te dwingen, gaf de vrouw toestemming het nog maar eens te wagen. Sat scheen onverbeterlijk. Ook ditmaal had hij er twee in het mandje, en de vrouw mocht dan wat grimmig kijken, de kleintjes juichten, al waren het dan weer meisjes en beide blond zoals zijzelf. En die twee groeiden even hard en waren even zoet. Ja, zei de vader, zoet zijn ze daar allemaal en als je hun liedjes hoort, moet je op je handen passen om er niet drie of vier te plukken. Vier vonden de oudsten al te veel opeens, maar met drie zouden zij hem toch graag zien komen. Toe, vader, zeiden zij als moeder het niet hoorde. Ook de kleineren zeurden over een broertje, over zwarte krullen en bruine ogen en de vader lachte maar en knipoogde van: wie weet wat er nog gebeurt.
Lust om kinderen te halen had hij voorlopig echter niet, want de politie maakte het hem lastig over een misverstand waar hij geen schuld aan had en dat verduisterde hem de zonneschijn. Er liep een diender door de straat die met lelijke ogen naar binnen keek en Sat keek boos terug. De meisjes schouwden toe met de vingers in de monden. Maar zodra de diender de hoek om was, begonnen zij vader weer te vragen of het nog geen tijd was voor Volewijk.
Met moeder waren er af en toe wat woorden, omdat zij vond dat negen genoeg was, terwijl hij volhield dat tien een rond getal was en bovendien gaf hij toe dat een jongen wel aardig zou zijn in huis. Soms weifelde de moeder, maar soms bleef zij erg koppig, zeggend dat zij in hem geen vertrouwen meer had. Een man, die zoveel om kinderen gaf als hij, mocht het in zijn hoofd krijgen op Volewijk te blijven, en wie verdiende er dan het brood? Neen, van een tiende kind wilde zij niet weten. Vader keek of hij bij zichzelf moest lachen.
Hoe het eigenlijk zo gauw gebeurde kon niemand zeggen, het waren ook een paar drukke dagen geweest. Sat had aan de buren verteld, dat hij vastbesloten was toch weer een kind te halen, zij stonden allemaal aan de deur te praten, toen de meisjes buitenkwamen, het was nog geen dag. De een zei iets van dienders, de