Vrolijk zij wie vrolijk zijn wil,
Van de morgen is niets zeker! -
toen kon geen duisternis zo duister zijn of de jeugd moest er schateren uit het volle hart. Gelijk de lente weerklinkt dit treurspel van blozende vrolijkheid, het was de tijd zelf die tintelde en dartelde in het bruisend bloed van Mercutio, Tybalt en Benvolio, in de glinstering van des dichters nieuwe taal. Wonderbaarlijk van wakkere, sprankelende volheid moeten zijn ogenblikken zijn geweest, die in ‘a two hours’ traffic’ dit bekoorlijk evenwicht kon vinden van levensvreugde en vernietiging, verrukking en wanhoop, liefde en haat. Er is gezegd dat al de zoetheid van een zuidelijke lente dit treurspel geurig maakt, maar het is de frisse adem van onze lente waarin het spel begint en het is de koele nacht van onze zomer die het eindigt, donker en diep. En al wat de verbeelding uit haar sluimer wekken kan, wat haar lokt en streelt, dat leeft in die gezonde lucht: feestelijkheden en driftige twisten, mijmering en wufte woorden, gemoedelijke huiselijkheid en het wonder der omarming. En boven alles stijgt het rode vuur van twee die ontwaken.
Ontwaken, ontwaken van jonge zielen, plotseling, klaar en hevig ontwaken in de werkelijkheid, dat is het wat ruist in de zang van Romeo en Julia, in de snelle hartklop der verwondering, de zucht van het genot dat wegstroomt, de angst, die een ieder in zijn jonkheid heeft gekweld, dat de schoonheid der wereld niet waar kan zijn of niet duren kan, dat is ‘the touch of nature’ die allen voelen wanneer ieder ding in een nieuwe gedaante verschijnt, het licht daarbinnen openbreekt en de ogen stralen wanneer een nieuwe wereld de nieuw-ontwaakte toebehoort. Die eigen dag nog liep Romeo suf te klagen, maar hoor zijn eerste gelispel nu:
O, she doth teach the torches to burn bright!
It seems she hangs upon the cheek of night
Like a rich jewel in an Ethiop's ear.
En Juliet, wanneer zij met de nacht wil spreken, na die eerste adem waarin voor woord geen ruimte was, hoor hoe zij smeekt en zich opendoet voor die naam van Romeo - naam die hoeveel