dat er iets aan het onderlijk van het grootzeil haperde; hij klom erbij en, begerig om te sturen, meende hij het geringe werk te kunnen doen zonder te geien. Het zeil sloeg hem, hij verloor het evenwicht, hij viel en verstuikte zijn voet. Onder de Engelse kust kwam er een dikke mist opzetten, zodat allen aan dek bleven om uit te kijken. Zij konden niet ver van land zijn, want het licht van Dungeness drong door de nevel. Aan lij klonk een misthoorn, steeds duidelijker, en dan een ander te loevert nabij. De Johanna Maria kon niets doen dan antwoorden en wachten.
Toen werd ook nog de sirene van een boot gehoord die naderde voor de boeg, en kort daarop gekraak, geschreeuw en het gebruis van een schroef die met een schok werd omgezet. Op de Johanna Maria loeiden de hoorns onophoudelijk en plotseling werd ook hier geschreeuwd toen de achtersteven van de boot opdoemde en lomp op het schip viel bij de ankerkluis. Brouwer, die bij de nadering met gebalde vuist daarheen was gehinkt, terstond ziende dat er met pompen niet te helpen was, riep de kapitein toe de boot om een tros te vragen en hem dichter aan de kust te trekken. Dit gebeurde en het bleek nodig, want binnen korte tijd lag de Johanna Maria diep in de kop. De kapitein kon door nog tijdig het bruikbaar anker te laten vallen een tweede aanvaring voorkomen toen zij onder verward geroep in de mist de boot over de grond hoorden knarsen.
Bij het aanbreken van de dag kwam er wind en de mist trok op. Het schip zat vast op minder dan een derde kabellengte van de kust, iets achter de stoomboot die op haar kant lag. Daar de boeg al onder water was vroeg de kapitein hulp van de wal om de achtersteven te verhalen. De passagiers werden aan land gebracht.
Nadat het schip zo veilig mogelijk gelegd was trachtte de kapitein twee dagen lang vergeefs de scheur met zijn eigen mannen te herstellen. Brouwer zaagde in zittende houding, zwijgend, onafgebroken, en raakte het eten, hem door Pluim gebracht, niet aan.
Toen kwam een der heren uit Amsterdam, vergezeld van twee deskundigen, die het schip onderzochten. Zij zaten lange tijd met de kapitein in de kajuit. Eindelijk verscheen deze op de kampanje en liet alle mannen naar het achterschip roepen; hij deelde hun mede dat de Johanna Maria naar Noorwegen was verkocht en dat de bemanning de volgende dag naar huis kon