steeds in een halve kring, met de ogen alleen op hem gevestigd. Een enkele maal keek de wijze een van hen aan, maar meestal keek hij naar niets.
Eens zat hij aan de vijver, met de jongeren achter hem, en zag een vogel in de lucht die over de top van de hoge berg verdween. Een nieuweling onder de jongeren, gisteren over de muur geklommen, stond op en vroeg: Meester, waarom kan een vogel door de lucht gaan en een mens niet? De wijze stond op, wenkte allen nader tot zich en sprak: Ziet.
Hij steeg op en ging door de lucht hoog boven de berg. Toen daalde hij weer, ging zitten en keek naar niets.
Hoe heeft hij het gedaan? vroegen de jongeren onder elkaar, hij heeft toch geen vleugels? Geeft de wijsheid hem dan de macht iets te doen wat volgens de regelen der schepping buiten het bereik van de mens valt?
De oudste der jongeren had het verstaan. Genoten, sprak hij, het is eenvoudiger dan wij dachten. De meester heeft een gave gebruikt die de mens bezit en die wij niet kenden. Indien hij deze gave bezit, bezitten wij haar misschien eveneens, maar wij hebben haar nog niet ontdekt en wij moeten nog leren hoe wij haar kunnen gebruiken.
De wijze keerde zich om en sprak: Gij hebt de derde letter gezegd. Ontdek de gaven die u onbekend zijn.
De schranderste der jongeren ontdekte terstond dat hij van de grond kon opstijgen en door de lucht gaan, ook de andere ontdekten het en volgden hem, de lucht wemelde van hun gestalten terwijl de wijze, op de grond zittend, kersen at.
Toen zij weder gedaald waren zagen zij de pitten. Hier groeit geen kerseboom, sprak de jongste, waar heeft hij de kersen dan geplukt?
Zij sloegen hem nauwkeuriger gade, zij omringden hem gedurig en verloren hem geen seconde uit het oog. Toen hij op een morgen in de lucht steeg volgden zij hem, steeds in een halve kring. Hij ging voorbij de hoge berg, een wijde oceaan over tot hij over een welig land zweefde. Daar daalde hij in een boomgaard, plukte kersen en at ze. De jongeren deden eveneens, gaande hier en daar onder de bomen en etend naar hartelust.
Nadat zij zich verzadigd hadden volgden zij hun meester, die langzaam hep met het hoofd terzijde gebogen of hij luisterde.