haar geest. Wanneer zij radeloos de handen hief, zag zij klaar dat Tristan, Tristan, Tristan stond met vuur in haar hart geschreven. In het duister lag zij of zij de duistere rusteloze zee ware, twee gestalten zwierven er, twee schaduwen vielen beurtelings haar aan, de minne die haar ogen naar de man trok, de schaamte die met een gloed haar brandde. Maagd en schaamte, gelijk de wereld gemeenlijk zegt, zijn één en dezelfde, zij zullen elkander niet lang wederstreven. Isolde legde de strijd neder en deed wat het verlangen wilde, al haar gedachten onderwierp zij de man, de min.
De bark stiet weder af en voer lustig voort over de golven, zij droeg twee harten thans die de liefde een andere weg gestuurd had dan die zij ging.
Isolde stond voor de tent, haar ogen zochten immer hem, als zij hem van verre zag hief zij het aangezicht naar de hemel en hij kwam snel tot haar. En binnen sprak zij van de allereerste aanvang, hoe hij in een bootje naar Develin was gekomen, hoe haar moeder hem genezen had, en van de uren toen hij haar onderwees in harpspel, in zang en vreemde taal. Dan hoe zij hem herkende, eerst in het moeras en anders in het bad.
Ach, sprak zij, dat ik u niet in het bad versloeg. Wat ik nu weet, had ik het toen geweten, bij de Heer God het ware uw dood geweest.
Waarom? sprak hij, schone Isold, wat is het dat u verwart? Wat is het dat gij weet?
Wat ik weet, dat is het dat mij verwart. Wat ik zie dat doet mij pijn, mij smarten hemel en zee, lijf en leven drukken zwaar op mij.
Zij wankelde en steunde met de elbogen op hem, en dit was het begin. Haar spiegellichte ogen gingen open, haar mond begon te glanzen, haar hoofd neeg gans naar hem. En zijn armen omvatten haar, niet te ver, niet te nabij. Hij sprak zoet en zacht: Ach, schone, zeg mij, wat is het dat u verwart?
De harp der minne zong in die ruimte waar zij stonden.
De liefde, sprak zij, dat is mijn nood, de liefde is het die mij wringt, de liefde is het die mij pijn doet.
Schone, zo is het ook mij, de liefde en gij, gij zijt mijn nood. Mijn hart heeft in al de wereld niets dan u.
Heer, zo spreekt mijn hart.