een vertroosting voor allen die leden, in spreuken die het volk nooit had gehoord; de priesters spraken nooit anders dan van plichten en geboden en wat deze profeet zeide was liefderijke genezing. Hij sprak:
Zalig zijt gij, armen, want gij zult in het koninkrijk van God binnengaan. Zalig zijt gij die nu honger lijdt, want voor u zal er verzadiging zijn. Zalig zijt gij die nu treurt, want gij zult vertroost worden. Zalig zijn de vervolgden, want voor hen zal verlossing komen. Zalig zijn de bedeesden, want zij zullen heersen. Zalig zijn de barmhartigen, want hun zal barmhartigheid gedaan worden. Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien. Zalig zijn de vredelievenden, want zij zijn de ware kinderen van God.
Gij kent het gebod: Gij zult niet doodslaan. Maar ik zeg u meer: wie zelfs maar boos wordt op een ander of hem met een scheldwoord krenkt, zal zich daarover voor God verantwoorden.
Wanneer iemand u iets vraagt, geeft het hem.
Oordeelt niet. Bedenkt dat ook gij geoordeeld kunt worden.
Doet wat gij wilt dat anderen u doen.
Wie is er onder u die zijn zoon, wanneer hij om brood vraagt, een steen zou geven? En zou God dan anders doen wanneer gij hem iets vraagt? Bidt en u zal gegeven worden.
Toen hij van de hoogte nederdaalde werd Jezus omstuwd door de woelende schare, die hem zegende en prees, die juichte en bad, en velen drongen nader en hielden hem bij de klederen, hem smekend om hulp, om raad, om genezing. En iedere dag kwamen er meer uit alle dorpen en gehuchten van Galilea, zij stonden bij de dageraad voor de deur waar hij zijn intrek had genomen, zij omringden hem waar hij ging, zij vergezelden hem in de avond naar zijn nachtverblijf. Jezus zag dat er te veel waren om allen toe te spreken. Daarom koos hij uit zijn leerlingen twaalf der vroomste mannen en hij beval hun door de landstreken van Israël te trekken om als zijn afgezant de blijde boodschap van vrede en broederliefde te verkondigen. De eersten onder die apostelen waren Simon, die hij Petrus noemde, en Johannes, zijn trouwste vriend. Gaat, zeide hij, geneest zieken, helpt en redt wie in nood verkeren, zegt aan allen dat de heerschappij van de hemel in aantocht is.
En zij namen ieder hun staf en trokken in verschillende rich-