Verzameld werk. Deel 3
(1976)–Arthur van Schendel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 95]
| |
Verlaine. Het leven van een dichter | |
[pagina 96]
| |
O mon Dieu, vous m'avez blessé d'amour
Et la blessure est encore vibrante,
O mon Dieu, vous m'avez blessé d'amour
Vous connaissez tout cela, tout cela,
Et que je suis plus pauvre que personne,
Vous connaissez tout cela, tout cela,
Mais ce que j'ai, mon Dieu, je vous le donne.
| |
[pagina 97]
| |
Wie de gedichten van Verlaine kent weet wel dat de portretten, welke sommige tijdgenoten van hem maakten, karikaturen zijn. Maar men heeft zo veel over hem gelachen of de schouders opgehaald, men heeft zo veel van bohémien of Villon gesproken, dat hij, die toen hij jong was al de minste plaats aanvaardde en in zijn ouderdom zich troostte met de naam Pauvre Lélian, voor menigeen een dwaas bleef. Er is in dit verhaal van zijn leven niets nieuws. De schrijver heeft gepoogd de ervaringen van Verlaine, gelijk hij ze vermeld vond in de biografieën van Delahaye en Lepelletier, en, liever, gelijk hij ze uit de gedichten begreep, zo nauwkeurig mogelijk te vertellen. Dat hij, waar er van oordeel sprake kan zijn, voor alles het beeld van de dichter onbesmet wilde tonen, zal niemand hem verwijten, immers men ziet duidelijk in dit leven hoe weinig de bitterheden tellen van hetgeen men zijn lot noemt, hoe wonderbaarlijk de poëzie haar wegen vindt. |
|