Wel, mijnheer, antwoordde hij en hij haalde de schouders op, dat hoort bij de algemene ontwikkeling, op het examen moeten ze het weten.
Daarmee was ik niet tevreden en ik vroeg wat men op het examen onder poëzie en proza verstond. Hij zei: Als men er helemaal onbekend mee is valt het moeilijk dat uit te leggen. Die woorden poëzie en proza komen van het Grieks en van het Latijn, het eerste duidt maken aan, samenstellen, het tweede recht, recht op het doel af. Poëzie is om zo te zeggen een vorm van uitdrukking, waarbij de taal gebruikt wordt volgens vaste regels, gebonden, zoals wij het noemen. Bij proza daarentegen is de vorm vrij en de taal wordt gebruikt gewoon om een gedachte uit te drukken, zoals bij het spreken. Begrijpt u?
Ja, mijnheer, zei ik, maar waarom heeft men bij het een vaste regels, metriek, gebondenheid, bij het ander niet?
Dat is eenvoudig, mijnheer. Die regels zijn nodig voor de sierlijkheid, voor een vorm die behaagt. Wie poëzie wil schrijven behoort een zekere kennis te hebben, een kennis die berust op studie van zekere regels, zekere eigenaardigheden van het dichtstuk. Voor proza kan men volstaan met een gekuiste stijl. En al is het niet nodig dat de leerlingen poëzie maken, het is voor hun algemene ontwikkeling wel gewenst dat zij op de hoogte zijn van jamben, dactylen, anapesten en zo meer.
Ik had genoeg gehoord en ik dankte hem. Voor ik ging bood hij mij nogmaals een sigaar aan, maar ik dankte nogmaals. Ik moet zeggen dat hij een welwillende man was en heel bekwaam.
Nu heb ik gisteren ingezien dat ik mij vergist heb en dat ik niet hoef te vrezen voor de invloeden. Ik zag de jongen lopen en ik volgde hem. Hij ging de Oudemanhuispoort binnen, waar op stalletjes oude boeken te koop zijn. In een halfuur had hij twintig boeken in de handen gehad, tot hij er een opnam waarin hij snel las, bladzijde na bladzijde. Ik stond achter hem, ik las mee en keek tegelijk naar zijn ogen, zijn handen, zijn ademhaling. Het gedicht heette Het vogelnestje en was versierd met een vignet. Bijna vond ik het even mooi als hij, alleen om de aandacht waarin hij las. Hij kocht het boek zonder een woord te zeggen en hij had een kleur toen hij er haastig mee wegliep.
Dit was de eerste zucht naar schoonheid, daar zal mijnheer Ombelet niets aan veranderen. Maar nu moeten wij waakzaam zijn, want die zucht is ook een van de voorboden van Eros.