De ezel liep zo vlug dat ook Challal weder de jeugd in de benen voelde. En de hitte van de zon op zijn hoofd deerde hem niet, noch de hardheid van de stenen aan zijn voeten, het werd een vrolijke tocht die slechts drie dagen duurde, met aangename woorden tot de ezel gesproken, afgewisseld met dank en lof voor de Geprezene.
En toen de vrouw gerust had nam ook zij weder de lasten op en volgde man en ezel op de tochten. Maar zij had haar taak volbracht, het lot had haar dag beschikt voor de laatste rust. Aan de rand van de stenen vlakte bleef zij staan en sprak: Hier lig ik. En zij stierf. En Challal viel voor haar ter aarde, zeggend: Veertig jaren hebt gij gediend en het loon hebt gij hier gederfd. Maar ik bid en geloof dat het u in de hemel wacht. Daarna zamelde hij stenen, die hij opstapelde tot een teken voor haar graf.
Voortaan had Challal op de lange reizen geen ander om toe te spreken dan de ezel. Hij deed dit gaarne, misschien omdat wegens de ouderdom zijn hart voller was dan voorheen, misschien omdat hij tot Hassan meer te zeggen had dan eertijds tot de vrouw. De ezel spitste de oren en hoorde hem, hij knikte regelmatig het hoofd onder het gaan en liep zo vlug dat hij soms stil moest staan opdat zijn meester hem kon inhalen. Gij zijt een eerlijke ezel, groot van hart, zeide Challal dan, hem over de hals strijkend, niet minder dan menig mens in de vervulling van de taak u door het lot gezonden.
Eerlijk en trouw werkte de ezel inderdaad, maar niet beter dan zijn meester. Beide waren zij oud, beide stonden zij bij de dageraad vrolijk van hun leger op en namen de zware lasten, die hun te dragen gegeven werden, zwoegend in hitte en stof, en hun loon was niet meer dan juist genoeg voor de dag. Het scheen zelfs dat hun lust aan het werk toenam met de jaren, terwijl hun behoefte aan loon verminderde, want het werden steeds langer tochten die zij maakten, ofschoon de penningen, voor het werk betaald, gelijk in aantal bleven. En altijd wanneer zij langs de steenhoop kwamen, waar Challal ben Lalh de vrouw begraven had, hielden zij stil, de man om te bidden en de Geprezene te danken, de ezel om te rusten. Dan, nadat Challal de handen naar de hemel had geheven, streek hij Hassan over het hoofd, zeggend: Mijn edele helper, na de Geprezene dank ik u. Wij, Challal en Hassan, zullen de lasten dragen zolang het lot het wil.
Meer dan tachtig jaren oud was Challal en Hassan, gerekend