lelijke zusters en dat boze wijf. Kom maar, lieverdjes, lopen jullie maar rond tussen dat kinderspul. Hoe maakt u het, mijnheer Blauwbaard, sakkerloot, wat is die baard gegroeid. Zijn dat je vrouwen, die mooie dames, en is dat zuster Anna? Kijk, kijk, onze Schone Slaapster, goed uitgerust, kind? En wat zijn dat allemaal voor vreemde snuiters? een hele bende.
Een grijze heer kwam vlug van achter in de zaal, met blinkende ogen. Prikkebeen! riep hij, zijn stem klonk luid en fris, en hij bleef staren met een lach van zaligheid.
Ja, zei Moeder de Gans, Prikkie, ga jij met je zus naar die jongen en geef hem een hand. En jij, schrokkige Gijs, zie je dat meisje daar met die paarse blouse, die zo zit te kauwen? Je hebt haar zeker wat te vertellen, maar in het oor, anders zou het arme ding zich maar schamen. Bewaar me, wat zijn er een hoop vanavond. Hoe maakt u het, Ali Baba? en u, Sindbad, alles wel thuis? En warempel, Piet de Smeerpoets. Nu, ik zie er eentje die zijn nagels ook wel eens knippen mocht, geen zindelijk ventje. En Robinson en Vrijdag en oom Tom, echte buitenlanders. Ach, ik keek al naar je uit, Roodkapje, mijn lieve kind, heeft je grootmoeder nog zulke grote oren, zo'n grote mond? Jij, wolf, dat kereltje daar, dat zit te knikkebollen, geef hem maar eens een ferme lik. Word toch wakker, het is zonde om hier te slapen.
Moeder de Gans stampte met haar stok. Ik zag hele rijen heren die zaten te knikken en te dutten, dames knabbelden en kauwden of babbelden en breiden. Anderen krabden zich of gaapten, de meesten zaten scheef en suften. Alleen die grijze heer met de zalige glimlach, die nog met Prikkebeen stond te praten, scheen te leven in de fantasie van lang voorheen.
Mijn broer oordeelde weer hard. Paarlen voor de zwijnen, zei hij. Stuur de stumperds maar naar bed. Een mars, kapelmeester!
Ik had het goed bedoeld, dat begrijpt men. Maar ik gaf toe, dat de viering het mooist geweest was voor mijzelf. Ik zal iets anders ten beste geven bij een volgende gelegenheid, want een ieder moet toch wat hebben als hij jarig is.