herinnerde dat zij de tijd niet in haat mocht verspillen, zij wilde snel naar Landro in de stad en vroeg daarvoor de heren haar een paard te geven en met haar tot de poort te rijden. De vreemdelingen deden hoffelijk naar haar wens.
In de nacht hielden zij stil voor het huis van Ordelmonti en zij trad binnen. Zij kon nauwelijks zien in de donkere kamer. Landro zat er aan de wand, zijn vader, met een pot met bloeiende rozen in zijn arm, stond op de drempel van de binnenhof.
‘Dwazen, arme dwazen,’ sprak hij zacht tot zichzelf, ‘vechten en grijpen, schreeuwen en zoeken, altijd willen en nemen en niets te merken van de heerlijkheden die geschonken worden. Neen, dochter, ik heb je kind nog niet gevonden. Maar heb geduld, morgen is het weer dag. Er zijn knoppen die morgen ontluiken.’
Zij zag Landro aan en uit zijn droeve blik begreep zij zijn gedachte. Zwijgend zaten zij een lange poos naast elkander, terwijl messer Ordelmonti, steeds voor zichzelve mompelend, daarachter bezig was. De vermoeienis sloot hun ogen. Toen zij ontwaakten in de eerste schemer stond Constanza voor hen en vertelde dat haar vader, die sedert het bericht dat het kind verdwenen was niet naar bed was geweest, eindelijk sliep, de rust zou heilzaam voor zijn dwalende zinnen zijn.
Een vriend van Landro, een grijze monnik uit San Marco, ging die dag met Dianora overal waar hij meende dat men hulp kon geven, bij het gerecht, bij de Signoria, bij de bevelhebber van het keizerlijk leger, maar men luisterde niet, men zond hen weg, want er waren gewichtiger zorgen dan om een ontvoerd kind.
Laat in die avond keerden zij terug naar de woning aan de Terzolle, zij spraken niet daar de een niet voor de ander zijn gedachten durfde zeggen.
Aan de deur wachtte Argentina met een brief die messer Ordelmonti had ontvangen en enkele uren tevoren hier gebracht om hen voor te bereiden op erger tijding. Zeg hun dat het niet waar is, had hij gezegd. Met sierlijke letters stond er geschreven: Verwacht morgen een bode van Venturi die u leren zal dat de wereld niet zonder haat kan zijn.
Toen zij gelezen hadden schreide Dianora de eerste tranen, met gesloten ogen bad zij de hemel om te vragen of zij misdaan