II
Hoewel er vele schepen zeilden onder de Nederlandse vlag moeten hardvochtige of kwade kapiteins zeldzaam geweest zijn, want hun namen kende iedere matroos. Wie jong gaat varen leert vroeg hulp te geven en te ontvangen, hij heeft met zijn maats dag en nacht de eendere belangen waarin, vrij van naijver, al wat er goed is in zijn aard gedijen kan. En wanneer hij oud genoeg is om de zorgen van het bevel te dragen kent hij het volk, hun moeiten en hun goede wil, en geeft daarvoor goedheid weerom.
Jan Wilkens echter was een teerhartig man, zo zeer dat hij soms door zwakheid faalde. Bovendien was hij van die mensen wier hart van een enkel gevoel vervuld wil zijn en voor wie, zo het liefste op het land is, het varen een druk wordt. Toen hij als leerling naar Indië was gegaan en er jaren bleef, hield hij het beste van zijn gedachten voor het huis waar zijn moeder woonde. Wanneer hij op een rede verlof had om aan wal te gaan liet hij het aan een ander en bleef aan boord, dan zat hij te staren in de nacht, zich voorstellende hoe het huis zou zijn, tot hij, ongezien en zonder schaamte, de tranen kon laten vallen. Alleen de taak zichzelf opgelegd hield hem daarginds; hij diende als tweede stuurman op een klein schip, dat tussen de buitenliggende eilanden en Java voer, en hij kon dus een groter deel van zijn loon aan zijn moeder zenden. En toen hij, zonder verpozing voor haar werkende, acht jaren naar haar verlangd had, kwam het bericht van haar verscheiden. De slag trof hard, een diepe weemoed beving hem. Hij keerde naar Holland terug, zeggend dat het tijd werd om de examens te doen, maar hij verzweeg wat hem in waarheid dreef, de drang om zijn huis weer te zien, de kamers, de meubelen, die in de herinnering een heldere glans hadden gekregen. En toen hij in een eenzaam huis, op een grachtje onder bomen, een lange zomer met boeken had doorgebracht en het laatste examen had gedaan, zocht hij een aanstelling vooral om van de drukkende ledigheid verlost te zijn. Wilkens besefte al dat de zeevaart, die zijn beroep moest zijn, geen vervulling geven kon.