mij helder zien of begrijpen, nooit zal iemand weten wie ik ben en hoewel ik veel verwantschap heb gehad kan niemand onderscheiden hoe ik in kleur van anderen verschil.
Wat is het dat ik zoek? Van de ene vergissing verdwaal ik in de andere. Soms, wanneer ik de zuchten van de vermoeide hoor die zijn last niet meer dragen kan en zijn lot verwenst; wanneer ik de bedeesde voorbij zie gaan die smacht en niet durft; de minnaar die treurt over verlangen nooit voldaan, de moedeloze die op een einde wacht, de dichter zonder hoop, soms nader ik zulke armen en meen een broeder te herkennen die ik volgen mag. Maar van de eerste klank hoor ik dat hij niet begrijpt. Als hij vraagt of hij van mensen dan niets te verwachten heeft, of de last eindeloos wordt gedragen, hier en ginds, of het smachten een spel is zonder doel en het verlangen geen vervulling vindt, of het blindheid is een eind te wachten van tijd die in tijd vergaat, en dwaas te hopen op eeuwige verborgenheden, dan zie ik dat hij twijfelt en ik heb mij weer vergist. Dan zwerf ik in de koude en hij keert naar zijn soort terug met tranen wie weet waarom, zuchten om niets. Zijn hart is zoals het mijne, hier niet en daar niet te vullen, maar er is nog iets in hem dat niet scheiden kan en nog verwacht zoals toen de bladeren vielen.
Is dit het hart waar ik blijven mag? Herinner je nog eenmaal wat voorbij is. Herinner je de hemel, de bomen, de kleuren van de tijd toen je speelde in een gloed en een boordevolle duisternis van het hoofd. De echo's van het lachen zijn nog te horen, er hebben stemmen geklonken die je nooit verlaten al zijn de monden in de verste nacht. Maar wat is er anders van de tijd gebleven?
Herinner je de vervoering, wit en overvloedig als de appelboom in april, de bloei duurde maar een week en waar is het licht van die tijd gegaan? Het huis waar je woonde staat voor altijd leeg met blinde vensters.
Herinner je het zoeken, het dwalen, het verlies van dag na dag. Hoevelen ben je tegengekomen die je aankeken zonder een woord en je bent elkaar voorbijgelopen.
Wat is er meer te herinneren behalve lege dingen, verveling en kinderspel?
Wat blijft er van de dag van heden anders dan vragen zonder eind? dan een hart waar de tranen vloeien tot morgen en de dag daarna? Vraag maar en laat de tranen doen wat zij willen.